1934 HET AJAX-STADION 1959
25 JAAR
CO BERGMAN
Voor ons liggen „De Telegraaf" en „Het Handelsblad" van
Maandag 10 December 1934.
Uit de daarin opgenomen verslagen over de opening van ons
Stadion, 9 December a.s. 25 jaar geleden, ontlenen wij de vol
gende „koppen" en regelen.
x
Ajax-stadion feestelijk geopend.
Vele geschenken aangeboden. De Oude Roem van 1918-
1919 brengt en ontvangt hulde. Grootschè dag voor de
Meerclub.
Stade Frangais met 51 geslagen.
Het nieuwe Ajax-stadion is vandaag feestelijk ingewijd
en het energieke bestuur heeft daarbij de voortvarendheid
ten top gedreven, door er een drogen, ja zelfs wat zonni-
gen middag voor uit te kiezen.
Ajax-stadion officieel geopend.
Wethouder dr. I. H. J. Vos knipt het lint door. Stroom
van sympathiebetuigingen.
De Amsterdamsche voetbalvereeniging Ajax beleefde
gisteren een gedenkwaardige dag; de nieuwe aanwinst,
het fraaie door architect Roodenburgh gebouwde stadion
werd in volle glorie geopend en bij deze opening heeft het
de hoofdstedelijke vereeniging niet aan sympathiebetui
gingen ontbroken.
(sJ
Ja, inderdaad, dat was een grote dag voor onze club. En niet
voor Rood-Wit alléén, ook voor Amsterdam, ook voor de vele
trouwe bezoekers, ook voor het Nederlandse voetbal.
Een echt feest was het!
Reeds vele jaren immers, we mogen wel zeggen al omstreeks
de jaren 1920-1925, hadden de bestuursleden plannen voor een
betere accommodatie. Het was ook al meerdere malen als punt
op de agenda van de Jaarvergadering voorgekomen. Maar bij
de officiële gemeentelijke instantie: Publieke Werken, had men
weliswaar niets tegen Ajax, integendeel, men vond ons sym
pathiek, had belangstelling voor onze resultaten, bewonderde de
organisatie, maar het resultaat van al die prettige besprekingen
was steeds hetzelfde: Negatief!
Tot in 1933 er eindelijk schot in kwam. Met de Gemeente
werd een overeenkomst getroffen betreffende de huur van het
Voorland-complex.
Sigarenmagazijn
Zoutsteeg 12 Tel. 31742 Amsterdam-C.
Voorverkoop: AJAX - Blauw-Wit
Olympisch Stadion
Op 21 December van hetzelfde jaar werden de plannen (een
A- en B-plan) in een speciaal bijeengeroepen Algemene Verga
dering aan de leden voorgelegd. Plan A werd goedgekeurd en
zo kon in April 1934 op een Zaterdagmiddag voorzitter Koolhaas
ter heistelling trekken (vergezeld door tientallen Ajacieden)
om aldaar het heiblok op het busje kruit te laten neersuizen en
met deze laatste klap op de éérste paal van de duizend, die ons
nieuwe huis zouden dragen, met recht te kunnen zeggen, dat
die „geheid zat".
Acht maanden duurde de bouwT. Circa twee honderd arbeiders
werkten er aan mede. Behalve de duizend palen in de grond,
werden ruim een millioen stenen verwerkt boven de grond.
9 December 1934. Reeds om elf uur 's morgens verzamelden
zich velen in en om het Stadion en was het in het restaurant,
de bestuurskamer, alsmede de prachtige benedenzaal een drukte
van belang. Er heerste vrolijkheid, er was dat gezellige geroeze
moes van allemaal prettig gestemde mensen en tussen dit alles
door stapten met gerechtvaardigde trots, bestuurs- en commis
sieleden en al die anderen die letterlijk en figuurlijk hun steen
tje hadden bijgedragen tot de bouw van dit grootse en toch
intieme stadion; de kroon op vele jaren van ijver, toewijding en
clubliefde.
Ontelbare bloemstukken, prachtige cadeaux, w.o. de gebrand
schilderde ramen als geschenk van de leden en donateurs
men raakte niet uitgekeken. En terwijl een lange rij van spre
kers woorden van lof en bewondering uitte voor hetgeen hier
aan de Middenweg tot stand was gebracht, begaf het Amster
damse publiek zich in grote getale voor het eerst op de tribunes,
zodat tegen het tijdstip van de officiële opening duizenden bin
nen onze muren aanwezig waren.
Het défilé van de zeventien Ajax-elftallen, voorafgegaan door
het muziekcorps van Verkade, werd een ware triomftocht, voor
al voor'de veteranen, vormende de beroemde Gouden Ploeg uit
de jaren 1918-1919 met o.a. Jan de Natris, Wim Gupffert, Frans
de Haan, Theo Brockmann, Jan Smit, Van Dordt, de Pelsers,
Hein Delsen, Frans Couton, Henk Hordijk en André de Kruyff.
„Ongetwijfeld", schreef het Handelsblad, „waren ze ietwat
van gestalte veranderd, maar de geest bleek dezelfde, hetgeen
vooral tot uiting kwam toen Joop Pelser een enthousiaste rede
hield en aan het slot ervan een grote foto overhandigde, waarop
het oude veld was afgebeeld, met er boven de foto's van de leden
van het beroemde team. En zeker niet geheel ten onrechte
zeide de voorzitter van Ajax, die alle sprekers prompt en goed
beantwoordde, dat de eigenlijke bouwers van het Stadion dit
elftal was geweest."
Daarop werd onder leiding van de eerste-elftalspeler Roeg
door de adspiranten het woord AJAX op het middenterrein ge
vormd, hetgeen luid applaus ontlokte aan de ruim 15.000 be
zoekers.
Volgen wij thans „De Telegraaf": „Nadat de heer Koolhaas
allen en in het bijzonder de heer Roodenburgh en zijn helpers,
had dank gebracht voor hun grooten arbeid, kwam dr. I. H. J.
Vos aan het woord als vertegenwoordiger van het gemeente
bestuur èn als trouw bezoeker van de Ajax-tribune. Wethouder
Vos noemde dezen 9en December een dag, die de bekroning was
van jarenlang stoeren arbeid in dienst van de voetbalsport en
hij sprak de hoop uit, dat Ajax zich nog menig jaar op de boven
ste sport van de ladder, die zij thans bereikt heeft, zou kunnen
handhaven.
Voordat de heer Vos het rood-witte lint aan het einde van de
eere-haag, door adspiranten gevormd, doorknipte, overhandig
de hij den heer Koolhaas de herinneringsmedaille van de stad
Amsterdam."
Van de wedstrijd tegen de ploeg van Stade Frangais, waarbij
Ajax met 51 zegevierde, zouden wij nog willen vermelden,
dat het Bob ten Have was, die het eerste doelpunt op het nieuwe
6