WAARAAN VERDIENEN WIJ DAT
K.N.V.B.???
D
2
,aar U als trouw clublid het recht heeft alles te weten, wat
onze vereniging aangaat, rust op mij, nu reeds (na twee
maanden voorzitterschap), de minder prettige taak, U iets
meer te vertellen betreffende twee met de K.N.V.B. lopende af
faires; namelijk de kwesties „Sal" en Zuid-Afrika".
Om mijn korte loopbaan tegenover de K.N.V.B. zo sportief
mogelijk te starten, heb ik het verzoek van de dagbladpers, eens
over ,,de zaak-Afrika" te komen praten, voorlopig afgewezen.
Aangezien ik echter beslist niet van plan ben, alles als „zoete
koek" te slikken, acht ik het wel mijn plicht, in ons eigen blad
genoemde zaken eens nauwkeurig onder de loupe te nemen.
Allereerst dan het gebeurde in Zuid-Afrika. Natuurlijk zal
ieder Ajacied het gebeurde aldaar ten scherpste afkeuren en
dat dit muisje bij de Bond een minder prettig staartje zou
krijgen, stond als een paal boven water. Dat de straffen echter
zo zwaar zouden worden is voor ieder, die bekend is met de
straffen die de K.N.V.B. gewoon is op te leggen, een volkomen
raadsel. Er zijn feiten bekend, waarbij spelers, die overtredin-
Ajax - Willem II Doelman Feyt grijpt resoluut in wanneer
Willy Schmidt gevaarlijk wordt
gen begingen, waaraan burgerlijke strafrechters een hele kluif
zouden hebben, bestraft werden met één of twee wedstrijden
uitsluiting, waarop dan rustig later nog 50% korting werd ge
geven. Natuurlijk liggen de normen bij representatie in het
buitenland anders, maar toch, de straffen onze jongens opge
legd, lijken mij in geen enkel opzicht in verhouding te staan tot
de gebruikelijke wijze van strafoplegging.
Wat de wijze van onderzoek betreft, kan ik alleen maar oor
delen over datgene, wat ik hiervan zelf heb mogen meemaken.
Het onderzoek van de Strafcommissie begon met de ondervra
ging van Wim Bleyenberg: Waarom hij uit protest bij het „mid
den-uit" nemen de bal aan de tegenpartij toe speelde Uit deze
ondervraging kwam echter naar voren, dat Wim geen midden
voor had gestaan. Een fout, die bij normale rechtspraak ver
nietiging van de dagvaarding ten gevolge gehad zou hebben,
maar waar men hier vrolijk overheen wandelde. Daar de jury
in hoofdzaak afging op een pak correspondentie uit Zuid-Afrika,
deed dit bij mij (door boven vermelde enormiteit) de vraag rij
zen, of deze correspondentie wel afkomstig was uit tot oordelen
bevoegde kringen en of er ook brieven bij waren waarin het op
treden van de scheidsrechter werd besproken. Een definitief
antwoord hierop kon ik niet krijgen. Ook de ondervraging van
ons oud-lid Eddy Pieters Graafland was voor mij een raadsel.
In tegenstelling tot de ondervraging van onze spelers mochten
we bij zijn verhoor niet aanwezig zijn. Voor Eddy ben ik blij
met zijn vrijspraak, maar onbegrijpelijk en volkomen onjuist
was de wijze van verhoor. Immers de eventuele overtreding
was begaan in Ajax-verband en niet als Feijenoord-lid.
Natuurlijk hebben we naar voren gebracht, datgene wat Ajax
voor het voetbal in Nederland heeft gedaan en de goede naam,
die Ajax door zijn vele tournees in het buitenland moeizaam
heeft verkregen. Ook het feit, dat het aanvoerderschap van
Ger van Mourik intern door ons was bekeken en dat wij met een
waarschuwing hebben willen volstaan tegenover iemand, die
vanaf zijn adspiranten-tijd als aanvoerder is opgetreden en nog
nooit een waarschuwing heeft gekregen.
Enfin, beste clubvrienden, wij hebben alles gedaan wat mo
gelijk was, wij hebben ruiterlijk onze fouten erkend, wij hebben
niet gevraagd genade voor recht te stellen, maar wij meenden
wel, dat er voldoende feiten aanwezig waren om op clementie
aan te dringen. Het resultaat is echter, dat niet alleen enkele
van onze spelers doch bovendien onze vereniging een straf heeft
gekregen, die mij het ergste doet vrezen wat betreft de manier
van rechtspreken bij de K.N.V.B.
Dat ik in mijn opvatting niet alleen sta, bewijzen artikelen in
andere clubbladen doch bovenal het duidelijke artikel van ir. Van
Emmenes in „Sport en Sportwereld" van 6 October 1.1
Na het bovenstaande nu ook nog even iets over de nasleep van
de affaire-Sal.
Van de K.N.V.B. ontvingen wij bericht, dat onze eis tot ver
goeding van door onrecht verkregen schade afgewezen is.
Was de straf inzake „Zuid-Afrika" voor mij reeds onbegrijpe
lijk, het afwijzen van een in alle opzichten rechtvaardig ver
zoek, doet mijn vertrouwen in K.N.V.B.-beslissingen wel vol
komen wankelen.
Men ontfutselt ons op de meest unfaire wijze een speler, in
vol vertrouwen zoeken wij steun bij onze Bond, deze Bond
schakelt-een commissie in, die na onderzoek onze vereniging
schuldig verklaart en ons bestuur een schorsing oplegt. Na veel
geschrijf en gepraat komt een revisie tot stand met als resul
taat, dat van het eerste onderzoek geen spaan over blijft en
subjectiviteit onomstotelijk wordt bewezen, waarop rehabilitatie
van ons bestuur enigszins schoorvoetend volgt.
Dit in het kort het bekende geval-Sal, een zaak, die ons een
contractspeler, waarvan de waarde zeker tienduizenden guldens
bedroeg, kostte, een speler die door proceskosten, voorschotten