Van de voorzitter
Herdenkingen
3
5
4
1
0
9
13— 6
5
4
0
1
8
19—10
5
4
0
1
8
15— 8
5
3
0
2
6
12— 4
5
3
0
2
6
14—10
5
3
0
2
6
11— 8
5
3
0
2
6
11—10
5
2
2
1
6
7— 9
5
2
1
2
5
15—16
5
2
1
2
5
9—10
5
2
0
3
4
6— 6
5
1
2
2
4
12—12
5
2
0
3
4
9—13
5
1
1
3
3
8—11
5
1
1
3
3
7—10
5
1
1
3
3
6—12
5
1
0
4
2
7—16
5
1
0
4
2
4—14
Van achteren rijden zij, die niet sterk genoeg zijn om de strijd in
de kop te aanvaarden. Mannen van het eerste; „van voren" ligt
onze kans. Zondag a.s. komt V.V.V. met" Wilkes en Klaassens.
Kop doen en bijblijven
Ajax 5 was verder het enige elftal, dat op deze regenachtige
dag onze kleuren mocht verdedigen. Dat verdedigen slaagde
niet zo bijster, daar tegenstander Roda 2 uit Bovenkerk vijfmaal
onze doelman het nakijken gaf en slechts eenmaal de bal in
eigen net zag verdwijnen. Slecht werk, vrienden!
BROWN.
De stand tot en met Zondag 22 September luidt:
EREDIVISIE.
Rapid J.C
Sparta
A.D. O
Ajax
Enschede
N.A.C
M.V.V
D.O.S
Feijenoord 5
G.V.A.V
V.V.V
B.V. V
P.S.V
Blauw-Wit
Fortuna '54
Amsterdam
N.O.A.D
Elinkwijk 5
CONTRASTEN.
We leven snel in deze onverbiddelijke tijd.
Zo zit je in een zeer zwakke bondsvergadering (31 Aug. 1957),
of de volgende dag zit je te Enschede in het Diekman-stadion
bij je vrienden van de Sportclub Enschede, waar je een zeer
sterk gespeelde wedstrijd van je club bijwoont. Ik heb onze jon
gens aan het diner hiervoor onze erkentelijkheid betuigd.
Je zou zo zeggen, sportiviteit moet je zowel op een voetbal
vergadering als bij een voetbalwedstrijd aantreffen. Daar zit
toch wel enig verschil in. Op Zaterdagmiddag 31 Augustus, onze
vroegere Koninginnedag, zaten we ter bondsvergadering over
sombere zaken in en rond de K.N.V.B. te praten, terwijl in onze
jeugd deze dag met zijn vele rotjes, donderbussen, zevenklap
pers en zonnetjes, toch zo'n verrukkelijke was. Figuurlijk ge
sproken werden er die Zaterdagmiddag ook verscheidene „ze
venklappers" ontstoken, doch geen enkel „zonnetje", en kwa
men de klappers, hoewel voor de K.N.V.B. onverwacht, toch wel
tot hun recht.
't Klinkt misschien vreemd na al wat er met Ajax en haar be
stuursleden is gebeurd, maar toch vond ik het Zaterdagmiddag
inwendig een nare dag voor de K.N.V.B. en dat gun ik de bond
niet eens, omdat ik hoorde, dat de leiding door de geweldige
berg werk hoofdzakelijk strafzaken overwerkt was.
Ik heb op de vergadering gezegd, dat de verhouding tussen de
clubs en de K.N.V.B.-leiding te wensen overlaat. Ik had nog
veel meer kunnen zeggen, zelfs veel onvriendelijks, maar ik
voel mij als sportman en verenigingsleider verplicht om mede
te werken aan een vriendschappelijke, sportieve sfeer tussen
K.N.V.B. en de clubs, mits de leiding van de K.N.V.B. van haar
kant blijk geeft hiervoor veel te gevoelen. Waar ik mijn oor te
luisteren leg, heus niet alleen in Ajax-kringen, hoor ik vaak, dat
de waardering voor het bondsbureau niet hoog aangeslagen
wordt. Dat is niet alleen jammer, maar ook ongezond. M.i. stelt
men zich te veel op het standpunt, dit geldt ook voor het per
soneel, de K.N.V.B. is er niet voor de clubs. Er moet door de
K.N.V.B. meer worden uitgegaan van het systeem vriendschap
en waardering kweken tussen leiding en verenigingen. In grote
bedrijven houdt men jaarlijks een reünie van het personeel, waar
dan 2000 mensen en meer bij elkaar komen. De K.N.V.B. is ook
een groot-bedrijf geworden. Er moet daar nog te veel omge
schakeld worden naar het zakelijke. Ik ken hoogstens vier
K.N.V.B.-bestuursleden en zo zal het ook wel zijn met meerdere
verenigingsleiders. Dat is fout, mijne heren. Zo leer je elkaar
nooit kennen. U bent overwerkt door de vele strafzaken, zegt
uomdat u wilt regeren. Fout, u moet leiden. Daarom is het een
goed idee om de strafzaken apart te houden door een speciaal
daarvoor aan te wijzen instituut. Gij raakt de grote lijnen kwijt.
Zaterdag a.s. moet ik weer voor de nieuwe commissie van onder
zoek i.z. Sal komen. Ik heb deze week het gehele rapport hier
omtrent voor het eerst doorgelezen, welk rapport ik van be
vriende zijde heb gekregen, want Ajax heeft dit rapport nog
altijd niet ontvangen, hoewel meerdere malen gevraagd, omdat
sectie-bestuurslid Stoop, nota bene partij in dit geding, het
rapport vanaf dat dit gereed is, wel in zijn bezit heeft. Secretaris
Burgwal heeft er maar wat van gemaakt. A propos, het rapport
is alleen getekend door H. A. Burgwal. Durfde de commissie
Dr. Henkels dit niet te tekenen? Deze man verdient m.i. zo
spoedig mogelijk van het bondsbureau te verdwijnen.
Ik wacht maar rustig voor Ajax de uitspraak af en zal dan
nog nader op deze zaak terugkomen.
Contrast met dit alles is niet alleen de vroegere Koninginne
dag-viering, doch voornamelijk de wedstrijd tegen Sportclub
Enschede. Een echt prettige kamp zonder een enkele wan
klank. Leiding en spelers hebben hier een zeer goed sportief
evenement gebracht, dat de voetbalgemeenschap ten goede
komt. 22 „over(ge)werkte" voetballers, waaronder 11 overwin
naars en 11 zeer goede verliezers. Dit te mogen beleven doet
een sportman dan ook weer goed!
Na afloop perfecte gastheren, onder leiding van Dr. Bosma,
die waardering voor de tegenpartij koesterden. Wij Ajacieden
hebben daar in Enschede een uurtje vriendschap beleefd waar
wij blij mee waren. Ook met onze vriend E. Landaal van
A.G.O.V.V., die daar in opdracht van de K.N.V.B. was, hebben
wij nog genoeglijk zitten kouten. Wij zijn u daar dankbaar voor
en zien met genoegen het bezoek van deze sportvrienden voor
de returnwedstrijd in ons stadion tegemoet. Zo moet het, al ver
liest men.
So long.
6 September 1957.
W. F. VOLKERS.
Deze maand is het 50 jaar geleden dat wij van de overkant
van het IJ verhuisden naar „de Meer".
Ondanks enkele goede successen in de eerste jaren van ons
bestaan, waren wij toen in 1907 nog maar een matige
2e klasser. Doch het nieuwe terrein scheen de spelers te inspi
reren, en wij behaalden in 1907/8 ons eerste afdelingskampioen
schap, zonder echter verder te kunnen komen.
In 1908 kwam de combinatie met „Holland", doch al bereik
ten wij enige jaren lang goede resultaten in de competitie, ver
dere kampioenschappen behaalden wij niet.
Tot het onvergetelijke seizoen 1910/11 kwam. Ongeslagen in
de gewone èn in de kampioenscompetitie eindigden wij in de
promotie-competitie als eerste en was de hoogste afdeling be
reikt, waarbij de unieke prestatie behoort te worden gememo
reerd, dat wij niet één, doch twee eerste klassers achter ons
hadden moeten laten.
De namen van de vaste spelers van het elftal dat dit pres
teerde: Schutte, K. v. d. Lee, Fr. Schoevaart, Fortgens, J. Schoe-
vaart, A. Pelser, Kammeijer, Kooi, v. d. Broeke, Seylhouwer en
Grootmeyer mogen wij nooit vergeten; zij hebben naar mijn
mening de grondslag gelegd voor alle latere glorie.
Wij tellen nog maar weinigen van hen in ons midden. Van
die weinigen zal Karei v. d. Lee indien ik goed op de hoogte
ben binnenkort zijn 50-jarig lidmaatschap kunnen vieren,
•terwijl Jan Schoevaart en Grootmeyer spoedig ook daaraan toe
moeten zijn.
Na de boven omschreven promotie kwam er een reactie, zo
hevig dat wij na drie jaar weer moesten degraderen.
Maar weer drie jaar later in 1917 promoveerden wij op
nieuw, om onafgebroken nu 40 jaar in de hoogste afdeling te
spelen. En hoe! Kampioenschappen waarvan je haast de tel
niet kunt bijhouden. Enfin, dit is nieuwere geschiedenis, die niet
verder behoeft te worden uitgesponnen.
Waarom dit alles te herdenken? Och, het doet de ouderen
misschien goed het nog eens te lezen, terwijl het voor de jon
geren een kleine repetitie kan zijn van de grote en roemrijke
geschiedenis van het ons zo dierbare Ajax.
September 1957. G. E. H.