Jeugd
allerlei
13
Zondag 13 September j.l.: start van de Jeugdcompetitie 1959/
1960. Bij een temperatuur die voor voetbal zeker aan de té hoge
kant lag.
Maar de Ajax-teams trokken zich daar weinig van aan. Zij
huldigden de opvatting: „De eerste klap is een daalder waard".
Behoudens één gelijk spel werden het allemaal overwinningen.
En hoe! Hier, 260! (juniores A4), 210! (juniores B4). 't Zat
'm schijnbaar in die „4". En het waren dus terecht „klappen"
maar er was ook „geen klap aan"
De juniores Al zullen met ingang van 11 October a.s. weer
deelnemen aan de zgn. regionale competitie. Althans zullen
trachten daarbij te zijn.
We spraken hierover met secretaris Henk Smit. „Ja, die lan
delijke of regionale competitie voor A-juniores schijnt maar
niet normaal uitgezet te kunnen worden.
Was in de afgelopen jaren het stelsel van de voor-competitie
al onbevredigend, dit jaar kunnen wij wel zeggen: lijkt het
helemaal nergens op!
Een halve competitie van ca. 18 clubs onderverdeeld in 3
poules van 6 moet uitmaken welke drie clubs regionaal mogen
gaan spelen.
Drie Zondagen zijn hiervoor uitgetrokken, met als gevolg: 2
wedstrijden op één dag.
Tevens, en dat bevreemdt mij ten zeerste, was klaarblijkelijk
de mogelijkheid aanwezig, dat iedere vereniging hiervoor in
schreef. Dus voor iedere club de kans om zich te plaatsen; of
het betreffende elftal hiervoor geschikt is of niet.
Hoewel wij zeer prettige relaties met N.F.C. onderhouden,
lijkt het mij toch bepaald onjuist dat onze Amstelveense vrien
den in de gelegenheid worden gesteld voor die regionale com
petitie in te schrijven. Want om met 11 man te proberen de
tegenpartij het scoren te beletten, mag, als dit enigszins lukt,
uit verenigingsoogpunt eervol zijn, maar dit zal toch nooit de
bedoeling zijn geweest van de „uitvinder" dezer selectiewed
strijden. Ik neem nu N.F.C. als voorbeeld, omdat ik getuige was
van de ontmoeting tegen onze „Al", maar ik mag aannemen,
dat ook in de andere afdelingen dergelijke gevallen zich heb
ben voorgedaan."
Inderdaad lijkt ons de regeling van thans onbevredigend en
zeker niet bevorderlijk voor het betere voetbal. Ook van de zijde
van andere verenigingen hebben wij vernomen, dat men weinig
instemt met de huidige gang van zaken. Laat ons hopen dat
men door het inwinnen van adviezen c.q. het plegen van meer
overleg met jeugdcommissies e.a. het volgende jaar tot een
betere oplossing komt.
Maar de heer Smit had nóg wat op zijn hart. Hier is hij
„Over het vertoonde spel van de juniores Al kunnen wij,
als jeugdcommissie, niet erg enthousiast zijn.
Er werd in een véél te laag tempo gespeeld en goede combi
naties resp. individuele acties waren zo schaars, dat vooral de
wedstrijd tegen N.F.C. als dik onvoldoende moet worden ge
kenmerkt.
Tegen T.O.G. ging het iets beter, hoewel men toch maar
sporadisch goede momenten zag. Wij zullen maar hopen, dat
zij binnenkort de juiste vorm te pakken krijgen en dat de goede
indruk die wij speciaal het vorige jaar in Utrecht en in Noord-
Holland hebben gemaakt, gehandhaafd zal worden. Jullie, A-
juniores 1 zult daarvoor moeten zorgen!
Een paar wenken:
1. Bezoek steeds de trainingsavonden en volg nauwgezet de
lessen van de heren Buckingham, Veen en Nauta.
2. Volg de adviezen van jullie leiders stipt op, want zij hebben
werkelijk „iets" meer ervaring dan jullie.
3. Leer zelfdiscipline! Beheers je steeds! Niet alleen in de wed
strijd, maar ook speciaalop Zaterdagavond, door je niet
over te geven aan fuifjes, danspartijtjes e.d. vaak tot ver
na het middernachtelijk uur. Ze gaan beslist niet samen met
de sport èn er is later nog zoveel tijd voor
4. Kom steeds ruimschoots vóór de aanvangstijd op het veld
(20 30 minuten) zodat je in alle rust je voorbereidingen
voor de wedstrijd kunt treffen.
5. Slecht gehumeurde mensen zijn lastig voor zichzelf maar ook
voor hun omgeving. Eén slecht gehumeurde speler kan het
plezier van 10 andere mede-spelers, de leider, de tegenpartij
en de scheidsrechter totaal vergallen! Dus opgewekt! Zit er
iets dwars, kom er dan direct mee voor de dag. Bij de jeugd
commissie is men altijd tot een gesprek bereid."
Mogen wij, wat de training door de heer Nauta betreft, er de
(gelukkig) enkelingen, die na 5 minuten onder zijn bekwame
leiding bezig zijnde, reeds zuchten en opmerkingen maken die
beslist niet juist zijn (en niet van beleefdheid getuigen), er op
wijzen, dat deze oefeningen uitermate nuttig zijn en dienen om
je lichaam in een conditie te brengen waardoor het mogelijk is
straks aan de eisen van de voetbaltrainer (s) te voldoen. Snel
heid, lichaamsbeheersing enz. enz.
Wanneer door bedoelde spelers deze zeer gevarieerde trai
ning met ernst wordt gevolgd kan zij hen slechts tot nut zijn.
Er wordt veel, maar beslist niet té veel, gelopen. Dit is ook zeer
nodig. Als men soms ook bij hogere elftallen ziet hoe slecht er
gelopen wordt, kan je als sportbeoefenaar slechts dankbaar
zijn dat aan dit belangrijke onderdeel goede aandacht gegeven
wordt. Bovendien verhoogt het je „ausdauer".
Als wij thans overgaan tot de resultaten:
Juniores Al. De eerste twee wedstrijden, die tegen Water
graafsmeer en Aalsmeer (twee op één Zondag dus) werden
beide gewonnen. Hierover schrijft de heer Wolterink:
„De wedstrijd tegen Watergraafsmeer werd met 40 ge
wonnen. In de eerste helft, met wind mee, gingen onze jongens,
onder aanvoering van Bob Rozendaal, direct op het Water-
graafsmeer-doel af, doch het zou toch nog 15 minuten duren
voordat zij het eerste doelpunt konden scoren. Met de rust was
de stand al 30, door Piet Keyzer en P. Voogt. Na de thee
namen zij het echter veel te gemakkelijk op, zodat de eindstand
niet hoger kwam dan 40 (door Eg Koghee).
Elftal: Slager, Konings, Post (Veen), Rozendaal, v. Mazijk,
Martens, Koghee, Te Slaa, Voogt, Keyzer, Yanse.
De tweede wedstrijd tegen Aalsmeer begon niet overweldi
gend. Aalsmeer, gesteund door de wind, kon het het eerste
kwartier nog gelijk doen opgaan. Toen echter begon de doel-
punten-machine te draaien en liep de score snel op naar 70
(ruststand 20).
Toch zou ik de jongens willen adviseren de bal sneller af te
geven, mede ter verhoging van het tempo. Bovendien het spel
wordt met zijn „elven" gespeeld. Bij té lang met de bal te lopen,
teveel „show" etc. heeft men kans op blessures. Een achterstand
kan bij stug verdedigen der tegenpartij moeilijkheden geven en
zelfzuchtig spel wekt een stugge verdediging in de hand. Voor
beelden. We kennen Blauw-Wit! Toch twee nederlagen, beide
10! We kennen D.W.S.-A.! Een nederlaag en een gelijk spel.
Laat dit voor ons een waarschuwing zijn. Wie zich aan een
ander spiegelt
Bedankt, heer Wolterink. Zo is het inderdaad!
De tweede Zondag bracht weer twee overwinningen: tegen
N.F.C. werd het 20, tegen T.O.G. 50.
Op zichzelf goede resultaten dus,maar de manier waaróp
enfin, zie hierboven. Genoeg erover.
De juniores A2 zagen de vastgestelde wedstrijd tegen de
Spartaan (uit) niet doorgaan en waar de Zondag daarop geen
ontmoeting was vastgesteld, kunnen wij u van dit elftal nog
niets vertellen.
Juniores A3. Als J.C.-lid i.b.d. trokken we met deze ploeg
naar Weesp, voor een match tegen Rapiditas Al.
Het in de kleedkamer gegeven advies van (altijd maar weer)
niet pingelen en afgeven, werd vanaf de aftrap toegepast,
bracht (natuurlijk) tempo in ons spel en binnen 5 minuten
schoot Wiebus al onhoudbaar in. „Zo, genoeg", dachten onze
binnenspelers en het werd een eindeloos gepingel en getreuzel
(„Dokter", „Dokter"). De mooiste kansen werden gemist. In
tussen zat Rapiditas ook niet stil en ware onze verdediging
niet zo op dreef geweest, het had er beslist niet best uitgezien.
Pas na de rust slaagde rechtsbuiten Boszhard er in de voor
sprong te vergroten, waarna in een periode van enige verslap
ping onzerzijds binnen enkele minuten de stand gelijk was.
We zagen het somber in. Je weet hoe dat dan tegen zulke elf
tallen als Rapiditas gaat: bij hen lukt alles, ze snijden er enthou
siast doorheen, bij jou lukt niets meer je gaat er aan!