Dorp op de Veluwe Ouwejaarsavond. 31 December 1958. ~T|e klok heit twaalve! U Het bos-silhouet rond onze kluize op de hei staat vlamrood, met flitsen van blauwelichtkogels, die met knallen en donder uiteenrijten. Van over de stille beuken gonst lawaai als een wilde kaka- fonie. De klok heit twaalve! Komt, heffen we het glas! Veel heil en zegen! Waarna de kussen en de omhelzingen Mooi Dat is dan weer gebeurd, mannebroeders. Een nieuw jaar, een nieuwe waslijst van taken, nieuwe zorgen en frisse strijd. Ook op het groene graslaken. We kunnen vooruit. De grote bonzen van ons Rood-en-Wit met James aan de kop kun nen de boog van hun wijsheid en duldzaamheid weer spannen. Voor Mr. Brown himself „de spe ciale" wensen voor een enorm gezellig draaiboek in de vorm van clubblad-opstellen van de boven ste plank. En voor de „elf", DE elf (met remplaganten) de taak, DE taak zonder beschadigingen, moreel en physiek, te stijgen tot een plaats op de ere-lijst die ons Ajacieden uit hoofde van traditie en his torie toekomt. Dat was het. Gaat u maar weer zitten. 'n Gezellige babbel bij een glaasje punch en een vaderlandse oliebol kan er nog wel bij. Voetbal toto, daarover begint de opwinding nu eerst recht, wanneer op 13 Januari a.s. de grote „scriba" van de K.N.V.B. op het matje moet komen en (waar schijnlijk) met nul op het request kantoorwaarts moet tijgen? Wie weet? De politieke einder ziet roetzwart van onzekerheid en de anti's zijn bijbel vast. Ieder zijn eer en overtuiging. Afwachten. Overigens bevreemdt het me, dat met zulk een élite van voetbalbollebozen, die we in Ajax heb ben, er als maar geen tonnetje in onze rood-witte gelederen nederdaaltof doen die knappaards niet mee? Wat ons schamele proberen betreft, het is zeer diep mis. Nu behoren we tot die klasse van aardse stervelingen, welke nooit enige kans hebben in hazard, zelfs al zouden we het kleine teentje van Fortuna kussenniks. Voor ons de sof met elf punten als uitzonderlijke top-prestatie. Maar van geleerde en uitgekookte voetbalkunstenaars en kenners van het woestbruine „geval" als waar van onze vereniging bij wijze van spreken over loopt staan we wel een beetje te kijken! Voor jullie moet dat een peuledraadje zijn om raak te kruisen. Enfin, misschien stelt 1959 ons in het ge lijk een ton of zo voor een Ajacied. Mocht het gelukken, Mr. Brown heeft ons adreswe hou den wel van een pretje! En nu mogen we tot besluit van dit Ouwejaars- avond-vlókkie toch zeker wel een wens doen? Wat dacht je? Ajax toch nog kampioen dit jaar? Neen, hoe lief Ajax ons ook is, zo gek zijn we niet om ons dat wijs te maken. We rekenen op de vijfde of vierde plaats. Bescheidenheid is een grote deugd van me. Neen, ik heb iets anders: Het gaat om de Nederlandse Televisie Stichting. We zouden elke Maandagavond in het (toch zo bij uitstek prijzenswaardig samengestelde) jour naal één fragment willen zien uit de top-wedstrijd die de Zondag daaraan voorafgaand, is gespeeld? Tienduizenden voetballiefhebbers in de provin cie, die zelden of nooit de ereklasse-wedstrijden te zien krijgen, zouden de NTS daarvoor héél dank baar zijn. Mr. Brown, wil je dit verzoek overbrengen? En nu: Voorwaarts in 1959. Zingen we tezamen het refrein van ons clublied: heil Ajax, heilenz. VLOKKIE. Derby! 4 Januari 1959 D.W.S.-A.Ajax 1—2. Deez' morgen! Een roetzwarte hemel waaruit blanke vlokken neer dwarrelen! Knopen tellen dus gaan, niet gaan Raak! We gaan! Door de sneeuw-bepoeierde dreven dreunde de trein naar het Westen, want we rekenden op de weten schappelijk gedraineerde kom van Bessem. We kregen gelijk! In Mokum geen spoor van het witte laken, waarmede onze Veluwe zich deez' dag had getooid. En in het Olympisch Stadion geleek het veld een juweel van groen mos. Okay! Tot zover alles in orde. We waren laat en kwamen ergens hoog op de tribune, ver af van de broeders en zusters van eigen kleur en gading, op onze zit. Verloren en eenzaam maar vol goede stemming, want gezellig druk en propvol om ons heen ging het geroezemoes van de legioenen van blauwzwarte schaaphoeders en roodwitte volgelingen, in 'n grijpbare spanning wat we zouden beleven. Wat ons betreft, we zijn altijd gewend, dat Ajax in deze heilige tempel van Olympische grootheid haar beste vorm buiten de poorten laatwaarom is ons niet duidelijk. We hadden er dus op gerekend, dat we niet zouden behoeven te gillen van verbazing over het won dere prestatie-vermogen van onze ploeg, maar zaten rustig te zitten. En we kregen weer gelijk! Het systeem van ver vooruitgeschoven aanvals- speer en achterblijvende halflinie bracht naar onze zin wel wat veel gevaar en weinig effect, maar met de wel zeer gerede fluit voor offside van Bronkhorst liep het met talrijke sissers af. Toen kwam het eerste dramatische gebeuren en Pedrito van der Kuil weet wat we bedoelen. Nu hadden jullie die zwarte schaapherders en -hoedsters eens moeten zien gnuiven. Dat was heerlijk! En wij maar stil zitten! Tot de rust geen opwinding meer. Trouwens was dit nou een derby-sfeer? We heb ben vroeger(o jé, daar heb je hem weer met zijn „vroeger"!) we hebben vroeger bij Blauw Wit Ajax een héél legioen tegen een héél legioen horen loeien en toeteren, terwijl bellen rinkelden en vlaggen fel ópkleurdenhet schuimde dan van enthousiasme en de spaanders van het heen- en-weer-hakken met het bijltje van clubvoorkeur of afkeur vlogen er af We dachten, dat het toch nog zou komen dit typische opwindende meeleven met de strijd bin nen de lijnen na de thee met oliebollen (nog veel

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1959 | | pagina 6