Koninklijke Nederlandse Voetbalbond 16 AAN DE BESTUREN VAN DE SEMI-PROFCLUBS VAN DE K.N.V.B. Mijne heren, De heer K. L. v. d. Meer, lid van de scheidsrechterscommissie van de F.I.F.A., heeft een toelichting gegeven op de zgn. ob- structieregel. Ter bestudering laten wij deze hieronder volgen: „Hoewel de obstructieregel reeds enige seizoenen van kracht is, blijkt in de practijk, dat ten aanzien van de interpretatie en de toepassing geen uniformiteit in den lande en evenmin inter nationaal bestaat. Om tot de kern van de zaak door te dringen dient men de volgende vragen te stellen: Wat was de aanleiding tot het invoeren van deze bepaling en wat wordt hiermede uiteindelijk beoogd? De evolutie, die zich vooral in het voetbalspel na de oorlog in versneld tempo voltrok, is oorzaak dat het positie kiezen een wezenlijk element in het spel is gaan innemen, hetgeen in. de toekomst in nog sterkere mate het geval zal zijn. Hierbij komt nog, dat bij technisch en tactisch bekwame ploe gen blijkt, dat het juiste positie kiezen bovendien bijdraagt tot verhogen van het tempo in de wedstrijd en mede hierdoor een verrassend element in zich heeft. Want werkelijk goed voetbal betekent spelen zonder de bal te bezitten. De ontwikkeling nu van dit onderdeel van het spel is oorzaak, dat de obstructieregel in het leven is geroepen. Want zou iedere speler zich meer op het spel en minder op de persoon van hun tegenstander concentreren, dan zou genoemde regel overbodig worden. Het tegendeel is echter waar. Maar al te vaak besteden spelers dikwijls door onmacht gedreven meer aandacht aan hun tegenstander dan strikt noodzakelijk is. Hierdoor kan het spel geweld worden aangedaan, omdat de pogingen van een speler om zijn tegenstander uit te schakelen zonder dat er sprake is van een strijd om de bal tegen de geest van het moderne voetbal spel indruist en uit dien hoofde ontoelaatbaar is. De voetbalscheidsrechter dient hiertegen op te treden en moet zonodig maatregelen kunnen treffen, die in dit opzicht corri gerend werken. Wat is eigenlijk obstructie Het doelbewust versperren of blokkeren van de weg aan een tegenstander. Dit kan op geoorloofde wijze geschieden n.l. indien het ge beurt tijdens een strijd om de bal, hetgeen impliceert dat de bal binnen speelafstand moet zijn en de bedoeling tot het spelen van de bal bij de speler, die obstructie pleegt, aanwezig is. Voor het geoorloofde van de handeling in dit geval zal de scheidsrechter er echter op hebben te letten, dat de obstructie plegende speler zijn gezicht naar de bal gekeerd heeft. Deze vorm van obstructie komt in een wedstrijd herhaaldelijk voor en is een natuurlijk element in het spel. Geheel anders wordt de situatie, indien een speler doelbewust de weg blokkeert of verspert zonder de bedoeling te hebben de bal te spelen. Dit laatste kan o.a. blijken uit het feit dat de bal niet binnen speelafstand is. Eveneens is dit het geval, indien de speler het gezicht niet naar de bal gewend heeft. Dan is er sprake van ongeoorloofde obstructie en een indirecte vrije schop is de straf op deze zonde. Verder zijn er nog twee gevallen die om speciale aandacht vragen. Geen strafbare obstructie wordt gepleegd, indien de bal over de doel- of zijlijn gaat en een speler de bal op ongeveer speelafstand volgt, mits hij het gezicht naar de bal gekeerd heeft. De bedoeling kan zijn de tegenstander te beletten de bal te spelen. Deze obstructie plegende speler is gerechtigd zulks te doen omdat hij theoretisch althans de bal onder controle heeft en deze dus zou kunnen spelen indien hij dit zou wensen (playing the ball by not playing it). De nadruk moet ook hier weer gelegd worden op de voorwaarden, dat de bal binnen speel afstand moet zijn en de speler het gezicht naar de bal gekeerd moet hebben. Ontbreekt één dezer voorwaarden, dan wordt er ongeoorloofde obstructie gepleegd met als resultaat een in directe vrije schop. Een tweede uitzonderingsgeval doet zich voor bij het afscher men van de doelverdediger. Deze natuurlijke actie wordt be schouwd tot het spel te behoren en wordt krachtens traditie als gewoon-terecht beschouwd. Maar ook gelden de voorwaar den dat de bal binnen speelafstand dient te zijn en de speler het gezicht naar de bal gekeerd moet hebben. Bij de beoordeling van obstructie moet er vooral tegen ge waakt worden dat het karakter van de wedstrijd niet beïnvloed wordt door het bestraffen van geoorloofde obstructie, die „Natural to the game" is of onopzettelijk wordt gepleegd. En dan is er nog een ding waarop de scheidsrechter bedacht dient te zijn n.l. dat een overtreding in het strafschopgebied waarvoor een directe vrije schop behoort te worden gegeven dus een strafschop niet bestraft wordt met een indirecte vrije schop onder het motief van ongeooroloofde obstructie. Dit is een vlucht in de obstructie, die misschien zeer verleidelijk is, maar het prestige van de scheidsrechter en de „standard of refereeing" aantast. Ten slotte nog enige voorbeelden, die zullen kunnen bijdragen tot een beter inzicht in het wezen van de obstructieregel. 1. Speler A speelt de bal naar zijn medespeler B en probeert zelf in de richting van punt Ai te lopen, teneinde daar weer de bal van B terug te ontvangen. Zijn tegenstander X, die niet de bedoeling heeft de bal te spelen, verspert bewust A de weg zonder evenwel te trachten A aan te vallen. Ongeoorloofde obstructie en het spel dient hervat te worden met een indirecte vrije schop van de plaats waar de overtreding werd gemaakt. 2. Speler A heeft de bal langs zijn tegenstander X geplaatst en probeert zelf met een boog om zijn tegenstander X te lopen. X bekommert zich evenwel weinig om de bal, maar slaagt erin bewust A de weg te versperren, zodat A de bal niet be reiken kan. Ongeoorloofde obstructie en een indirecte vrije schop is het gevolg van de overtreding. 3. Terwijl de bal naar de zijlijn rolt, loopt de verdediger A op speelafstand er achteraan met zijn gezicht naar de bal ge keerd. Zijn tegenstander X probeert de bal te bereiken, hetgeen hem door A belet wordt, omdat A zich tussen hem en de bal heeft geplaatst. Dit is toegestaan. 4. A is in het bezit van de bal. Door zijn lichaam steeds te plaatsen tussen de bal en zijn tegenstander, belet hij deze laatste de bal te bereiken. A heeft het gezicht naar de bal gekeerd. A is gerechtigd dit te doen. Het tekenen van spelerscontracten door minderjarigen. Zoals u bekend zal zijn is het noodzakelijk dat spelerscontrac ten, die worden afgesloten met minderjarigen, mede moeten worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de speler. Wij verzoeken u hiermede rekening te houden. De medische sportkeuring. Wij willen u nogmaals wijzen op de bepaling dat elk jaar opnieuw, voor de aanvang van het seizoen, de contractspelers moeten worden gekeurd door een medisch sportkeuringsbureau. Nog niet alle spelers hebben aan deze verplichting voldaan. Wij verzbeken u aan dit voorschrift streng de hand te houden en zo nodig alsnog de nodige maatregelen te nemen, opdat het Sectiebestuur niet tot het opleggen van een speelverbod be hoeft over te gaan. Hoogachtend, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE VOETBALBOND L. Brunt, Secretaris-Penningmeester.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1957 | | pagina 16