Bellevue Aguilar WN HAAGUïe\TU72T 90* vermaa DINERS - RECEPTIES GERENOMMEERDE KEUKEN f'A Leidsekade 90 Telefoon 36221 Amsterdam-Centrum gelijktijdige krachtsontplooiing van onze club èn de grote Rot terdamse, die meer met elkaar gemeen hebben dan alleen de kleuren." seizoen kampioen gesp gew gel verl pnt vóór-tegen nummer twee 1929-'30 Ajax 18 11 3 4 25 52—22 R.C.H. 1930-'31 Ajax 18 14 3 1 31 75—20 Z.F.C. 1931-'32 Ajax 18 13 3 2 29 75—31 R.C.H. 1932-'33 Stormv. 18 14 1 3 29 66—23 Ajax 1933-'34 Ajax 18 16 0 2 32 70'33 V.S.V. 1934-'35 Ajax 18 14 2 2 30 66—15 Feijenoord 1935-'36 Ajax 18 11 3 4 25 58—33 H.B.S. 1936-'37 Ajax 18 14 2 2 30 47—18 Xerxes 1937-'38 D.W.S. 18 13 2 3 28 44—23 Ajax 1938-'39 Ajax 18 12 3 3 27 47—19 Feijenoord 1929-'30 Blauw-Wit 18 9 6 3 24 36—45 Z.F.C. 1930-'31 Feijenoord 18 13 2 3 28 50—17 Sparta 1931-'32 Feijenoord 18 12 1 5 25 40—32 Z.F.C. 1932-'33 Feijenoord 18 13 3 2 29 52—25 H.B.S. 1933-'34 K.F.C. 18 12 2 4 26 53—32 H.B.S. l934-'35 D.W.S. 18 9 5 4 23 34—24 H.D.V.S. 1935-'36 Feijenoord 18 13 3 2 29 59—19 Blauw-Wit 1936-'37 Feijenoord 18 15 1 2 31 66—23 D.W.S. 1937-'38 Feijenoord 18 13 1 4 27 50—20 Haarlem 1938-'39 D.W.S. 18 12 3 3 27 49—26 A.D.O. Aldus Dolf Desmit over die beroemde „Gouden Eeuw". Waar bij wij het wat deze onvergetelijke periode in de Ajax-geschie- denis willen laten, echter niet zonder nog te vermelden dat in het betreffende tijdsverloop ook de bouw van ons huidige AJAX- stadion ligt (9 December 1934; waarover wij het hier niet zullen hebben, gezien het speciale artikel dat daaraan werd gewijd, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan in December j.l.). Verder boekte Ajax in de competitie 1903/'31 de grootste overwinning tot op heden ooit in de hoogste klasse van de K.N.V.B .behaald, n.l. 170. Slachtoffer was het Haagse V.U.C., dat trouwens in de return op eigen veld ook niet door de schut ters van Ajax werd ontzien: 09". Gelijk in vroegere jaren kwam er ook na 1939 een minder glorieuze tijd. Oorzaak daarvan was in de eerste plaats „slij tage over alle linies" zoals Dolf Desmit daarmede het uit vorm geraken van verschillende spelers en het niet beschikbaar heb ben van jongere plaatsvervangers wil aanduiden. Verder waren er de buitengewone omstandigheden n.l. de mobilisatie en wat daarmede verband hield. Seizoen 1939/1940 bracht ons dan ook slechts een zesde plaats. Het jaar daarop ging het beter. Wel moesten wij de eer aan V.S.V. laten, met groot puntenverschil zelfs, doch met Haarlem deelden we de tweede en derde plaats. In 1941/1942 werd weer minder succesvol opgetreden, doordat we slechts tot matig spel wisten te komen. Jack was inmiddels als onderdaan van een „vijandige" staat vanaf Juli 1940 door de Duitsers geïnterneerd en dat vergrootte de moeilijkheden niet onaanzienlijk. Zo bleef het ook 1942/1943 (zesde plaats). Maar in 1943/1944 kwam er weer een opleving. Een span nende eindspurt met V.U.C. bracht ons wel niet het begeerde kampioenschap, maar het toonde aan dat Ajax toch weer een elftal had dat qua voetbaltechniek en voetbalintelligentie mee telde. „Het was tevens de inleiding voor een „Derde Kampioens ronde", aldus Desmit. Daarbij kwam dat Good Old Jack in Augustus 1945 uit zijn gevangenschap werd ontslagen en met veel enthousiasme en grote geestdrift in ons midden terugkeerde. Er werd nu zó hard geoefend, dat in korte tijd het reeds goed spelend elftal, uitgroeide tot een top-ploeg. De spelers waren: G. Keizer, J. Potharst, H. v. d. Linden, J. van Stoffelen, J. Veen, P. Leemhuis, G. Fischer, J. Korndorffer, Th. Brokman Jr., G. van Dijk en G. Drager. De meest sensationele wedstrijd in het begin van deze com petitie was wel die tegen de Volewijckers op het Mosveld. Na een 10 achterstand werd het 32 voor ons tot de rust. Maar na de thee liepen de groen-witten via 33 uit naar 53. Toen bleek echter dat de Volewijckers teveel van hun krachten hadden gevergd. Zij werden teruggedreven en met 55 kwam het einde. Het was overigens ook een seizoen met eindeloze blessures, beenbreuken en wat dies meer zij. Maar Ajax hield vol. 9 Juni was de situatie zo, dat de op die dag te spelen ontmoeting: A.D.O.Ajax beslissend kon zijn. Een 21 achterstand lag Van Stoffelen c.s. zwaar op de maag. Maar hoe kon het anders; v. d. Linden en Leemhuis waren „stuk" het veld in gegaan. Maar het móest. We hadden niet anders Een enorme kogel van captain Joop maakte er 22 van toen ineens liep het weer als in geen tijden en was er voor AJÜ.O. geen houden meer aan. Debutant Rinus Michels kopte naar 23, Gerrit Fischer en (weer) Rinus maakten er 25 van. Dat A.D.O. inliep tot 35 deerde niet. Ajax was weer afdelingskampioen". In de kampioenscompetitie ging Haarlem als eerste door de finish; wij werden tweede. In 1946/1947 wederom afdelingskampioen. Voor de 15de keer. Toch was ons spel niet daverend; althans gaf het voor de ko mende ontmoetingen om de landstitel weinig hoop. Maar ziet, juist in die topwedstrijden vond de ploeg haar vorm terug. In een schitterende wedstrijd werd als laatste hinderpaal N.E.C. (thuis) met 60 geklopt en het Achtste Kampioenschap van Nederland was ons. De heer Herberts, toen voorzitter van de Keuze-Commissie verklaarde na afloop: „N.E.C.Ajax was de mooiste compe titiewedstrijd, die ik sinds jaren gezien heb. Het is logisch dat een redelijk aantal Ajaxspelers een plaats in het Nederlands elftal krijgen. Ajax speelt verreweg het beste voetbal van ons land". Seizoen 1947/1948 bracht geen succes. Even scheen het er wel op te lijken dat we nog een vinger-in-de-pap zouden hebben, maar twee onverwachte nederlagen tegen R.F.C. en Neptunus maakten aan alle illusies een einde. Haarlem werd eerste, Xerxes tweede en wij no. 3. 12

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1960 | | pagina 12