fgjgÈ^WEitfrBUD. VERfLAQEN P.S.V. - AJAX 1-1 M.V.V. - AJAX 3-6 8 Tegenover de wetenschap van een gevaarlijke tegenstander stond het vertrouwen in onze jongens en wij gingen dientenge volge tamelijk vroeg op pad in de vaste overtuiging dat aan- het-kortste-eindje-trekken voor ons niet zou zijn weggelegd. Na de goede oefen-campagne en de eerste wijze lessen van onze nieuwe trainer had zich van ons een zeker optimisme meester gemaakt, hetgeen zonder twijfel ook met de spelers het geval was. Vrijwel direct na het begin ontwikkelde zich een enerverende strijd in hoog tempo. Met goed uitgevoerde combinaties trokken wij ten aanval en of de lampjesmensen wilden of niet, zij moes ten het accent geleidelijk steeds meer naar de verdediging ver leggen. Het verschil in instructie, in vergelijking met een paar jaar geleden, kwam bij de insider scherp naar voren; destijds een krampachtig verdedigen een soort cup-voetbal en thans een ploeg, die niet alleen durfde aan te vallen, maar dat ook kón. Een aanval begint uiteindelijk niet in de voorhoede, maar komt uit de verdediging. Het positie kiezen was uitstekend verzorgd, de vrije ruimte werd goed gebruikt en in steeds hoger tempo werd de vrij dure tegenstander voor de rust in feite overklast. Het ging bij Philips allemaal stroever, waarbij in het bijzonder Wiersma er zonder meer hard tegen aan ging. Dat wij desondanks met de rust met 10 achterstonden, terwijl Philips het laatste kwartier zelfs met 10 man speelde, was een speling van het noodlot. Maar hoe veel wedstrijden wonnen wij in het verleden niet van een tech nisch betere tegenstander? Na de rust verscheen P.S.V. gelukkig weer compleet. De strijd ging nu weer gelijk op en van een technisch overwicht van één der partijen was geen sprake meer. Het spel werd rommeliger en harder, ondanks de zeer goede leiding van de heer Van Leeu wen. Bleijenberg kon bij het zeer chauvinistische publiek en de Joegoslavische trainer van Philips geen goed meer doen; het „faul"-geroep van deze laatste was niet van de lucht. Van de 10 overtredingen tussen Wiersma en Bleijenberg echter werden er, objectief gezien, zeker 7 8 door Wiersma begaan. Wij waren uiteindelijk blij met de door Henk Groot gescoorde gelijkmaker, in moeilijke positie ingeschoten uit een door Wim doorgekopte bal. Uiteraard volgens mij meer dan verdiend. Dat een ochtendblad met zulke uitstekende voetbalverslag gevers zelfs Guus van Ham als een gemene speler meende te moeten signaleren is in feite meer dan droevig en het verstan digst is te volstaan met een ophalen van de schouders en het fronsen van de wenkbrauwen. Dat Ko-tje Prins te veel over tredingen maakte moet zonder meer worden toegegeven; hij is daarover onderhouden. Waarom in bedoelde krant met geen woord gesproken werd over het grove spel van Wiersma en om welke reden niet vermeld werd dat Brusselers onze doelverdedi- ger in zijn gezicht trapte, zonder ook maar een moment naar hem om te zien, is een raadsel. Al met al was het echter een technisch goede, doch vrij stevige wedstrijd, die slechts af en toe over de „schreef" ging. Ik hoop dat nog vele dergelijke wedstrijden tegen Philips mogen plaats vinden. Medewerkers: Hogerman, v. Mourik, Anderiesen, Ouderland, v. Ham, Muller, Seelen, H. Groot, Bleijenberg, Prins en C. Groot. Dat wij met Vic Buckingham op de goede weg zijn lijkt mij een uitgemaakte zaak. Het engageren van een nieuwe trainer nam vrij veel tijd in beslag en steeds als gedacht werd: we heb ben hem, dan was de vogel weer gevlogen. En juist op het mo ment toen het kritiek begon te worden, kwamen wij, dank zij de medewerking van de secretaris-penningmeester van de Bond, de heer Lo Brunt, in contact met Buckingham op het bondsbu- reau van de F.A. te Londen. Alsnog onze dank, heer Brunt. St. Toen wij naar Maastricht gingen, waren in mij tegenstrijdige gevoelens. „Aan de ene kant", overwoog ik, „heeft M.V.V. door ziekte en blessures van enkele spelers een slechte start gehad. Ons elftal is m.i. sterker dan vorig jaar, in elk geval agressie ver en schotvaardiger (en wij wonnen tóen met 41)Doch aan de andere kant, men kent dit wel meer in de sport, kan een op papier zwakker elftal, en vooral tegen Ajax, naar een zodanige hoogte groeien, dat het een moeilijk te bespelen tegenstander wordt." Deze wedstrijd is er dan ook een geweest met vele wisselende kansen. M.V.V. startte in een zeer vlot tempo en onze achter hoede moest van meet af alle zeilen bijzetten om doelpunten te voorkomen. Buiten de lijnen kon men echter zien, dat voor ons het onheil van een tegengoal naderde en in de twaalfde minuut was het dan ook zover, toen de M.V.V.-middenvoor Bensky met een flitsend schot, via de onderkant van de lat, de bal achter Hoogerman deponeerde. De op dat moment niet verwachte ommekeer kwam zeer snel. Geen minuut later bracht Muller met een prachtig afstand schot in de bovenhoek de stand op gelijke voet. Drie minuten later was het zelfs 21 voor ons toen Henk Groot goed vrij liep en, uit een pass van Wim Bleijenberg, met een mooie omhaal de bal in het net joeg. Hierna ontwikkelde zich een meer gelijk opgaande strijd met M.V.V. gevaarlijker in de aanval. Vooral linksbuiten Bergholz en rechtsbinnen Hummels on derscheidden zich hierbij. Onze achterhoede moest hierdoor nogal wat hoekschoppen toestaan. Speciaal die, welke door de linksbuiten werden genomen, leverden, omdat het inswin gers waren, moeilijkheden op en aangezien Hoogerman in deze periode door een te korte terugspeelbal van Muller geblesseerd raakte en daardoor enigszins hinkend zijn doel moest verdedi gen, zag het er voor Ajax, ondanks de voorsprong, niet bijster rooskleurig uit. Onze achterhoede hield echter stand en toen wij het laatste gedeelte van de eerste helft meer in de aanval kwamen, waren wij het die de stand nog voor de rust wijzigden. Bij een aanval over rechts, wist Seelen de bal op de schoen van Bleijenberg te leggen, die dat ding ineens hard inschoot. Een 31-stand bij de rust. Laten wij eerlijk zeggen, het was méér dan ons op dat moment toekwam. Nauwelijks goed en wel gezeten om de tweede helft te aan schouwen, had Henk Groot zijn tweede en Ajax' vierde doel punt gefabriceerd. Wij zaten, wat je noemt, „op rozen". En zo dachten schijnbaar ook onze spelers. Zij gingen fraaiere combinaties maken en kwamen hierbij bij tijd-en-wijle tot goed voetbal. Maar ze begingen daarbij een onvergeeflijke fout. In plaats van door te drukken, verslapten zij langzamerhand, waardoor het tempo zakte. Ze gingen langer met de bal lopen en het was te zien, dat dit gevaar inhield. Toen Muller op een gegeven moment door treuzelen de bal kwijtraakte aan Bensky, liep deze door ons linker-verdedigings- blok, alsof dit er niet stond, gaf een pass aan Zondagh, die de bal met een boog over de geblesseerde Hoogerman heen in ons doel legde. Dadelijk hierop was het zelfs 34, toen Hum mels met een solo-ren en een uitstekend schot M.V.V.'s derde doelpunt scoorde. De wedstrijd leek voor ons verloren. Fel aangemoedigd door haar aanhangers toog M.V.V. ten aanval, maar onze achter hoede, wakker geschud door de twee voltreffers, liet zich niet meer verrassen. Cees Groot die met een zeldzaam hard schot van zijn linker voet de bal in de verste hoek van het M.V.V.-doel liet belanden, bracht de uiteindelijke ommekeer in de wedstrijd. Enkele minu ten later werd het zelfs 36 door Henk Groot, die hiermede de hattrick verrichtte. Ga zo door Henk! In de laatste 20 minuten gaven de Ajax-spelers niet nogmaals M.V.V. de gelegenheid terug te komen. Wel zij nog gememo reerd een schot van Prins tegen de onderkant lat en het ver vangen van Hoogerman door v. d. Weijde. De wedstrijd, welke door elkaar genomen niet op een tech nisch hoog peil stond, maar wel spectaculair was, eindigde dus in een voor ons nuttige 63 overwinning. Aan M.V.V. een ere-saluut, omdat zij onder deze moeilijke omstandigheden, n.l. veel invallers, zo uitstekend partij gaf. J. H. POTHARST.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1959 | | pagina 8