Restaurant «De Kuil»
IJsmemoires
Voor een goed diner
of belegd broodje
Rembrandtsplein 7
Spel-verruwing
19
Vroeger, o daar beginnen ze weer met hun vroeger, zeggen
de jeugdeïingen, maar van vroeger zijn er ook zo vele prettige
feiten van onze vriendenkring in clubverband te herdenken.
Zo heb ik het al eens over onze zomerse pretjes als zeil- en
boottochten gehad, waarbij ik toen vergat onze roemrijke
athletiekafdeling, onder leiding van Frans Couton, aan te
halen (waarvan nog menige prijs in onze medaillekast). De
meeste waren echter persoonlijke prijzen, waarvan Frans wel
natuurlijk, als voorbeeldgever, de meeste inpikte, als ik mij
niet vergis3 was hij matador op de 400 meter. En dan nog
zwemmen met onderlinge wedstrijden onder leiding van Arie
de Wit. Maar laat ik terugkeren naar mijn ijsmemoires. Nu
op 10 Februari 1959, midden in een ijsperiode en reeds enige
weken zonder voetjebal, gaan mijn gedachten weer een geheel
andere kant uit, n.l. naar onze vroegere (alweer) ijspretjes.
Allereerst gaan mijn gedachten dan terug naar ik meen
1937l'38, de jaartallen uit mijn blote hoofd herinner ik mij niet
zo juist, toen op initiatief van Marius Koolhaas onze beide
voorvelden onder water werden gezet en een pracht van een
ijsbaan ontstond, 's avonds verlicht. De leden hadden vrije toe
gang, maar ook het publiek kon daar tegen betaling van profi
teren. Er werd ontzettend veel gebruik van gemaakt en zo
met de radio aan was het een gezellige boel. Met de onkosten
zijn we, naar ik meen, wat men noemt, zo kiele kiele uitge
komen. Hiervan bestaat nog een prachtfoto, welke de gehele
baan laat zien. Hopelijk zal de redactie van ons clubblad, bij
het 25-jarig bestaan van ons stadion, in December a.s., deze
en meerdere van dergelijke foto's nog eens uit de doeken doen.
Dan bijvoorbeeld huurden wij een geheel buiten af, dat was
eertijds bezit van een of andere bankier, maar later een thee
tuin. Het lag even buiten Diemen, waar nu de z.g. Merwede-
brug ligt. Daar werden dan onderlinge wedstrijden gehouden
om prijzen op verschillende afstanden. Zelfs slierten van elf
tallen tegen elkaar. Een prijsje heb ik echter nooit kunnen
wegpikken, want ook op schaatsgebied heeft Ajax verschil
lende keien gehad (misschien nog?). Een paar namen: Buy en,
eens kampioen van Nederland, Karei ter Horst SrPawny
Bill, elfstedentochter. Een ander jaar huurden wij de wed-
strijdbaan van de Amsterdamse IJsclub af en daar werd toen
een wedstrijd AjaxA.F.C. gehouden. Ook daar wedstrijden
op verschillende afstanden. Wij wonnen er enkele, maar ver
loren er meer} zodat A.F.C. met de prijs ging strijken. Maar
last not least herinner ik mij onze Molentocht. Dat was een
tocht, die begon in Zaandam en over het Alkmaardermeer,
langs andere weg, weer terug naar Zaandam. Reeds Zondag
morgen om 9 uur stonden, ik meen, zo'n kleine 40 Ajacieden,
waaronder ook een paar dames, klaar om te starten. We moes
ten, als ik het wel heb, 11 molens langs en ons bij verschillende
controleposten melden. Onder weg zo hier en daar bij koek
en zopie wat innemen, af en toe over dijk en weg klimmen,
maar ten slotte kwamen wij toch allen weer in Zaandam
terecht en konden daar onze zilveren molen aan rood-wit
lintje (nog in mijn bezit) in ontvangst nemen, met achterop de
inscriptie „Zaansche V.V.V. Molentocht 50 km per schaats
14-1-40".
Deze memoires uit 20 a 25 jaar geleden schreef ik, zoals
gezegd, uit mijn blote hoofd, zodat hier of daar een vergissing
mogelijk is, waarvoor bij voorbaat excuses.
Zie zo jongelui, hier weer een verhaaltje van „vroeger". Laat
je dat toch niet aanleunen, dat kletsen van die ouderen over
vroeger, maar zeg dan „dat kunnen wij toch ook". En dan zeg
ik: niet dreigen, maar doen. Waar blijven de initiatiefnemers?
Er zijn zoveel mogelijkheden, als genoemd zeilen, boottochten,
zwemmen, athletiek, en 's winters schaatsenrijden, alles met
onderlinge wedstrijden, en in zo'n grote club als Ajax moeten
toch op elk gebied specialisten zijn. Neem het initiatief, spreek
met het bestuur, waarvan ik zeker weet, dat ge een willig
oor zult vinden, maar doe iets om de gezelligheid weer op te
voeren. De ouderen doen ook wel weer mee, of moeten die
ouderen maar in het koor meezingen: „die jeugd van tegen
woordig
TJEDEM.
Salades, Groquetten enz.
Het aantal strafzaken in de Afdeling Amsterdam neemt op
onrustbarende wijze toe; enkele cijfers spreken in dit opzicht
duidelijke taal.
In het seizoen 1957/'58 bedroeg het totaalaantal strafzaken
386; tot en met Zondag 7 December (de laatste speeldag vóór
de langdurige onderbreking) werden door ons bureau reeds
296 strafzaken genoteerd, hetgeen een gemiddelde van 23 straf
zaken per week-einde betekent. Gevreesd moet aldus worden,
dat het recordcijfer van het vorige seizoen dit jaar aanzienlijk
zal worden overschreden.
Is het wonder, dat het Bestuur der Afdeling Amsterdam zich
met bezorgdheid afvraagt: ,,Waar gaat dat heen?" en ligt niet
evenzeer de conclusie voor de hand: „Zo mag het niet voort
gaan!"
Het koestert evenwel de hoop, dat een dringend appèl op
de bestuursleden der clubs en op de spelers zal kunnen leiden tot
een gezondere toestand. Laat men toch immer bedenken, dat
het spel gespeeld dient te worden in sportieve sfeer en met ge
past respect voor scheidsrechter en tegenstander. Slechts dan
zal men aan het spel het genoegen beleven, dat een ieder hier
van verwacht.
Op de clubbesturen wordt een ernstig beroep gedaan er nauw
lettend op toe te zien, dat de spelers hunner elftallen de be
grippen van sportief fatsoen niet overschrijden en de elementen,
die blijk geven van een verkeerde mentaliteit, van de velden te
weren.
Mocht dit appèl onverhoopt niet tot het beoogde resultaat
leiden zich uitende in een belangrijke vermindering van het
aantal strafzaken dan zal het bestuur der afdeling niet
schromen over te gaan tot het nemen van zo streng mogelijke
maatregelen. Het mag immers niet toestaan, dat ons mooie
spel ontaardt in een onsportief gedoe, dat met het begrip
„Sport" weinig of niets uitstaande heeft!
Bestuur K.N.V.B. Afdeling Amsterdam, J. TIMMAN,
secretaris.
Jubileum
Onze donateur M. v. d. Pol, vader van het commissielid Harry
v. d. Pol, hoopt 6 Maart 1959 bij het Gemeente Energiebedrijf
zijn 40-jarig ambtsjubileum te vieren.
Onze hartelijke gelukwensen!
Joe Smit, Canada, schrijft ons:
Het is mij een groot genoegen u allen, langs deze weg, te be
danken voor de vriendelijkheid en hartelijkheid, waarmede u
mij hebt ontvangen tijdens mijn verblijf in Nederland. De drie
weken, die ik te midden van mijn Ajax-vrienden heb mogen
doorbrengen, hebben mijn mening versterkt, dat door het „be
taalde voetbal" de vriendschap en de clubgeest bij „Ajax" niet
verloren is gegaan. Ik hoop dan ook, dat het „Ajax" voor de
wind zal blijven gaan en gezien de geest in de club, twijfel ik
daar geen moment aan. Als het ons gegeven is, hoop ik u allen
over vijf jaren in de beste gezondheid weer te ontmoeten. Leef
gelukkig en veel succes.
Uw oude vriend, JOE SMIT,
Postbox 668,
Cranbrook (B.C.),
Canada.