sport ALLERHANDE 12 DE OUDE GARDE. ,,En ik zeg je, Joop, in mijn tijd werd er gevoetbald." „Met dè.t elftal veegden wij ze vandaag de dag van het veld." „Ze krij gen er nog geld voor ook. Moet je nog peulen." „Weet je nog in 19 die wedstrijd tegen Welbekende geluiden zult u zeggen. Inderdaad! Iedere Zon dag weer valt er op de tribune of in de restauratie wel een ge sprek van een dergelijke strekking te beluisteren. En daar blijft het niet bij. Ook in clubbladen kan men zich tussen de regels door „te goed doen" aan een verlangen naar het verleden en overschatting van vroegere glorie-jaren. Op de duur raak je ervan verzadigd. Dat iemand zijn hart eens wil luchten of met weemoed aan historische wapenfeiten terug denkt, oké. Maar om altijd weer in hetzelfde kringetje te blijven ronddraaien, te schermen met namen en daden in de trant van „Toen wij destijds dit of dat enz., enz.", geeft toch wel blijk van een kortzichtigheid en bekrompenheid, die ieder weldenkend mens en vooral ook de jongeren tegen gaat staan. Wat is toch de achtergrond van een dergelijke irriterende gewoonte Zijn ze het zich niet bewust Is het een karaktertrek om prestaties van anderen bij voorbaat luidruchtig en gering schattend te critiseren en te devalueren? Of wil men de om geving op deze manier toch maar vooral doordringen van op roemrijke traditie gebaseerde kennis van zaken? Kan het zijn, dat men zich hier of daar veronachtzaamd en onvoldoende ge waardeerd acht en op die manier blijk wil geven, de juiste man te zijn om advies en leiding te geven Is ook het ouder worden niet een factor, die bij dit verschynsel een rol speelt? Zoals het voor een vader vaak moeilijk is de gedragingen van zijn kinderen objectief te zien, los van eigen wensen en gewoonten, zo kan het voor een oud-voetballer moei lijk zijn, niet alleen zich los te maken van voorbije roem en glorie, maar niet minder om zich te verplaatsen in een constella tie, welke in niets meer lijkt op die in dagen van weleer. Wan neer men jarenlang speler en lid van een vereniging is geweest en er komt dan plotseling een tijd, dat spelers betaalde krachten worden, een weelde, die je zelf helaas niet gekend hebt, dan valt het niet mee om objectief te blijven. En speelt de herinnering ons niet allemaal parten Geeft het ons niet een vertekend beeld van de vroegere werkelijkheid? Onthouden we niet in feite alleen de goede en niet de kwade dingen? In het grijze verleden heeft Ajax ook perioden van malaise gekend en zelfs in de glorie jaren bestond een elftal niet uit louter sterren, waren er ongetwijfeld ook vele middelmatigen tussen. Wat de verklaring ook moge zijn voor het verschijnsel: „Geef mij maar de oude garde", het geeft in ieder geval blijk van een gebrek aan inzicht in de ontwikkeling van de sport in het alge meen en het voetbalspel in het bijzonder. Wanneer men het voetbalpeil van de tegenwoordige tijd wil vergelijken met dat van vroeger, dan dient men zich allereerst de vraag te stellen: „Zijn er vergelijkingsmogelijkheden en wat wil en kan men vergelijken?" Laten we hier eens wat verder op ingaan! Het blijkt een gecompliceerd doch interessant probleem. De pilaren, welke de basis van deze vorm van sport vormen, zijn: de techniek, de tactiek en de conditie. Wil men gaan vergelijken, dan dient men dit toch te doen aan de hand van deze drie grondvormen. Echter zal dan al spoedig blijken, dat deze drie eenheden zo nauw met elkaar samen hangen, dat een analyse in deze drie-deling van het spel een verstard en onjuist beeld zou geven. We willen het eens proberen. 1. Het technisch peil. Gezien de tekortkomingen in balbehandeling bij het meren deel der spelers, mag men dit de laatste jaren onvoldoende noe men. Zelfs is er, ondanks betaald voetbal, eerder sprake van achteruit- dan vooruitgang. Ik moet aannemen (bij deze dingen kan men slechts afgaan op zijn herinneringsvermogen en is er geen objectief vergelij kingsmateriaal), dat Ajax betere tijden gekend heeft, wat tech nisch kunnen, d.w.z. individuele balbehandeling betreft. Echter mogen we m.i. twee belangrijke factoren niet vergeten en wel: a. Men krijgt tegenwoordig vooral door de straffe per soonlijke dekking minder gelegenheid tot een rustig spelen van de bal dan vroeger. b. Het tempo ligt veel hoger dan in welke tijd der amateurs ook. En juist dit handelen met en van de bal in een hogere ver snelling is in het huidige Nederlandse voetbal een groot struikel blok. De technische ontwikkeling der spelers heeft geen gelijke tred gehouden met het verhoogde tempo, waardoor de tekort komingen nog sprekender zijn. Gezien deze veranderde omstandigheden, waarvan men de persoonlijke balbehandeling niet los kan denken, is een verge lijking met vroeger niet mogelijk. 2. En de tactiek. Vooropgesteld zij, dat alleen de ploeg- en niet de individuele tactiek in aanmerking komt. De laatste betreft öf een verleng stuk van de tactiek van het elftal, waarin een speler een spe ciale taak te vervullen krijgt, öf een opvallende speelwijze, welke we met voetbalinteligentie plegen aan te duiden. De ploegtactiek komt in grove trekken hierop neer, dat men van tevoren overlegt hoe te spelen om een zo gunstig mogelijk resultaat te behalen. De jaren, waarin met aanvallende spil gespeeld werd, komen niet in aanmerking voor een vergelijking. Dit systeem wijkt te veel af van het huidige overal toegepaste stopperspilsysteem om mogelijkheden in die richting te bieden. Veel critiek is er echter geuit op de verdedigende tactiek van Ajax gedurende de laatste jaren. Men wenste geen afbrekend, doch opbouwend voetbal. Ik wil me er niet met de opmerking afmaken, dat de gun stige resultaten voor zichzelf spreken. Echter een aanvallende speelwijze, hier bedoeld dan met stuwende half spelers en even tueel backs, betekent ook: de beschikking hebben over de juiste spelers om dit tot uitvoering te brengen. Heeft men die niet en Ajax heeft ze nog niet dan zullen de resultaten omgekeerd evenredig zijn, ook al verkeert men in de mening, dat het geheel aantrekkelijker voor het oog is. De heer Hummenberger heeft de grote verdienste de kracht en tekortkomingen van een elftal te kennen en gezien het doel, de resultaten zo gunstig mogelijk te doen zijn, zijn tactiek daaraan aangepast. Hoe het ook zij, de uiteenlopende aard van de factoren, die bepalend zijn voor de tactiek in het algemeen, we denken hierbij aan: capaciteiten van de tegenstander, eigen kracht, tempo, weersgesteldheid, inzichten van de leiding, enz., laten weinig mogelijkheden over tot de vergelijking van het spelpeil van vroeger en nu. Tenslotte de derde grondvorm: De conditie. Door het invoeren van betaald voetbal wordt de training der mate intensief en serieus beoefend en is de levenswijze van vrij wel alle spelers daaraan zo nauw verbonden, dat men zeker qua uithoudingsvermogen op een voorheen ongekend hoog peil staat. Minder geldt dit voor de lichaamsbeheersing, een euvel, dat echter zo oud is als het voetballen in ons land en toegeschreven dient te worden, deels aan onjuiste training voornamelijk in de jaren tussen de 10 en 20, deels aan de povere plaats, die de lichamelijke opvoeding in ons land nog altijd inneemt. Resumerend mogen wij concluderen, dat een materiële ver gelijking van het vroegere voetbal met dat van tegenwoordig niet juist is, omdat de omstandigheden niet dezelfde zijn en de kwalificatie beter of slechter daarmee vervalt. Dat velen er toe neigen om het bijwonen van een wedstrijd van Ajax vroeger leuker en sfeervoller te vinden, berust meer op psychische gronden en wil ik buiten deze beschouwing laten. R. M.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1958 | | pagina 12