Van het 4e elftal J, H. VERBURGT 18 Goed nieuws van ,,Het Vierde". Tot nog toe het enige ongesla gen seniores-elftal. Achtereenvolgens werden V.S.V. 3 met 10 en H.V.C. 3 met 30 aan onze zegekar gebonden, maar dit was slechts klein werk. In deze wedstrijden pasten onze tegenstan ders met succes de buitenspelval toe, hetgeen de scores beperkte tot slechts enkele doelpunten. Toen kwam op 9 November de match tegen onze aloude rivaal Blauw Wit 4, wederom een concurrent voor de bovenste plaats. Dankzij een voortreffelijke lichamelijke en mentale voorberei ding konden wij de Stadionbewoners met vertrouwen tegemoet treden. De lichamelijke training lag in vertrouwde handen van de heren Jelles en Van Veen, onze mentale voorbereiding ge schiedde op Zaterdagavond in Huize Van Veen, waar ons door onze trainer en zijn vrouw via thee, koffie, chocolaatjes en wat voetbaltheorie, de juiste mentaliteit werd ingegoten. Kortom het was een gezellige avond, waarvoor van hieruit nogmaals onze dank. Deze avond werd aangekondigd met een verrassend goed uitgevallen gestencilde convocatie, waarmede E.C.-lid Kraan veel eer inlegde. Over de wedstrijd zelf niets dan goeds. Een hartverwarmend enthousiast, en over alle linies hard werkend Ajax-elftal, over klaste langzamerhand een toch zeer sterk gestartte Blauw Wit- ploeg, en dat doelpunten niet konden uitblijven, lag voor de hand. Wim Meeuwsen opende de score met een eenvoudige voet beweging, nadat een door de keeper half afgeweerd schot van Rob Dukker de bal voor zijn voeten bracht. Hans Dukker verrichtte daarna de hattrick, hetgeen ons voor de rust reeds op rozen bracht. Vooral zijn tweede goal was zeer fraai. Bij een afgeslagen corner op ons doel, werd de bal voor de voeten van onze ver teruggekomen middenvoor gekopt, die de bal even opbracht en een lange pass gaf aan de op volle snelheid liggende Hans, die even listig een tegenstander omspeelde en daarna een enorme dreun gaf, die pas in de bovenhoek tot rust kwam. Na de rust werd de voorsprong regelmatig opgevoerd tot 80, weer door Hans Dukker, tweemaal Wim Meeuwsen en spil Dollée, die door een lichte blessure even de linksbuiten plaats moest bezetten. Dat onze achterhoede de wensen van de Blauw-Witters tot het redden van de eer niet kon inwilligen, lag niet aan de Blauw Wit-aanvallers, die probeerden genoeg, maar aan onze backs De Wit en Pelser, spil Dollée en keeper Wenteler. Onze half- spelers, Kick Geelhuizen en Verhoeven, waren onvermoeibaar en zetten steeds weer onze zeer goed spelende vleugelspelers, Starreveld en Meeuwsen, aan het werk. Freek Moinat schakelde als binnenspeler voortreffelijk en uit zijn passes werden dan ook twee fraaie goals gemaakt. Het was een wedstrijd waar we met plezier aan terugdenken. De Zondag daaropvolgend, 16 November, was D.W.S.-A. 3 onze tegenstander en dat dit geen gemakkelijke partij zou zijn stond reeds bij voorbaat vast. Ook in deze wedstrijd toonde onze achterhoede haar klasse en werd wederom geen enkele maal gepasseerd. Onze voorhoede echter fabriceerde vier enorm bit tere pillen voor de D.W.S.-A. achterhoede. Fabrikanten van deze producten waren resp. Rob Dukker, Hans Dukker, Wim Meeuw sen en Freek Moinat. Wim Starreveld bracht met fraaie voor zetten de orders binnen. Kortom ons elftal draaide weer op volle toeren, maar kon door de straffe dekking der D.W.S.-A.- verdediging niet tot het fraaie spel van de week tevoren komen. Onze tegenstanders combineerden zeer goed, zo goed, dat zij bleven combineren tot in het oneindige, waardoor onze ver dedigers steeds weer konden ingrijpen. Volgens de heer Bruyne- steyn hadden ze tot 's avonds 10 uur door kunnen gaan, dan hadden ze nog geen goal gemaakt. (Eén van z'n wereldvermaar de uitspraken!) De scheidsrechter wilde dat echter niet af wachten en floot op tijd af. Tenslotte nog dit, nu de verlichting op de bijvelden zo schit terend is verbeterd, wilde ik het bestuur verzoeken, opnieuw aandacht te besteden aan het plaatsen van ballenvangers achter de doelen. (Staat op de agenda. Red.) De tijd, die wordt ver knoeid met het nalopen en uit de sloot vissen van ballen, kan vooral op de trainingsavonden beter besteed worden en dan wordt misschien voorkomen, dat de scheidsrechter herhaalde malen de aanvoerder moet verzoeken te zorgen voor voldoende ballen. CANARD. 18 11 1908 18—11 1958 Ik ben even binnengewipt bij Ko Verburgt in de Pieter Pauw straat en vond daar iemand tegenover mij, die zelf al deed uitkomen dat het geen verdienste was om vijftig jaar lid van een vereniging te blijven, doch toonde ontzettend blij te zijn na enkele ziektegevallen de kans te hebben om zijn vijftigjarig lidmaatschap vol te kunnen maken. Als zestienjarige, na alleen nog maar op straat een balletje geschopt te hebben, trad hij toe tot onze vereniging, om daar op de backplaats in het vierde elftal zijn entree te maken. Na twee jaar, waarin hij met Simon Tump en Fons Pelser af en toe speelde, volgde promotie naar het derde en van diegenen die nog lid van onze club zijn, noemde hij Levy. Er was een uitbreiding tot zes elftallen gekomen en zijn periode in het derde duurde één seizoen. Het zou tevens zijn laatste seizoen worden, want de sensationeelste dag van zijn leven maakte een einde aan zijn carrière als voetballer. Met een aanschrijving voor het tweede elftal op zak, ont moette hij enkele grote jongens van het eerste, die in Rotterdam tegen Sparta moesten spelen. Twee van deze knapen hadden net het heuglijke nieuws vernomen van het vaderschap van Toon Kooy en bezorgd als zij waren dat Kooy waarschijnlijk verstek moest laten gaan, animeerden zij mijn gastheer om in ieder ge val mee te gaan. Vlak voor de vertrektijd van de trein kwam Kooy toch en Verburgt kon het station aan de buitenkant gaan bekijken. Jan Pelser, seer. E.C., had een ander klusje voor hem op te knappen. Hij animeerde hem om met het derde elftal tegen A.W.A. mee te spelen. Van een eventuele glorieuze dag in Rotterdam werd het echter een zeer trieste dag in Mokum, die achteraf tevens het einde betekende van zijn korte voetballoopbaan op 20-jarige leeftijd. Na een kwartier spelen, deed een der spelers van de tegen partij een sprong naar de bal, maar kwam ongelukkigerwijze op het been van onze aanstaande jubilaris terecht met als resul taat: gebroken scheen- en kuitbeen. Een maandenlang wachten op genezing ontnam hem alle lust en moed om nog eens te beginnen. In zijn verdere verenigings jaren bleef hij aan de buitenkant, maar wanneer er een beroep op deze Joviale Humane Verenigingsman werd gedaan, kon men op hem rekenen. Contrólewerk op ons oude terrein en ruimte maken op plekken waar inschuiven of doorlopen geboden was, slaagde, mede door zijn imponerende figuur, altijd. Zijn verdere activiteit bestond in het enkele malen zitting nemen in het comité van de bordjesclub. Het mooiste moment in zijn verenigingsleven blijft voor hem: het behaalde kampioenschap van Nederland in Tilburg tegen Willem II. Ko, namens de clubbladcommissie proficiat, nog vele jaren in goede gezondheid en op naar de zestig. C. E. de V.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1958 | | pagina 18