Commentaar op „Brown's in het Ajax-Nieuws van October 1956 8 De heer A. de Wit Sr., 2e voorzitter van onze club, is in zijn pen geklommen, om commentaar te leveren op de door ons ge schreven „Kroniek" in het Octobernummer van het „Ajax- Nieuws". Onderstaand geven wij vriend De Wits commentaar, dat wij hier en daar hebben onderbroken (cursief gedrukt), waardoor re- en dupliek grotendeels zijn we het met elkan der eens dichter naast elkaar liggen, in extenso weer. De heer De Wit schrijft dan: Met grote belangstelling lees ik steeds de maandelijkse „Kroniek" van vriend Brown. Meestal ben ik het volkomen met hem eens, maar met de „October-Kroniek" niet, omdat hij daarin op mijn terrein is terecht gekomen, n.l. het reserves probleem van onze club, dat ik als voorzitter van de Elftal commissie (amateur), mijn terrein mag noemen. Daar ik door ziekte niet in de gelegenheid was, mijn commen taar in het clubblad van November te publiceren, moet u dus genoegen nemen met publicatie in het Decembernummer. De noodkreet over onze reserves hoor ik dikwijls in de ver gaderingen van onze Elftal-commissie en nu heb ik dan die kreet gehoord (gelezen) in ons clubblad. In onze E.C.-vergade- ringen haal ik dikwijls maar mijn schouders op, doch voor het clubnieuws voel ik mij verplicht te schrijven. Toen ik 21 jaar geleden in de E.C. kwam, hoorde ik deze op merkingen over onze reserves ook reeds en dat zal m.i. altijd wel zo blijven. Inderdaad, toen de heer De Wit en wij, jaren geleden in de Jeugdcommissie zaten, hebben wij dit probleem meer dan eens aangesneden. Dat wij wel degelijk goede reserves hebben, bleek, toen Henk Elzer, aan het einde van het vorig seizoen tegen Fortuna, uit viel en Wim Anderiesen, als amateur in het eerste elftal kwam. Wim speelt nu in het eerste als semi-prof en wel zo goed, dat het voor Elzer een hele toer zal zijn, hem te verbeteren. Toen Visser, in de wedstrijd tegen Willem 2 zijn entree maakte, slaagde deze jongeman volgens de couranten zo prima (ik kon deze match tot mijn spijt niet meemaken), dat zijn plaats in ons eerste elftal voorlopig als amateur zo goed als zeker is. Zie hier, vriend Brown, dit zijn reeds twee reserves uit ons amateur-arsenaal en als de nood op zijn hoogst is, zijn er nog meer. De fout zit echter hier; wij willen reserves hebben, die voor 100% klaar zijn, maarwil nu mijn vraag beantwoor den, n.l. zijn alle semi-profs in ons eerste elftal voor 100% klaar De vraag of alle semie-profs voor 100% klaar zijn, zullen we buiten beschouwing laten en over de zegge en schrijve twee reserves, die het inderdaad uitstekend doen, zullen we ook geen boom opzetten, want daar gaat het niet om. Waar het wel om gaat, is de vraag, hebben wij voldoende goede reserves. Die vraag moeten wij o.i. helaas, ontkennend beantwoorden en wij geloven beslist niet, dat de heer De Wit voor iedere speler uit het eerste, direct een goede vervanger bij de hand heeft. Het gaat bij voetbal precies als in het burgerlijk leven. Veel ouderen zijn overtuigd, dat de jeugd het niet zo doet, als de jeugd uit de tijd, dat zij zelf jong waren en zich dus niet kunnen of willen overschakelen naar de hedendaagse toestanden, over tuigd als zij zijn, dat de tegenwoordige jeugd er niet zoveel voor over heeft, als zij vroeger. Ik ben het hiermede beslist niet eens! Kijk slechts naar andere sporten. Olympische- en wereldrecords worden nog steeds verbeterd en dit geeft toch wel te denken. Maar om bij voetbal te blijven; het criterium zit m.i. in het feit, dat men bang is, een 2e elftalspeler of uitblinkers uit lagere elftallen in het eerste op te stellen, omdat (het eerste wat men hoort) „het tempo in het le team veel hoger ligt", maar men vergeet, dat veel reserves tweemaal per week met het eerste elftal trainen en om een zeker tempo op Zondag te kunnen spelen, moet men dit tempo toch op peil houden. Het was daarom beter geweest, met beker- en vriendschap pelijke wedstrijden reserves in te zetten op plaatsen, die voor vervanging in aanmerking komen, maar hier sprak het egoïsme van onze semi-profs een woordje mee, n.l. er was geld te ver dienen en dan staat men niet graag zijn plaats af aan een ama teur; stel je eens voor, dat deze amateur het beter doet. De wedstrijd VolendamAjax was het beste bewijs, dat het alleen om het geld ging, immers voor de spelers het veld be traden, werd reeds gezegd „jongens, denk om je benen". Als je zo het veld ingaat, hoe kan je dan een wedstrijd met vier reserves winnen. Wij leven nog niet in de tijd, dat betaalde spelers elkander in de strijd sparen en proberen met goed en fair voetbal te winnen om dan een week later weer fit and well aan de slag te kunnen gaan. Wedstrijden als FeijenoordAjax zijn er nog te weinig. Nu speelt Volendam wel hard, maar niet gemeen. De wijd- broeken zijn gezonde jongens, die wel een stootje kunnen hebben en nu er een grote premie op deze wedstrijd stond, was ons lot reeds bij voorbaat bezegeld en werden wij voor verdere deel name aan de bekerwedstrijden uitgeschakeld, hetgeen fin an - ciële schade betekende en niet alleen voor onze vereniging. De heer De Wit zal het wel met ons eens zijn, dat dit ge deelte uit zijn artikel geen commentaar op onze „Kroniek" is. Dat Ajax geen reserves heeft, ben ik totaal niet met je eens, immers Ajax 2, 3, 4 en 5 staan één of nummer twee op de resp. ranglijsten van hun afdelingen. Hebben de clubs, waartegen deze elftallen uitkomen, dan helemaal geen reserves In de eerste plaats hebben wij helemaal niet beweerd, dat Ajax totaal geen reserves heeft het gaat ons om spelers, die klaar zijn, eerste elftallers, bij voorkomende gevallen goed te vervangen en in de tweede plaats kunnen we over de re serves van andere clubs, in negen van de tien gevallen, beslist niet hemelhoog juichen. Dat deden we meer dan twintig jaar geleden (samen) al niet en nu nog niet. Waarde vriend Brown, is het je wel eens opgevallen, dat de voorhoede van ons tweede elftal, t.w. Winter, Butter, Goedkoop, Burgers en Bartels, van het vorige seizoen, werd overgedaan aan semi-prof-verenigingen van de eerste divisie en doen deze spelers het daar zo slecht In ieder verslag van de matches, die zij spelen kan je hun namen lezen enzo'n groot verschil is er toch niet tussen ere- en eerste divisie. Denk nog maar eens aan de wedstrijd AjaxStormvogels. Het is ons beslist opgevallen, dat genoemde spelers aan andere clubs werden overgedaan en ook weten wij heel zeker, dat die spelers in ons eerste elftal vele malen een kans hebben gehad en„te licht" werden bevonden. Als het van die prima reserves waren geweest, was de „transferlist" er o.i. niet aan te pas gekomen. Vriend Brown, nogmaals, Ajax heeft wel degelijk reserves (als onze amateur-afdeling iedere keer een speler kan opleve ren als Anderiesen of Visser, ben ik best tevreden), maar geef deze jongens van tijd tot tijd de gelegenheid, te bewijzen,'dat zij capabel zijn of niet. Voor bewijzen van bekwaamheid zijn we direct te vinden. Mocht blijken, dat deze reserves niet geschikt zijn, laat ze dan weggaan. Er zijn beslist nog clubs, die deze Ajax-reserves graag willen hebben. Koop dan, aan het einde van het seizoen, uit de uitverkooplijst, maar of deze spelers zoveel beter zijn weet ik nog niet ener zijn dikwijls rouwkopen bij. Vriend Brown, ik hoop, dat je het mij niet kwalijk neemt, dat ik eens recht voor de vuist heb geantwoord op de „Kroniek". Clubgroetend, A DE Sr Natuurlijk zijn er clubs, die reserves van ons graag willen hebben, maar uiteindelijk spelen wij in de Ere-divisie en zij, die het Ajax-shirt voor andere kleuren ruilden, of moesten ruilen, zijn we nog niet in onze afdeling tegen gekomen. Of we ze ooit zullen tegenkomen, wagen wij te betwijfelen. Maar, nogmaals, het gaat ons niet om één of twee goede reserves, maar om een team, om een kluit, of voor ons part, om een paar dozijn. Daar moeten we naar toe en vandaar onze cri de coeur in de „Kroniek", die jij, oude sobat Arie, onder de loupe nam. Het je kwalijk nemen, doen we beslist niet, daarvoor sjouw den we samen te lang letterlijk en figuurlijk - achter de rood-witte voetbal. BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1956 | | pagina 8