Zal ons geesteskind leven???
Die vraag is al heel lang geen vraag meer!
Veertig lange jaren is het „Ajax-Nieuws" gezond en wel,
zonder stoornis uitgezonderd de oorlogsjaren, toen met zo
nu en dan een „Mededeling" moest worden volstaan door
de wijde voetbalwereld getrokken. En we kunnen het met
een tikkeltje trots neerschrijven niet zonder succes. In de
gigantische rij der clubbladen sukkelde het Ajax-journaal
nooit en te nimmer achteraan, kón dat eenvoudig niet doen,
omdat er steeds Ajacieden opstonden, die, al waren zij op het
gebied der sportjournalistiek slechts amateurs, met hart en
ziel de opgedragen taak volbrachten of trachtten te volbren
gen. Zij slaagden in die taak dikke folianten „Ajax-geschie-
denis", die boekenkasten van vele clubgenoten sieren, zijn het
bewijs alléén, of bijna alleen, door liefde voor de club en
door liefde voor het „vak".
Veertig jaar geleden begon uit J. J. Grootmeyers pen de
eerste „Ajax-inkt" te vloeien; in D. Knegt vond hij een part
ner met welversneden ganzeveder waarop zelfs een échte
journalist jaloers kon zijn en samen bouwden zij aan een
clubkrant, die nu, Februari 1957, bij alle rood en witters nog
steeds in het teken der belangstelling staat.
Samen bouwden Jan en Dirk aan de Ajax-krant, samen
zochten zij in woord en geschrift naar medewerkers. In dit
opzicht was óók hun devies: „Zoekt en gij zult vinden" en
zij vonden.
Zij vonden „Nevoh", „nom de plume" voor de reeds in
die dagen zo welbekende sportjournalist, de heer J. Hoven.
Een naam, die niet op Ajax' ledenlijst voorkwam, maar een
naam van iemand, wiens, hart bij het horen van dat kleine
maar toch zo veel zeggende woord „Ajax" al fel begon te rik
ketikken. Zij vonden Jan Schoevaart, alias Tric-Trac, de man
die zo enorm veel voor Ajax heeft gedaan, dat onze pen te
kort schiet om de „Ajax-levensdraad" van deze grote club
makker te beschrijven. Alleen een interview, met Ajax-inter-
viewer nummer één, Cor de Vlieger, zou hier licht kunnen
verschaffen voor hen, die nimmer het voorrecht hadden met
Jan Schoevaart, bestuurs-, elftalcommissielid, clubavond
animator en last but not least dichter van Ajax-liedjes en
rijmen bij de vleet, te mogen samenwerken. Een „Ajax-kei"
van enorme grootte. Verder vonden zij „Vlinder" en nog vele
andere vlotte jongens met de pen, waaronder b.v. „James", de
man die vandaag aan de dag nog steeds met gezellige „ernst
en luim" aan ons blad een apart tintje geeft en, dat willen we
hier gaarne even memoreren, met haast alle redacteuren „in
de redactie" heeft gezeten. Jan Melchers (James) is dus èn
als redacteur èn als medewerker meer dan dertig jaar in
het bezit van een nog niet erkend „Ajax-record". Dat Jan dit
record met nog een reeks van jaren mag verbeteren!
Toen de heren Grootmeyer en Knegt hun „tijd van gaan"
gekomen achtten, lieten zij een stuk werk achter, dat al heel
moeilijk te verbeteren viel. Clubgenoten met een groot Ajax-
hart namen de opengevallen plaatsen in, hielden zoveel mo
gelijk de medewerkers aan de rood-witte krant vast en bouw
den verder. Als we in oude clubbladen bladeren, lezen we
vele namen, namen van hen, die het „Ajax-Nieuws" redi
geerden. Dan lezen we de namen Koolhaas, Oudheusden,
Schoevaart, Bogaard, Melchers, De Jongh, Geudeker, Bre
mer, De Boer, Koomen, De Vlieger en Desmit. Dolf Desmit
is de Ajacied geweest, die èn met zijn pen heerlijk fel kon
de man uit de Brederodestraat zijn èn met fantastisch
mooie foto's ons blad een apart cachet heeft gegeven. Hem te
verbeteren is bijna ondenkbaar. Jaren lang heeft hij het
„Ajax-Nieuws" geredigeerd, kampioensnummers voor de dag
getoverd en in ons „Gouden Boek" een stuk van zijn ziel ge
legd. Voor ons zal Dolf altijd blijven „de grote kei" van het
„Ajax-Nieuws" en, daarvan zijn wij overtuigd, voor een ieder,
die de periode-Desmit heeft meegemaakt.
Clubgenoten, thans zijn wij aangeland aan „Veertig jaar
Ajax-Nieuws". Voor U ligt uw clubblad in feestgewaad, want
we hebben gemeend er goed aan te doen dit feit, deze mijl
paal in onze clubgeschiedenis, niet zonder meer voorbij te
lopen. Oud-redacteuren hebben de pen ter hand genomen,
Le Marché, onze clubdichter, poetste zijn lier extra op, vaste
en losse medewerkers vlochten feestbloemen om hun penne-
vruchten en de drukker van ons blad, de heer Van Steenber
gen, met zijn staf liet niets na, onze opzet te doen slagen. Het
staat niet aan ons te beoordelen^ of wij zijn „geslaagd", maar
wel hopen wij, dat dit feestelijk getinte „Ajax-Nieuws" bij U
in goede aarde zal vallen.
Redactie.
die in de loop van 40 jaren de Ajax-pen ter hand namen waren:
Redacteuren:
J. J. Grootmeyer
D. Knegt
M. J. Koolhaas
J. Oudheusden f
A. Bogaard
J. Melchers
J. Schoevaart
J. de Boer
W. van Beveren
E. W. Catz
W. Debois
A. L. Desmit
C. Geudeker
M. Bremer
G. de Jongh
J. Koomen
C. E. de Vlieger
E. H. van Tuyl
F. H. W. de Bruyn
Medewerkers:
E. Thiry
W. F. C. Bruynesteyn
M. Dronkers
G. van Dijk
M. van Ens
Le Marché
J. Martens
Th. Muller
W. Niepoth
Tj. de Munnik
Jac. Reynolds
J. Roodenburgh
H. Schuring
J. Smit
Vlinder
A. de Wit
P. van Os f
R. P. J. Vunderink
F. Dukker
J. Elzenga
A. Knijn
R. Michels
T. Middendorp
J. Mut (fotografie)
F. Pelser
H. Pil
J. Roeg
W. Schoevaart
H. Smit
G. Stroker
Voorne van Putten
J. de Wit
W. F. Volkers