„O, dierbaar plekje grond, waar eens ons houten Stadion stond".
Op de voorgrond de tourniquets waar een kwart eeuw geleden duizenden zich verdrongen om een plaatskaartje te bemachtigen. Op de
achtergrond het knusse veld, waarop de mannen-van-toen" de zilverlingen bij elkander trapten, waarmede het „huis-van-nu" werd gebouwd.
„En de boer ploegt voort". De boer, die hier eens woonde, niet meer.
Op zijn voormalig erf staat nu ons Stadion. Daar ploegt onze ploeg zich naar „Afwachten maar, beste kijkers", zou een bekende
Belgische radio-reporter zeggen.
7