2
Vrienden, het gaat zo niet langer. We krijgen zo'n stroom
kopij naar onze redactionele hoofden, dat we er haast geen raad
mee weten. Gaarne geven we alle medewerkers het volle pond,
maar twee of drie artikelen van één scribent wordt echt te gor
tig. Wat het werk betreft; we zien er beslist niet tegenop,
maarde penningmeester! Die houdt niet van lange rekenin
gen. Geef hem ongelijk. Aan het einde van het boekjaar komt
hij met Balans, plus Winst en Verlies. Populair gezegd „even
afrekenen". Als onze schatbewaarder dan voor het clubblad een
astronomisch cijfer noemt, valt U misschien (figuurlijk) om.
Dat willen en moeten wij voorkomen. Mogelijk kan het U hele
maal niet schelen. In orde, maar gaat U dat eerst de heer Duk-
ker even vertellen. We horen het dan wel, doch zo lang we zijn
sanctie niet hebben, blijven we aan de voorzichtige kant. Dat
is klaar en duidelijk en daarom, vrienden-van-de-pen, een piet-
sie inbinden, anders zouden wij ons genoodzaakt zien te gaan
„rode potloden". Dat is voor niemand lollig. Voor U niet en
voor ons niet. Tot nu toe hebben we geschipperd, is het drie
manschap, dat uw maandblaadje, verzorgd, beleefd en, al zeg
gen wij het zelf, bescheiden aan het lijntje gaan zitten, om alle
Ajax-schrijvers doortocht te verlenen en de ruimte te geven.
Maarzo langzamerhand is er voor ons aan dat lijntje ook
al geen plaats meer en dat moeten wij tegenhouden. Daarom,
vrienden, blijft ons steunen, maar wat de lengte van uw arti
kelen betreftkassian! Bij voorbaat onze dank.
Nog een kleine ruk en de affaire-Bobo Sal is afgehandeld. De
Met deze, door onze fotograaf, geknipte „kopbal", scoorde Willy Schmidt het doel
punt, dat Ajax dichter bij P.S.V. bracht. Het was niet voldoende.
We verloren met 1 - 2
Commissie van Onderzoek, bestaande uit de heren Mr. J. H.
Lobsteyn, M. Sajet en M. Welle, heeft in een vlot tempo de
zaak haarfijn uit de doeken gedaan - waarvoor onze hartelijke
dank en het bestuur van de K.N.V.B. een lijvig rapport voor
gelegd, dat genoemd college niets anders overliet dan Volkers
c.s. onmiddellijk volledig te rehabiliteren. Die narigheid is dus
gelukkig de wereld uit, maar geheel afgedaan is de kwestie-
Sal nog lang niet. Het verdere verloop zullen we rustig moeten
afwachten. Dat doen we dus.
Met het eerste elftal gaat het niet geheel naar wens. De start
was uitstekend. De overwinning op M.V.V. (40) en de zege te
Enschede (03) waren veelbelovend, doch de douche die een
verbeten vechtend P.S.V.-team over onze hoofden uitstortte,
ijselijk koud. Ook de nederlaag te Kaalheide was geen wapen
feit, dat verwarmend werkte. Verliezen is niet erg, dat behoort
er nu eenmaal bij, maar onnodig punten verspelen is niet leuk.
Tegen P.S.V. verloren Van Mourik en zijn mannen verdiend,
daar was geen speld tussen te krijgen, doch tegen Rapid had
het anders gekund. Voor half-time had de match in ons voor
deel beslist kunnen zijn, maar enige schone kansen werden
lelijk gemist en dat betekende uiteindelijk een nederlaag. Een
nederlaag, die dertig seconden voor het einde van de strijd tot
stand kwam. Een tikkeltje sneu? Inderdaad, maar aan de an
dere kant een bewijs, dat er aan ons team nog het een en ander
te schaven valt. Vooral aan de voorhoede.
Het tweede elftal opende de competitie met een nederlaag. Te
Deventer werd met 31 verloren. Volgens ooggetuigen moet er
nogal „stevig" zijn gespeeld. De eerste thuiswedstrijd leverde
een overwinning op. Na een slechte match kon Leeuwarden 2
met een 41-nederlaag huiswaarts keren. Ajax 3 startte met
een zege op V.V.A. 2 (13), doch het vierde zat in de hoek
waar de klappen vielen. Van Blauw-Wit 4 en Volewijckers 3
werd verloren. Twee maal een nederlaag met de uitslag 32.
Een bedroevend begin. Vijf en zes hielden de rood-witte kleuren
hoog. Watergraafsmeer 4 verloor met 80 en Gold Star 2 met
18. De A.V.B.-doelpuntenmachine draaide dus weer best.
Vriend Muller verrichtte voor de zoveelste keer een sisyphus-
arbeid. Alle jeugdwedstrijden afgelast! Om hels van te worden!
We zijn er, maar voor we ondertekenen nog even dit: Vóór de
aanvang van de thuiswedstrijden van het eerste elftal worden
we „vergast" op een regenjassenregen. Dat vinden we erg
„goedkoop" om geen ander woord te gebruiken maar
spaar ons in het vervolg en met ons een groot deel van het
geachte publiek, dat deze reclame helemaal niet waardeert.
Bovendien is dit „cadeau-stelsel" onze club beslist onwaardig
en, wat beroerder is, schept misschien een precedent. Als mor
gen mijnheer A. voor ieder doelpunt een half pond pinda's,
vijf kilo rijst of een blik erwtensoep met kluif beschikbaar stelt,
kunnen we hem beslist niet weigeren. Daarom, rap een prop in
de microfoon! Mocht er iemand zijn, die met alle geweld via de
voetbalsport een deel van zijn inkomen kwijt wil, goed, laat hij
dan aan het einde van het seizoen enige liefdadige instellingen
gelukkig maken. Men ontvangt hem daar vriendelijker dan bij
ons. Vast en zeker met open armen, vooral als hrj komt met een
stevig bedrag per doelpunt. EnAjax is gaarne bereid deze
nobele geste éénmaal te annonceren.
BROWN.
Op de valreep.
Zondag 22 September. Elinkwijk, met zijn vele Surinamers en
de hevig „in het nieuws" zijnde Kraak, heeft het op een zeer
slecht veld niet kunnen redden. Voor de rust had onze defensie
alles te geven om de Zuilenaren het scoren te beletten. Dat
lukte, omdat de Elinkwijkers, enige beste kansen verprutsten
en onze captain met zijn makkers het doel van Eddy behoorlijk
afschermde. Na de thee was Snoeks zo verstandig om al spoe
dig keihard langs Kraak te kogelen, een schuttersfeit, dat
Elinkwijk aan het wankelen bracht en onze ploeg stimuleerde
een offensief in te zetten. Die aanvalsdrift gaf Piet Ouderland
een kans zijn armen juichend te strekken. Hij liet zich de mo
gelijkheid om Kraak voor de tweede maal naar het net te sturen,
niet ontglippen, waardoor een Ajax-zege vastere vormen kreeg.
Piet van der Kuil, werom opgenomen in de nationale ploeg (ge
feliciteerd, Piet!) vond het toen maar het beste de overwinning
veilig te stellen en deponeerde nummer drie achter zijn ex-
streekgenoot .De punten waren binnen en daar Sparta en
A.D.O. met een nederlaag werden geconfronteerd, behoort ook
ons team tot het kluitje, dat de kopgroep vormt. In de wieler
sport spreekt men over „van voren" en „van achteren rijden".