2
Vermoedelijk zal wel niemand willen beweren, dat de fraaie
resultaten, die captain Van Dijk en zijn mannen tot nu toe
boekten we schrijven deze regels na de match AjaxM.V.V.
in de lijn der verwachtingen lagen. Zeker, we wisten allemaal,
dat door de opname van Schmidt en Bleyenberg, ons team in
kracht had gewonnen, maar ook was in oefenpartijen duidelijk
naar voren gekomen waar de schoen wrong ènnog wringt.
Kort en duidelijk gezegd: een Ajax-elftal van uitzonderlijke
klasse hebben we niet. En kijk nu eens naar de cijfers! Tien
punten uit vijf wedstrijden! Tien punten behaald op tegenstan
ders van formaat, door een ploeg, die vlak na de start door het
uitvallen van Bijker (AjaxN.A.C.) in feite al uit balans lag.
Die balans werd nog meer verstoord, toen Schmidt, tegen het
einde van de derde match (AjaxG.V.A.V.) geblesseerd ge
raakte. In drie wedstrijden waren we twee prominente spelers
kwijt, de derde topscorer Den Edel verdween tijdens de
strijd tegen M.V.V. van het toneel. Toch behaalden we uit vijf
partijen de volle winst. Tien punten! Cijfers liegen niet! Men
beweert het!
Er zijn clubs, die ook al met geblesseerde spelers sukkelen.
Sparta b.v. telt er vier. Geen kleinigheid! De resultaten, die de
Rotterdammers tot nu toe behaalden, zijn beslist niet om een
ieder, die zich Spartaan voelt, in vuur en vlam te zetten. In
tegendeel! En toch gaan Terlouw en zijn mannen we lazen
het in hun clubblad „De Spartaan" met de beste voornemens
naar de trein of naar hun „Kasteel". Ze gaan zoals dat
tegenwoordig heet èr voor! Cijfers liegen niet we vertelden
het al dus ook de Sparta-cijfers liggen beslist niet naast de
waarheid. Sparta en Ajax lopen wat blessures betreft dus tame
lijk parallel. Met het binnenhalen van punten niet. Wij kwamen
volop aan onze trek, Sparta heeft het met een bitter beetje
moeten doen. Hoe kon dat Geef er eens een verklaring voor. De
kampioen van Nederland, Rapid J.C. journalistieke lofzangen
over de prestaties van de Zuiderlingen liggen nog glashelder
in het gehoor is de kluts volkomen kwijt. Wat is daar de
oorzaak van? Oververmoeidheid? Het lange seizoen mis
schien? Vroeger weer „het-goeie-oue-vroeger" behaalde
onze club kampioenschappen aan de lopende band. Er waren
series van drie bij. Over vermoeidheid werd niet gekikt. Toe
gegeven, hooguit vijf en twintig matches moesten worden ge
speeld om het ere-metaal in de wacht te slepen. Het afgelopen
seizoen was men om en nabij veertig maal aan het duelleren voor
het bezit van de gouden plak. Geen peuleschil! Dat de lieden,
die toen midden in het strijdgewoel stonden, nu nog naar adem
lopen zoeken, is niet zo heel erg verwonderlijk. Nuchter be
schouwd, zelfs zeer verklaarbaar, maarwat te zeggen van
N.A.C. De mannen uit Breda draaiden tot het laatste fluit
signaal mee. Zij misten de champagne, de traditionele rijtoer-
door-de-stad en de dolle-feestavond, door een nederlaag op de
valreep. Het scheelde slechts een baby-haar. En tochN.A.C.
doet het ook dit seizoen weer goed. Ra-ra-hoe kan dat De over-
vermoeidheid-en-lange-seizoen-theorie kan dus bekeken uit
de N.A.C.-hoek overboord
We zouden het niet gaarne willen beweren, maar toch
Natuurlijk is het mogelijk, dat N.A.C. goede reserves achter
de hand heeft, 't Kan zijn en zo ja, dan is dat erg prettig voor de
club van de heer Verlegh. Maarhoevéél clubs hebben goede
reserves achter de hand? We hebben zo'n idee, dat het aantal
gemakkelijk te tellen valt.
Als we nu eens heel dicht bij huis blijven
Kunnen wij. beweren, dat wij er heel dik in zitten? Het zou
struisvogelpolitiek zijn, deze vraag bevestigend te beantwoor
den. Inderdaad hebben we enige reserves waarmede we voor de
dag kunnen komen, maar voor het opscheppen liggen ze beslist
niet. In de jeugdafdeling lopen spelers rond, die veel vbor de
toekomst beloven. Die toekomst is in sommige gevallen nog
tamelijk ver weg en bovendien U weet het een wissel op de
toekomst is een vrij broos bezit. Het is in deze harde compe
tities niet uitgesloten, dat we eerder een beroep op reserves
moeten doen dan gewenst. Weliswaar gaat het volgend jaar,
begin Juli, de deur van de spelersbeurs wagenwijd open, kunnen
de clubs weer nieuwe spelers aantrekken, maar dat kost han
denvol geld en„rouwkopen" zitten er ook tussen. Niet lang
geleden hebben we een geluid gehoord over een selectieploeg.
Als we ons goed herinneren was het de stem van de heer Knijn,
lid van onze jeugdcommissie. Hij wilde, als we het wel hebben,
een geselecteerde jeugdploeg een speciale training laten onder
gaan. De idee was niet slecht, maar door verschillende oorzaken
practisch niet te verwezenlijken. Misschien is zijn plan met vijf
a zes spelers, die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk
heid in het eerste elftal opgesteld kunnen worden, wel te pro
beren. Het is maar een suggestie, die o.i. het overpeinzen
waard is.
Het is nog niet zo heel lang geleden, dat „betaald voetbal"
aan de orde werd gesteld. De strijd staat U nog helder voor de
geest. We zijn er van overtuigd. In de periode, de rumoerige
periode kunnen we wel zeggen, van „voor of tegen", werd een
ieder, die het wilde lezen, door pennen van allerlei slag duidelijk
gemaakt, dat amateurclubs weinig of „niets te vrezen" hadden.
Leden van deze verenigingen konden precies als voorheen rustig
hun balletje blijven trappen. Och, leden van clubs uit de onder
afdelingen trapten vroeger rustig hun balletje en doen dat nu
nog. Er is niets veranderd, betaald voetbal interesseert die
voetbalvrinden maar heel weinig. Hoogstens hebben ze interesse
voor de uitslagen en de Toto. Maar clubs, die vroeger in hoger
regionen huisden, trappen nu niet meer zo rustig tegen de bal.
De geldmiddelen! Tweede en derde klassers pikten vroeger zo
nu en dan een graantje mee! Dat is vrijwel over. In Den Haag
zijn de amateurclubs blij, dat ze bij elkander zijn ingedeeld.
H.V.V. tegen Wilhelmus denkt U even in brengt wat geld
in de lade. H.V.V. tegen H.R.C. b.v., zegt de Hagenaar niets.
Daar gaat hij beslist niet naar toe. Wel naar V.U.C.H.B.S. of
naar H.V.V. tegen Wassenaar. Daar zit nog een beetje muziek
in. Maar voor de restOver „niets te vrezen" gesproken!
A.F.C., dat aan de Arol-bekermatches een bron van inkom
sten had, juicht over dat „niets te vrezen" ook niet. We weten
het heel zeker. En de mannen van de „Zilveren Bal" kijken ook
niet meer erg hoopvol naar het begin van het nieuwe seizoen.
Het kasboek is nogal dun geworden. Misschien één blaadje!
Het was te voorzien
De mogelijkheid voor een extra dikke recette is in de grond
geboord. Het laat de „pennen van allerlei slag" Siberisch.
In hun kranten van het „Zilveren Bal en Arol-front"
weinig of geen nieuws! Papier is nogal kostbaar!
Schreven we na de match tegen M.V.V. het een en ander over
reserves (zie boven), een week later kwam al heel duidelijk aan
het licht, dat er op dit terrein bij ons iets niet goed zit. Toen
in Antwerpen ons nationale elftal heel duidelijk aan het de
monstreren was, dat „beter voetbal", wat ons land betreft,
beslist nog illusoir is, probeerden, in het bij buitenlanders zo
gewilde Volendam, elf Ajax-spelers de voetbalfavorieten van
genoemd plaatsje van een grote, straks netjes opgepoetste,
beker weg te houden. Die beker, K.N.V.B.-beker genaamd, gaat
niet naar Amsterdam, omdat elf Volendammers, belust op een
uitgeloofde vette premie, daar niet iets, maar véél op tegen
hadden. Het zat die elf Volendammers enigszins mee, omdat:
a. die elf Ajacieden niet helemaal eerste elftalspelers waren (er
liepen vier Ajax-reserves over de Volendamse grassprieten)
b. die elf Ajacieden, er niet als de Volendammers, lékker tegen
aan gingen. Beide factoren hielpen een stevig handje mee aan
onze beker-dood, die, gezien het spel van „vele vaste medewer
kers" zonder meer verdiend was. Niet voor vriend Geelhuyzen,
die meer dan z'n best heeft gedaan. Maar daar gaat 't hier niet
om, óók niet om die beschamende nederlaag. Waar het wel om
gaat, is de brandende vraag; hoe staat het met onze reserves?
Arie de Wit Jr., moest de geblesseerde Van Mourik vervangen.
Arie, heeft zijn best gedaan, mislukte, omdat hij zonder ver
trouwen in eigen kracht rondliep èn omdat hij zich aan niemand
kon „optrekken". Van Mourik gaat normaliter nog vele jaren
mee, maar dat kunnen we beslist niet van alle spelers, die in
het eerste elftal uitkomen, zeggen.
Misschien staan we eerder voor een voldongen feit dan we
denken. Regeren is nog steeds vooruit zien. Dat er dus aan het
„reserves-probleem" met man en macht gewerkt moet worden
staat als een paal boven water. Het is dringend!
BROWN.