6
AJAX—SPARTA 1—1.
Deze op 11 Januari vastgestelde wedstrijd werd wegens de
slechte toestand van het terrein eerst op 25 januari gespeeld.
Gedurende deze twee weken vormden zich onder leden en
supporters verschillende meningen. Een aantal leden was bang,
dat de gang uit ons elftal zou zijn en vond veertien dagen rust
te lang om in de wedstrijdsfeer te blijven en een andere cate
gorie, meende dat, een paar weken rust, na diverse zware wed
strijden, mooi op tijd kwam. De vraag, wiens mening de juiste
was, bleef naar mijn idee, evenals het wedstrijdresultaat, onbe
slist.
Buiten een korte beginperiode, dat het initiatief aan onze
zijde was, deelde Sparta de lakens uit. Het elftal leek mij fitter.
De middenlinie nam steeds bezit van de bal, maar dank zij onze
verdediging bleven doelpunten en kansen om goals te maken
lange tijd uit. Voor de goed verdedigende Muller was het wel
sneu, dat een slecht geplaatste bal (voor Bleyenberg bestemd)
gemakkelijk in het bezit kwam van de rechtsback van Sparta.
Er werd direct een aanval opgebouwd en middels een wat
rommelig doelpunt namen de Rotterdammers de leiding.
Kans om bij de rust nog in gelijke positie te komen deed zich
slechts eenmaal voor.
Het voornaamste punt voor ons elftal om nog met winst uit
de bus te kunnen komen, draaide om een betere vorm van onze
voorhoede, waarin alleen Bleyenberg gevaarlijk was.
Die benodigde betere vorm kwam er inderdaad, maar jam
mer genoeg van korte duur, echter net voldoende om gelijk
te maken met een doelpunt, dat veel applaus op de tribunes
teweeg bracht en waarbij Fransz en Bleyenberg de hoofdrollen
vervulden. Na niet al te lange tijd nam Sparta het initiatief
weer over. Linksbuiten Bosselaar draafde van Mourik enige
malen voorbij om daarna in de fout van zijn stadgenoot Moulijn
te vervallen, n.l. nog eens de back te willen passeren en te
vergeten, de bal voor het doel te plaatsen.
Deze voorhoede bleef beneden de maat, kreeg nog twee
kansen, die niet benut werden en hoewel Sparta tot het einde
domineerde, zat er buiten het keiharde schot van Verhoeven,
dat Hogerman tegen de paal hoorde dreunen, weinig gevaar
voor ons in. In de beide kanthalfs, Koning en Verhoeven, bezit
Sparta prima spelers, soms wat hard, maar een geweldige
steun voor de voorhoede.
Sparta mag in veler ogen geen kampioensploeg zijn, maar
met 20 gespeelde wedstrijden, 29 punten en een doelgemiddelde
van 4719 (nog geen doelpunt per wedstrijd tegen) maken
de Rotterdammers m.i. een zeer serieuze kans.
Gezien deze cijfers is onze prestatie zeer zeker niet slecht
te noemen. En het resultaat mede door de betere kansen
die wij voor een doelpunt hadden niet onverdiend.
Doelman Hogerman, nerveus gestart, maakte daarna een
zeer betrouwbare indruk.
C. E. DE V.
Wim Bleyenberg in duel
FORTUNA '54—AJAX 3—1.
De wedstrijd in Geleen, tegen Fortuna '54, heeft ons niet dat
gebracht, wat wij ons hiervan hadden voorgesteld. Qua spel
en qua uitslag niet.
Wat het eerste betreft, was dit niet zo verwonderlijk, daar
het terrein (grond keihard met zacht bovenlaagje) zeer moeilijk
te bespelen was. De spelers konden niet goed manoeuvreren en
een slecht aangegeven bal niet onder controle krijgen. Het frap
peerde mij, dat de twee zwaarste spelers van het veld, t.w.
Angenent en Appel, het beste uit de voeten konden komen.
Trouwens, de spelers van Fortuna '54 pasten zich in het alge
meen beter aan de terreinsomstandigheden aan dan de onzen
en dit resulteerde dan ook in de eerste helft tot een duidelijk
overwicht van onze tegenstanders.
Al dadelijk maakten zij het onze achterhoede moeilijk, wat
na 19 minuten tot uitdrukking werd gebracht door een hard
schot van Appel, dat voor onze keeper onhoudbaar was (10).
Na 25 minuten kon een aanval van Fortuna's rechtervleugel
niet onderbroken worden, doordat Ouderland uitgleed. De voor
zet, die volgde, kon net niet door Hoogerman worden onder
schept, waardoor Angenent, hoewel zwaar gehinderd door één
onzer spelers, met een kopbal de stand op 20 bracht.
Het spel ging hierna wat meer gelijk op, met Fortuna '54 iets
gevaarlijker.
Toch hadden wij met de rust niet tegen een 20 achterstand
behoeven aan te kijken, indien Fransz de prachtige kans, welke
Bleyenberg hem na 30 minuten spelen presenteerde, beheerster
had afgewerkt; nu mislukte zijn schot helaas.
Na de thee pakten onze spelers direct energiek aan en zij
wisten Fortuna thans op hun beurt onder druk te zetten. Na
vijf minuten konden wij een corner nemen en de naar voren ge
komen Anderiessen wist uit de hierdoor ontstane scrimmage
de bal in het doel te werken (21).
Nu leek alles weer mogelijk, temeer daar wij behoorlijk in de
aanval bleven en enige kansen wisten te scheppen. En toen
v. d. Kuil in de 15e minuut een prachtkans kreeg, dacht iedere
Ajacied, dat de gelijkmaker geboren zou worden. Piet's schot
was dit keer echter niet flitsend genoeg en de keeper kon de
bal uit de bovenhoek houden.
Hoe meer de wedstrijd vorderde, hoe meer de gedachte aan
een overwinning of zelfs gelijkspel uit ons wegebde. Heel duide
lijk kwam nu de fout in ons spel, die ook reeds in vorige wed-