Woensdag 9 December op uitnodiging van comité, boeren kool met worst gegeten. De kool en de worst prima en gedachtig aan de geit, de kool niet gespaard. Natuurlijk met een drankje de winterkost een beetje vochtig gemaakt en dat allemaal in de bovenzaal van ons stadion, dat voor de 25ste maal jarig was. We zaten onder de groene slingers, d.w.z., die hingen aan de zolder en keken zo nu en dan naar een feestbordje 25 jaar stadion artistiek product van Gerrit Keizer-zoon. Vijf en twintig jaar Ajax-stadion. Mensen, waar blijft de tijd. Voor zitter Melchers is er prettig over gaan praten, pikte en passant Jan Lens in zijn 25-jarige kuif en gaf ere-voorzitter Koolhaas voor de rest van de avond de-boerenkoel-met-worst-hamer. Die zat dus wel in goede handen. Vele mannen stonden vrij of ge dwongen van hun stoel op om te vertellen wat ze op de lever hadden. Dat architect Roodenburgh daarin voorkwam, zal niet vreemd in de oren klinken. Enfin, vriend Middendorp had snode plannen u er meer van te vertellen. Zijn verhaal moet elders in dit blad staan. In de loop van de maand tweemaal Sint Nicolaas tegen zijn mijter opgelopen. Eerst bij onze jeugd, 't Lijkt wel of hij en Piet er jonger op worden. Opvallend zoveel verstand van voetballen, die knaap heeft. Als je hem zo hoort, zou je hem zo in het eerste elftal zetten. Als rechtsback b.v. Onze jeugd had echt respect voor hem. Minder voor Piet, want die kreeg zijn kwistig uitgedeelde pepernoten retour. Daar moet hij blauwe plekken van overgehouden hebben. Maar goed, het was een gezellige middag, opgeluisterd door onze vaste pianist Ko Verburg en niet te vergeten, filmproducer Paternotte. Het culinaire ge deelte was zoals te doen gebruikelijk in handen van de familie Boudrie, d.w.z. prima verzorgd. De tweede keer zijn we de oude-Spanjaard in Hotel Suisse tegengekomen. Op verzoek van de clubavond-commissie was hij en zijn trawant een paar dagen langer in Mokum gebleven. De Scheidsrechters Verg. Amsterdam zou n.l. met een ploeg biljar ters komen om Ajax-mannen van het groene laken te vegen. Of dat de ,,refs" gelukt is, weten we echt niet, maar dat het er gezellig aan toe ging, weten we zeker. Maar enfin, het comité had de oude-baas uitgenodigd even aan te wippen en plots stonden hij en Piet voor de neuzen van klaverjassende Aja- cieden. Natuurlijk gingen de kaarten down en luisterde men naar het verhaal, dat Sint en Piet afstaken. Zij roemden de club geest der Ajacieden en vonden het gebaar, dat men ten faveure van de zieke Piet Ouderland, zijn vrouw en kinderen had ge maakt, zeer sympathiek. Alhoewel de Spaanse-matten van Sint vrijwel opgerold waren, dook Piet toch nog een paar kistjes sigaren op, die hij royaal liet circuleren. Alleen voor u en niet voor „uw werkloze broer" is de bedoeling, merkte Piet minder fijntjes op voor hij aan zijn rondgang begon. Een „rechtse- buitenkant-schoen" van de Sint, bracht Piet weer in het goede spoor. Na afscheid genomen te hebben van dé klaverjassers, trok de Spaanse familie naar de biljartzaal. De queues en de ballen gingen een ogenblik met pensioen, voorzitter La Fleur sprak een woord van welkom en toen stak de Sint van wal. Hij vond het prettig, dat Ajax zo goed met de scheidsrechters kan op schieten volgens Piet schieten ze in Spanje de ,,refs" alleen maar dood en dat hij tussen de deelnemers aan de biljart wedstrijd, ook een paar „grote-mannen" van de grassprieten aantrof. Veel waardering had hij voor de scheidsrechters, die nooit in de schijnwerper der publiciteit staan, maar iedere competitie-Zondag naar verre velden trekken om de jeugd en rijpere jeugd gelegenheid te geven het voetbalspel te beoefenen. Als kleine attentie bood hij de gasten van Ajax een chocolade letter aan en liet alle aanwezigen „opsteken". De leden van de Clubavond-Commissie kregen een extra dure van hem. De voor zitter van S.V.A., dankte hartelijk voor het bezoek en onder het bekende „Dag Sinterklaasje" werd het span uitgeleide ge daan. Een geslaagde avond. Pluim voor de Clubavond-Com missie. In enige clubbladen gelezen over spelverruwing. Goed voet bal zo langzamerhand onmogelijk en zo doorgaande „betaald voetbal", toch bedoeld het spelpeil te verbeteren, een aanflui ting. Accoord! Maar eerlijk, we moeten er een pietsie om lachen. Meer dan veertig jaar geleden waren er al lieden in een voetbaltruitje, die niet veel ontzhg hadden voor de schenen van hun resp. tegenstanders. We herinneren ons een wedstrijd in 1928 de Olympische eer stond op het spel dat een zeer bekende spil ver voor het eindsignaal naar de kleedkamer mocht vertrekken. Het Olympisch Stadion stond te trillen op zijn grondvesten. Beslist niet omdat de duizenden liefhebbers van het edele voetbalspel zo'n leut hadden. Het geloei en gefluit was kilometers ver te horen. Als we in de boeken, die onze club geschiedenis vertellen, duiken, komen we verhalen tegen, die er niet om liegen. Door de jaren heen waren er sportbroeders, die het met de sportiviteit niet zo erg nauw namen. De strafcom- missies, die, zolang de bond bestaat, achter de groene tafel hebben gezeten, zouden over dit onderwerp een bont gekleurd schilderij kunnen ophangen. Dit trieste feit is genoegzaam be kend. Onze club heeft altijd getracht met goed voetbal succes te behalen. Met een gerust geweten kunnen we beweren; dat is tamelijk gelukt. Natuurlijk liepen er bij ons'ook wel eens knapen rond, die iets „weggaven", maar de leiding heeft daar altijd zoveel mogelijk tegen gewaakt. En, ook dat kunnen we met een gerust geweten beweren, de mensen, die in de zestig jaren dat we bestaan de leiding hadden, zijn tijdens dat waken niet in gedommeld. Integendeel Als er bij ons iemand is (was), die het woord „sportiviteit" niet zo erg best verstaat, wordt hij op het matje geroepen. Dat is nooit gezellig, maar meestal probaat. Men noemt dat, „de hand in eigen boezem steken". Kijk, vrienden, als alle clubs dat ook zouden doen, ook zij, die nu klaagzangen aanheffen, dan was er al veel gewonnen. En als de „refs", die hun best doen de matches zoveel mogelijk in goede banen te leiden en te houden zij weten bliksems goed waar de onprettige lieden wonen er rapper toe overgaan met het uit het veld zenden van „houwdegens", schieten we een aardig stuk in de goede richting. Misschien is de papieren rompslomp, die het uit het veld zenden meebrengt, een rem? Een simpel formuliertje, ver meldende de daad: b.v. „natrappen, slaan, belediging etc." in gevuld door de scheidsrechter en klaar is Kees. Geen hoor en wederhoor en geen rapporten van secretaris of delinquent. Vast gestelde straffen waarvan de minsteuitgesloten voor een paar wedstrijden. Erg radicaal zult u misschien zeggen. O.K.! Maar misschien het enige middel om nu eindelijk eens de nare man netjes, die de vélden onveilig maken, kwijt te raken. Als u echter een beter middel weetde Ajax-krant staat voor u open. Had u ook zoveel vrienden en kennissen in de week vooraf gaande aan de match AjaxFeijenoord? Wat telt onze stad (en ver daarbuiten) nog een voetballiefhebbers. En allemaal gek op Ajax. Iedereen ging altijd naar de Meer en iedereen had een broer, zuster en noemt u maar op, die hoognodig naar AjaxFeijenoord moest. De Zondag ervoor draaide Ajax Fortuna. Tienduizend betalende bezoekers passeerden onze lo ketten. De twaalfduizend, die we tekort kwamen, hadden die dag toevallig iets anders te doen. Dat was erg jammer, want Cor v. d. Hart, Notermans en Wilkes waren present. En dat zijn toch echt geen voetballers, die iedere Zondag op ons veld lopen. Wij voor ons geloven, dat we een fout hebben gemaakt. Vele „vaste klanten" moesten nu teleur gesteld worden. Dat hadden we misschien kunnen voorkomen. Als we bij de voor verkoop van AjaxFortuna ook kaartjes voor de match tegen Feijenoord beschikbaar hadden gesteld, waren onze vaste steun pilaren aan hun trek gekomen. In een volgende bestuursver gadering zullen we het daar tocih eens over hebben. We denken hierbij aan de wedstrijd AjaxM.V.V., want veertien dagen later komt D.W.S.-A. Dat grote gebeuren willen natuurlijk meer dan twintig duizend liefhebbers zien en u weet het, dat aantal kunnen we met veel inschikken en kinderen op de schoot net bergen. Ja, kinderen op de schoot, want er zijn nog altijd clubvrienden, die één of twee kinderen meebrengen het record staat geloven wij op drie die rustig op de „Over dekte" gaan of willen gaan zitten. Nu zijn we nooit kinderach tig we zijn gek op de jeugd, want daar moeten we het van hebben en bij een slappe bezetting zullen we er weinig of niets van zeggen, maar bij een „top-match" kunnen we dat familie-bezoek echt niet ontvangen. Temeer, daar er in de 2

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1959 | | pagina 2