.We&Strud. VerJlagen despots FEI JEN OORDA J AX 7—3. Wanneer je, zoals ondergetekende, voor de eerste maal in het Feijenoord-stadion komt en het je direct opvalt, dat het er van binnen veel aardiger uitziet dan de op een scheepswerf lijkende buitenkant, kan je na het aanschouwen van een juweel van een grasmat en het gezellige vollopen van deze arena, slechts hopen een goede wedstrijd te mogen zien. Hoop om met winst naar Amsterdam terug te kunnen keren is je door de voorspellingen van de „grote pers" met voorna melijk Rotterdammers reeds ontnomen en direct na de toss, als alle fotografen zich om de doelpalen van Pieters Graafland opstellen, begin je zelfs in een downstemming te komen en probeer je je nog te herinneren wat deze perslieden van mening waren, dat er zou gaan gebeuren. Een grote wedstrijd is het niet geworden, daarvoor was dit Feijenoord te oppermachtig en speciaal in de eerste helft toen dit volkomen geladen elftal op volle toeren draaide, was het ondanks een zwak verweer onzerzijds een genot om er naar te kijken. In hun voorhoede kunt u vier prima individualisten vinden, vanaf de linksbuiten tot en met de rechtsbinnen. Moulijn als linksbuiten en Schouten als rechtbinnen zijn de grote mannen, prima techniek en vol schijnbewegingen, de defensie volkomen uit elkaar spelend, alles vlak langs de grond. Jullie defensie zullen ze murw spelen had een uiterst bevoegd confrater van de grote pers mij voor de wedstrijd toegevoegd en hij kreeg vol komen gelijk. Met Bak en Van der Gijp als prima positiespelers tussen bovengenoemd duo, kreeg onze verdediging het uiterst zwaar en bijna alle doelpunten werden van korte afstand ge scoord, waarvan Den Bleyker als rechtsbuiten er vier voor zijn rekening nam. Door de 40 nederlaag tegen D.O.S. voelde deze Feijenoord- ploeg zich blijkbaar verplicht om volledige rehabilitatie van haar grote aanhang (60.000 toeschouwers) af te dwingen en zij is daar volkomen in geslaagd. Vanaf de eerste minuut werd er in een enorm tempo gespeeld en bij de pauze wees het scorebord reeds een 50 stand aan. Tegenover een doorlopende serie kunstig opgebouwde aan vallen van Feijenoord konden wij in de aanvang slechts enkele losse aanvallen stellen, Michels kopte een voorzet in de rich ting van het doel, waar de keeper niet aan te pas behoefde te komen en v. d. Kuil schoot, na een opbrengen van Geelhuizen, naast. 25 minuten waren voldoende om de Rotterdammers aan een 30 voorsprong te helpen en alleen het eerste doelpunt dat Den Bleyker uit een pass van Bak scoorde leek mij buiten spel toe. Bij het tweede doelpunt greep onze doelman, bij een van richting veranderde bal, mis, na even te voren in een Directie CAREL C. KAMLAG en TOM MANDERS pijnlijke botsing met Den Bleyker te zijn gekomen. Schouten had reeds een eenvoudige kans gemist en Van der Gijp had het derde doelpunt gescoord uit een voorzet van Moulijn, waar ik op dit moment meer een linksbiónen dan een linksbuiten in zie, daar zijn corners en voorzetten op afstand, lengte missen. Het bleef alle^ Feijenoord wat de klok sloeg en toch kwamen wij, door enkele tegenaanvallen, bij de rust nog tot een gelijke cornerverhouding n.l. 55. Voornamelijk in de periode toen F. reeds winnaar was slaagden wij hierin. Het vierde doelpunt kwam voor een schoonheidsprijs in aan merking. In weergaloos tempo, waar de middenlinie met de uitblinkende Steenbergen aan meewerkte, werd weer een ra zend snelle aanval via de linkervleugel opgebouwd, een listig overstapje (Eddy kreeg niet eens de tijd om het kaartje te knippen) en Den Bleyker voltrok het vonnis. Dezelfde speler schoot nog eens tegen de paal en v< d. Gijp maakte bij een algemene aanval 50. Overmoed en te veel onnodig uitgevoerde individuele hande lingen behoedden ons voor een grotere achterstand. De tweede helft zouden wij, achteraf beschouwd, met 32 gaan winnen, hoewel de eerste F.-aanval volop scoreverhoging inhield. Bleyenberg, met Anderiesen en Van der Kuil, (tot zijn ver vanging) voor de rust ongeveer de enigen, die tot een goede prestatie konden komen, bood de vele Amsterdammers met een zeer behoorlijk doelpunt na een solorush nog enige hoop (51). Het antwoord der Rotterdammers liet niet lang op zich wachten, een verkeerd begrijpen tussen Schmidt en Den Edel bood rechts back Van Kerkum de gelegenheid om tot ons strafschopgebied op te rukken en Schouten een kans te bieden om de score te verhogen (61). Bij een volgende F.-aanval toonde Eddy zyn capaciteiten. Feijenoord deed het wat kalmer aan, het tempo zakte en wij kregen gelegenheid om enige behoorlijke aanvallen op te bouwen met een ver aansluitende verdediging. Doelman Onderstal verrichtte een prima redding, schoot de bal zeer ver uit, collega P. Gr. werd in een dwangpositie gebracht door zeer ver te moeten uitlopen, Moulijn behield de bal en het werd een spelletje tussen vier aanvallers en een enkele teruggekomen Ajacied, met als resultaat, dat v. d. Gijp een score tot stand bracht van 71. Als de score zo was gebleven, had Feijenoord volledig re vanche genomen voor de nederlaag, die zij jaren geleden op ons oude veld met deze cijfers incasseerde. Wij kwamen er echter wat beter in en nadat Bleyenberg en Den Edel het doel wat te hoog hadden gezocht, maakte Michels in een donkere wereld een tweede tegenpunt van behoorlijke afstand op een moment dat er reeds om een witte bal was gevraagd. Den Edel loste nog een vliegend schot dat de keeper tot corner verwerkte en uit een algemene aanval maakte Ouder- land ons derde tegenpunt, toen er bij de linkerverdediging (niet het sterkste gedeelte) enige verwarring heerste. De 73 einduitslag was hierdoor nog enigszins dragelijk ge worden. Naar mijn bescheiden mening heeft ons elftal beslist niet veel zwakker gespeeld als wij tot nu toe hebben gezien, maar tegen dit Feijenoord kwamen onze tekortkomingen vol ledig naar voren. Diverse collega's uit onze ere-divisie zouden er misschien met dragelijker cijfers zijn afgekomen, maar dit geladen, overtui gend spelend Feijenoord, zou ook van hen de volle buit hebben bemachtigd. Zeven tegenstanders zagen gezamenlijk kans slechts zeven doelpunten tegen ons te scoren, de in blauw gestoken Feijenoor- ders knapten dit alleen op. Er was wederom een sportieve wedstrijd aan de reeks ontmoetingen tussen beide verenigingen toegevoegd en van de 70 te behalen punten, in competitie- en kampioensvoetbal, heeft Feijenoord er nu 38 in haar bezit. De meningen van onze bestuursleden waren: 1. Enorm verschil in tempo; slechte dekking; minderwaardig heidsgevoel; klasse verschil. 2. Beslissende eerste helft met overduidelijke Feijenoord- meerderheid. 3. In de eerste helft miste ons spel alle overtuiging. 4. Verdediging niet in vorm; Ook verdiende overwinning; ver loren voor wij begonnen. 5. Feijenoord veel beter; deprimerende goals in de eerste helft; klasseverschil. De nestor van onze sportverslaggevers, de heer Meerum Terwogt, vond de eerste helft buitengewoon mooi met af en toe herinneringen aan het beste Engelse spel dat hij ooit in zijn (Vervolg op pagina 18)

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1956 | | pagina 16