Reddend bloed
Reeds in oude tijden heeft bloed een belangrijke rol gespeeld.
Men beschouwde het als een stof, waaraan men een kracht toe
kende. In vele gebruiken in de meest verschillende religies komt
de aan bloed toegeschreven macht tot uiting, als b.v. in de be
strijking met bloed tegen boze invloeden. De Grieken en Romei
nen kenden eveneens dit gebruik. In het Oude Testament komt
de macht van het bloed ook tot uitdrukking en wordt het de
„ziel" van het vlees genoemd. Onze taal is rijk aan woorden, die
er op wijzen, dat men met „bloed" een zekere sterkte, kracht of
adelijkheid wil aangeven. Het gebruik van bloed in de genees
kunde is reeds van oudsher bekend en dat is begrijpelijk. Men
zag immers offerdieren aan bloedverlies sterven en vijanden
door de hun toegebrachte wonden aan bloedverlies bezwijken;
men besefte dus, dat het bloed vitale krachten van het lichaam
herbergde. Bovendien geloofden velen, dat het bloed de zetel
was van de ziel. Allerlei ziekten en uitputtingstoestanden wer
den toegeschreven aan het verlies van de kracht, die in het bloed
aanwezig was. Wat lag meer voor de hand dan dat men trachtte
dit bloed te vervangen door dat van gezonde en jonge mensen
Meerdere oude geschriften spreken over bloedtransfusie. Zo
lezen wij in oude Joodse handschriften, dat Naam, prins in het
leger van Ben-Adad, koning van Syrië, lepra kreeg; men ont
nam hem bloed uit de aderen, terwijl hij ander bloed in de aderen
ontving. Men moet wel bedenken dat onze bloedsomloop slechts
ongeveer drie eeuwen bekend is. De ontdekking van deze circu
latie als een gesloten geheel door William Harvey vond eerst
plaats in 1628. Wij mogen aannemen dat deze ontdekking de
stoot heeft gegeven tot de uitvoering van bloedtransfusie op een
wijze zoals wij deze thans kennen.
R. Lower was de eerste die in 1666 een duidelijke beschrijving
gaf van een bloedtransfusie, die van de ene hond op de andere
werd verricht. Hierna volgden proefnemingen van het over
brengen van dierlijk bloed op de mens met wisselend resultaat.
Eerst in de negentiende eeuw kwam men tot de overtuiging, dat
alleen met gelijksoortig bloed gunstige resultaten waren te
bereiken.
De grote ontdekking van de bloedgroepen A, B en AB door
Landsteiner, snel gevolgd door die van de bloedgroep O door
Decastello en Stürli vond plaats in 1901 en 1902. Eerst in 1908
werden de eerste agglutinatie-proeven verricht vóór de bloed
transfusie. In 1940 werd door Landsteiner en Wiener de z.g.
Rhesus-factor gevonden.
Ondanks deze ontdekking zijn na 1900 nog vele moeilijkheden
overwonnen, alvorens het verrichten van een bloedtransfusie
gemeengoed werd, waarbij gedacht moet worden aan de ver
schillende transfusiemethoden en het gebruikte instrumenta
rium.
Omstreeks 1930 begint men de bloedtransfusie als behande
lingsmethode in de kliniek meer en meer toe te passen. Al vrij
snel ontstaat dan de behoefte aan een kern van vaste gevers,
waarvan de bloedgroep bekend is en die onmiddellijk kunnen
worden opgeroepen wanneer een bloedtransfusie moet worden
verricht.
In de grote steden worden kleine groepen gevormd onder
leiding van een medicus die allen keurt en registreert. Zij geven
nog geen organisatorische moeilijkheden.
Anders wordt het, wanneer het indicatiegebied voor het ver
richten van een bloedtransfusie zich na een tiental jaren gaat
verruimen. Dan ontwikkelt zich de behoefte aan grotere en aan
meerdere diensten.
De enorme groei van de bloedtransfusiedienst in Nederland
kan ik het beste illustreren aan de hand van de volgende cijfers
In 1945 werden in ons land 10.000 transfusies van vers bloed
verricht (5000 liter bloed), in 1955 bedroeg dit aantal 115.000
(60.000 liter bloed). Daarbij zij opgemerkt dat er in 1945 enkele
plasma-transfusies werden verricht en in 1955 ongeveer ,40.000
plasma-transfusies.
Het aantal donors steeg in deze jaren van ongeveer 24.000 tot
96.000. Het aantal bloedtransfusiediensten van 47 tot 100.
De bloedtransfusiediensten hebben een stormachtige groei
moeten doormaken om in deze snel stijgende behoefte aan bloed
te voorzien.
De ontwikkeling van de bloedtransfusiedienst in Nederland
is van het begin af aan gestuwd in de richting van het Neder-
landsche Roode Kruis. Het geven van bloed voor een medemens
is een daad van naastenliefde en in het kader van een vereni
ging als het Roode Kruis worden ongetwijfeld de beste voor
waarden gevonden om dit principe te handhaven en te bescher
men.
In 1930 kwam de eerste bloedtransfusiedienst van het Neder-
landsche Roode Kruis te Rotterdam tot stand en wij mogen ons
gelukkig noemen dat thans 100 transfusiediensten in Nederland
ressorteren onder een vereniging die geen winstbejag nastreeft.
Ter vergelijking mag ik U wijzen op hetgeen in dit opzicht ge
schiedt op enkele plaatsen in Amerika. Daar kent men particu
liere instellingen, die z.g. bloedbanken oprichten en bloed leve
ren aan ziekenhuizen. De gevers krijgen voor iedere gift 5 dollar
en een kolf bloed wordt voor veel hogere bedragen verkocht aan
de ziekenhuizen. De gevers komen vaak uit de laagste klasse
der maatschappij. Het zijn meerdere malen personen, die slecht
behuisd zijn en van de ene bloedbank naar de andere lopen om
hun bloed te verkopen. Zij zelf noch de bloedbanken vragen zich
af wanneer zij foor het laatst bloed hebben afgestaan. De bloed
banken gaat het er alleen maar om zo goedkoop mogelijk en zo
veel mogelijk bloed te krijgen; de gever geeft zijn bloed om
geldelijk gewin. De instellingen die deze „bloedhandel" drijven,
houden de oprichting van goed functionerende bona-fide trans
fusiediensten vaak tegen omdat deze hun materiële belangen
niet kunnen en willen steunen.
Een goed georganiseerde bloedtransfusiedienst voorkomt deze
mistoestanden. Het voorschrift voor de bloedtransfusiedienst,
samengesteld door de Centrale Bloedtransfusie Commissie van
het Nederlandsche Roode Kruis, geeft richtlijnen waardoor de
verantwoordelijkheid ten opzichte van de gevers zowel als van
de patiënten is gewaarborgd. Alle gevers worden als regel twee
maal per jaar gekeurd. Alleen gezonde personen worden als
donor ingeschreven. Speciale aandacht wordt gegeven aan het
bloedonderzoek, ook worden allen op gezette tijden doorgelicht.
Gebleken is dat menselijk bloed niet alleen ter aanvulling van
een tekort aan bloed, door welke oorzaak dan ook, van grote be
tekenis is, doch dat daarnaast door het toedienen van bloed ver
schillende noodzakelijke stoffen zoals stollingsbevorderende
factoren, anti-stoffen tegen ziekteverwekkers e.a. kunnen wor
den overgebracht.
Thans is ongeveer 1% van de Nederlandse bevolking vaste
bloedgever. Gezien de steeds groter wordende vraag naar bloed
en bloedproducten, trachten wij dit aantal op te voeren tot 2!%
van de bevolking. Moge dit percentage snel bereikt zijn, mede
als uiting van waardering voor de eerste honderdduizend bloed
gevers, die een voorbeeld zijn voor ons allen. Gezien de sterke
vooruitgang van de levenskansen, de toeneming van de gemid
delde leeftijd en het ouder worden van de bevolking, heeft de
Centrale Medische Bloedtranfusie Commissie onlangs in haar
plenaire zitting besloten de leeftijdsgrens van donores te ver
hogen tot 65 jaar. Het is mij bekend dat de donores van onze
dienst deze beslissing met blijdschap begroeten.
J. R.
Weteringschans 185- 223 - Telefoon 31842-39596-36231-36890 - Amsterdam
Kantoorartikelen
Doorschrijfsystemen
Schrijfmachines
Tel- en Rekenmachines
Kantoor- en Bedrijfsmeubelen