Some nonsenses Some senses P. V. A. Mareelii and 7 Laat ik dan maar beginnen met U allereerst een heel erg voorspoedig 1957 toe te wensen. Vooral een goede gezondheid, over de rest spreek ik liever niet in het openbaar, Minister Hofstra zou het eens kunnen horen, hij is juist zo actief bezig zich een beetje los te trappen, dat wij straks nog veel van hem verwachten. U moet voor de aardigheid eens op hem letten dit jaar. Met ons eerste elftal is het om en nabij de jaarwisseling niet zo erg grappig gegaan, het zat met onze jongens bepaald niet snor. De wedstrijd tegen D.O.S. heb ik gezien, U ook natuurlijk, spannend kijkspel, maar met een voor ons Ajacieden onpret tig slot. Even gaan mijn gedachten terug naar mijn vorig artikel, over buitenspelers en keeper. Hoe is het toch mogelijk, dat onze buitenspelers tegenover een harde verdediging als D.O.S. heeft, het veld zo smal bleven houden, steeds maar weer konden de D.O.S.-verdedigers hun muur bij de straf- schoplijn optrekken en slechts zelden waren zij gedwongen naar de zijlijn te komen. De keren dat Schmidt langs de lijn ging had hij bijna steeds succes en kwamen er gevaarlijke voor zetten. Door het stug volgen van dit systeem kwam half speler Van Dijk soms met de bal volkomen stil te staan, daar het onmogelijk was een vrijstaande speler te vinden. Wat Pieters Graafland betreft, deze jongeling is m.i. een der gelijke ballenstopper, dat hij op afstand bijna niet te passeren is. Waarom dan steeds die achterspelers zo ongeveer op zijn doellijn, waarom de tegenpartij niet dwingen van groter af stand te schieten, of hem althans de kans te geven om uit zijn doel te komen als de backs gepasseerd zijn. Hoe anders deden destijds Gejus v. d. Meulen, Piet Kraak, Frans de Munck 'en niet te vergeten onze grote Gerrit Keizer dat. Ik zou wel eens willen weten hoeveel van onze tegendoelpunten uit scrimages zijn ontstaan, voor mijn gevoel zijn het er angstig veel. Door het bovenstaande kom ik onwillekeurig op het terrein van de training. Vroeger beschikte men in Nederland slechts over een paar uitgesproken voetbaltrainers, (Glendenning, Warburton, Reynolds om er een paar bekenden uit te nemen), deze trainers gaven hun spelers een eigen speltype, men bracht toen systeemlozen tot voetbal-ontwikkeling. Dat is tegenwoor dig heel anders, iedere club heeft een trainer, en de cursussen stomen er jaarlijks tientallen klaar, de praktijk bewijst door deze algemene training, dat het thans voor een oefenmeester wel heel moeilijk is geworden, om zijn ploeg met kop en schou ders boven de massa uit te werken. Natuurlijk zal men door sprintjes, balbehandeling, lichaamsconditie en al deze routine karweitjes een speler op peil kunnen houden en misschien zelfs opkweken, doch uiteindelijk leert een eerste klas voet baller hier maar weinig nieuws van, en om een gehele ploeg een volkomen onbekend systeem bij te brengen lijkt mij tegen woordig toch wel onmogelijk. Natuurlijk zijn er betere en slechtere trainers, maar ik blijf beweren, (al zou ik in mijn mening alleen staan), dat een oefen- meester niets kan bereiken, als zijn spelers niet over voetbal intelligentie beschikken. Ik. heb in het buitenland veel zien voetballen en daarom durf ik, hoe zeer het mij ook spijt, te beweren, dat ik bijv. het ABC van het voetbalhet eenvou dige positie-kiezen, nog nooit zo slecht heb uit zien voeren als in ons land. Let U zelf maar eens op, hoe zelden U een speler ziet, die zich steeds vrijloopt en dat is heus toch alleen maar een kwestie van je verstand gebruiken. k De populariteit van onze vereniging gepaard aan het semi- beroeps-voetbal doet blijkbaar een grote trek van nieuwe leden naar onze club ontstaan. Is dit enerzijds een gezond verschijnsel, anderzijds dwingt het ons Bestuur steeds meer strengere selectie toe te passen. Uit de aard der zaak zal deze selectie steeds meer leiden tot het alleen maar aannemen van spelers met aanleg. Dit is begrij pelijk, maar toch schuilt hierin een groot gevaar, immers, dit systeem geeft ons de zekerheid, dat wij over 10 of 20 jaar zeker beschikken over knappe voetballers, maar kan ons geen enkele garantie geven over ons toekomstig Bestuursapparaat. Gelukkig hadden wij deze selectie vroeger niet nodig, anders hadden wij nooit het voorrecht gehad om mensen als Kool haas, Dukker, Bruynesteyn (om er maar een stuk of wat te noemen) in ons midden te hebben. Achteraf bekeken, had dit een catastrophe voor onze vereniging geweest, maar wat zal de toekomst ons brengen? Daar regeren vooruit zien is, lijkt mij dit voor ons huidige Bestuur een lastige kwestie. Plotseling wil niemand tegen de Russen gaan wintersporten, na Melbourne, een eigenaardige opvatting. Zou men nu toe geven, dat het N.O.C. het toch wel erg goed heeft bekeken? Even een woordje tegen V.V.V., dit is niet de club uit Venlo, maar Vriend Voorzitter Volkers. Kijk eens Wim, dat je op het Ajax Sinterklaasfeest een fiets gewonnen hebt, vind ik prach tig, dat je in het clubnieuws toegeeft, dat je van mij een num mer (overigens was het geen nummer, maar verschillende nummers) van de tombola in bewaring hebt gekregen, vind ik zelfs nobel, en kunnen onze lezers hierover eens rustig hun gedachten laten gaan. Verder wil ik niet onvermeld laten, dat je uit dankbaarheid het Comité een gift van, naar ik meen, vijftig pop hebt toegedacht, want heus dat toont een edel karakter. Wat ik je echter wel kwalijk neem, dat ist dat je nu bij mij om 25,komt, zijnde de helft van je gift, enkel en alleen omdat je mijn kaartjes nagekeken hebt. Kijk eens Wim, er zijn grenzen, ik vind, dat het minste wat je doen kunt is toch zeker wel mij die fiets eens een Zondag ter beschikking te stellen. Zo Willem, dat is hetgene wat ik je maar even wilde zeggen, en om een bijdrage in de stalling be hoef je niet bij mij aan te komen. JAMES. Brood- en Banketbakkerij Zeedijk 15 Tel. 42573 Amsterdam

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1957 | | pagina 7