14
Toen we in onze laatste „Onder de Loupe", aan het einde van
1956, afscheid van u namen en u daarbij vertelden, dat, met
betrekking tot de prestaties van ons eerste elftal, er wel meer
teleurstellingen zouden volgen, konden we niet vermoeden, de
spijker zo precies midden op zijn pet te hebben geslagen. Die
teleurstellingen zijn gekomen. Zelfs rijkelijk! Tegen V.V.V., te
Venlo, sleepten Van Dijk en zijn mannen één punt (onder protest
van de Venlonaren) uit een strijd, die er beslist geen aanspraak
op kon maken, in de afdeling „Kroonjuwelen-der-Ajax-historie"
te worden bijgezet. De enige goede aantekening is het onder
de stormlopen der Klaassens-Wilkes-formatie overeind blij
ven van de Ajax-defensie. Dat onze doelman, na het verstrijken
van de speeltijd, voor een door V.V.V. aangevochten scheids
rechterlijke beslissing nog eens onder de lat kon gaan staan
(èn moest capituleren), doet aan dit defensieve wapenfeit niets
af. Van Mourik en zijn makkers verdienen voor die voorlopige
nul onze hulde.
(Zoals bekend is het protest afgewezen.)
De eerste volle honderd procent teleurstelling waaide ons uit
de zo dikwijls bezongen stad van Gerrit (Schulte) tegemoet.
Binnen een kwartier was ons team, evenals de tegenpartij op
basketballschoenen, van het veld geveegd. De mannen uit Den
Bosch liepen, tot grote ergernis van de Ajax-supporters, over
onze ploeg heen, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld
was. Ver voor het einde van de eerste helft wees het scorebord
al drienul aan en voor het zelfde geld had de stand enige
cijfers hoger kunnen zijn. Bleyenberg, het lichtpunt uit onze
voorhoede, redde met een goed doelpunt, de al jaren lang in vele
voetbalverslagen naar voren gehaalde „broze eer".
Tegen D.O.S. kregen we even voor het leeglopen der tribunes
een pil te slikken, die vele Ajacieden de Zondagavond-soep niet
lekker deed smaken. Dat leverde de Utrechtse goalgetter Van
der Linden ons, waarbij Eddy hem een helpende hand toestak
door de bal te laten glippen. Een ongelukje, dat zijn strijdmak
kers van een gelijkspel weghield, een gelijkspel, dat gezien het
spelbeeld, ons team toch zeer zeker toekwam. Voor de rust heb
ben we de punten in ons zak gehad, maar doordat enige geheide
kansen prima trekballetjes van Willy Schmidt onbenut
werden gelaten, bleef de door een goed doelpunt van genoemde
Ajacied, verkregen voorsprong tot éénnul beperkt. D.O.S.
vond die achterstand te klein om bij de pakken neer te zitten,
ging hoe langer hoe beter spelen en toen een kwartier voor het
einde een ver schot buiten bereik van Eddy in ons net vloog,
konden we de zege afschrijven. Wim Anderiesen werd gebles
seerd, waardoor Henk Elzer weer eens in het veld verscheen.
Nauwelijks binnen de lijnen moest Henk een hoekschop toe
staan, die D.O.S. op fortuinlijke wijze de fel begeerde punten
bracht. Een teleurstellend einde (voor ons) van een match, die
qua spel toch wel bevrediging had geschonken.
De derby tegen de B.V.C. „Amsterdam" zal lang in de her
innering blijven voortleven. Voor de liefhebbers van sensatie
viel er veel te genieten vijf doelpunten, twee penalties, toe
schouwers die geen plaats konden krijgen, slepen met banken
en zitkussens gooien maar ook voor hen, die voor goed voet
bal waren gekomen, was het een beste Zondagmiddag. Beide
partijen hebben met volledige overgave en op sportieve wijze
gestreden voor de zege. Amsterdam is er mee schoot gegaan,
maar we geloven niet, dat zelfs de verwoedste aanhanger van
de Stadionclub daar tijdens de strijd in de eerste helft een ogen
blik aan gedacht heeft. Ons team had verreweg het beste van
het spel, was steeds voor het doel, dat Visser prima verdedigde,
te vinden, maar kon ook nu weer niet tot tastbare resultaten
komen. Kansen waren er bij de vleet, maar niemand be
halve Michels, die eenmaal met een prachtige kopbal Visser
passeerde was capabel, de score omhoog te drijven. Het
kostte ons uiteindelijk de zege. Nauwelijks was de bal voor de
laatste drie kwartier aan het rollen gebracht, of Amsterdam
stond weer naast ons. Penalty! Visser, raakte in het strafschop
gebied de bal met zijn hand aan. Bewust of onbewust! Wie zal
het zeggen Gevaar was er niet bij en kansen voor Amsterdam
zaten er beslist niet in. „Penalty", floot en gebaarde de heer
Ausum. Het zal wel uitstekend in orde zijn geweest, maar we
zien haast iedere Zondag overtredingen in het strafschopgebied,
die om een penalty schreeuwen, doch met een gebaar van „toe-
nou-jongens,-niet-kinderachtig-zijn" worden weggewuifd of,
wat nog prettiger is, niet eens worden opgemerkt. Maar goed,
Amsterdam kreeg een penalty te nemen en Tolmeyer miste niet.
Dat was dus geheel onnodig gelijk, plus een morele klap, die ons
team niet meer te boven is gekomen. Amsterdam profiteerde er
ogenblikkelijk van. De bal kwam op links, werd hoog voor ons
doel geplaatst, Eddy ging Tolmeyer voor het bruine geval aan
kijken was een strafschop, beweerde de heer Ausum na af
loop van de match zeer terecht miste en de middenvoor van
Amsterdam zei „dank u wel". Zou u met een leeg doel voor u en
niemand in de buurt ook hebben gezegd. Twee tegen één voor
Amsterdam dus. De inhoud van ons stadion deinde. De B.V.C.
„Amsterdam" moet heel wat supporters hebben. Toch bleken
Van Dijk
Anderiesen
Bleyenberg