Hoofdklasser Old Soldiers never die 4 Nu het seizoen ten einde is en bekroond met het bereiken van de Hoofdklasse, neem ik als aanvoerder gaarne de gelegenheid waar, in ons prachtige clubblad hierover enige woorden te schrijven. Laat ik dan beginnen met vast te stellen, dat de laatste twee competities wellicht de zwaarste zijn geweest, die ooit door een Ajax-elftal zijn gespeeld. Het ging er om, of Ajax zijn fraaie positie, die zij altijd in het Nederlandse voetbal heeft ingeno men, zou kunnen handhaven, dan wel, of onze vereniging zou afzakken naar lagere regionen. Immers, zouden wij het niet halen, dan stond voor mij vast, dat wij er niet in zouden slagen het verloren terrein binnen enige jaren te herwinnen; daarvoor schoten de technische capaciteiten te kort. Het overwicht, dat Ajax vele, vele jaren op dit gebied op practisch al zijn tegen standers heeft gehad, was de laatste jaren bijna geheel ver dwenen. Vele clubs zijn ons zelfs voorbij gestreefd. Gelukkig heeft ons elftal getoond over een vechtlust te be schikken, die menig tegenstander heeft verbaasd en niet bij ons gezocht zou hebben. Onze start was matig, onze tussensprint geweldig (15 wed strijden ongeslagen) maar daarna ging het mis, totaal mis. Niets wilde meer lukken. Onze voorsprong op de beruchte „ne gende plaats" werd steeds kleiner en vele aanhangers, waaron der verstokte Ajacieden, hadden de hoop op een plaats in de hoofdklasse reeds lang opgegeven. Maarde spelers niet. Iedere trainingsavond en zelfs na een verloren wedstrijd, was hun optimisme niet te stuiten. Wij zouden er komen. Op het veld verloren wij, maar in de kleedkamers werd de basis ge legd voor het uiteindelijk succes. Gaarne breng ik de spelers dan ook de hulde die zij verdienen. Hier werd weer eens bevestigd, dat een goede geest in een team goud waard is. Tevens wil ik van deze plaats alle bestuurs- en commissie leden hartelijk bedanken voor de buitengewone verzorging, die de spelers het afgelopen seizoen hebben gehad en, heren, ik kan U verzekeren, dat Uw werk in hoge mate heeft bijgedragen tot het behaalde succes. Dit succes moet ook voor U een grote vol doening zijn geweest na het zware en vele werk, dat gedaan moest worden. De eer gaat altijd naar de spelers, maar de men sen achter de schermen dienen zeer zeker in de hulde betrokken te worden. Om aan het begin van het afgelopen seizoen een be noeming als bestuurslid te aanvaarden, daar was volgens mij moed voor nodig. Zou alles goed gaan, dan had men overal kunnen horen: „Vanzelfsprekend dat Ajax er komt. Een hoofd klasse zonder de naam Ajax is niet denkbaar." Maar als het nu eens niet goed was gegaan? Wat dan? Deze mensen zouden „gekraakt" zijn. Niets was er goed geweest! „Prullen waren het." „Van voetbal hadden zij totaal geen verstand, laat staan van een elftal opstellen." Gelukkig voor hen is alles goed ge komen en onze vereniging mag gerust trots op deze mensen zijn. Een speciaal woord tot onze aftredende voorzitter, de heer Koolhaas, is hier zeker op zijn plaats. De heer Koolhaas zal bij zijn afscheid op 30 Juni a.s. zeer vele cadeaux in ontvangst mogen nemen. Daarvan ben ik overtuigd. Maar ook weet ik zeker, dat, toen de heer Koolhaas de uitslag van de wedstrijd A.D.O.—Ajax vernam, hij bij zichzelf heeft gedacht: „Het mooiste afscheidscadeau dat men mij kon geven, hebben onze spelers reeds verzorgd." Mijnheer Koolhaas, namens alle spe lers proficiat en wij hopen U nog vele jaren in goede gezomüieid met Uw vrouw bij de wedstrijden van Ajax aanwezig te zien. Dan is er nog één man, die ik gaarne in het zonnetje wil zetten. Dat is onze trainer „Herr Humenberger". Ik heb Karl nu twee seizoenen als trainer meegemaakt. Ik heb zo hier en daar mijn oor bij de spelers te luisteren gelegd. Karl staat er uitstekend bij hen op. Hij heeft ons elftal door twee zeer zware seizoenen naar de Hoofdklasse gevoerd op een wijze, die nie mand hem nagedaan, laat staan verbeterd zou hebben. Hij heeft een prachtige geest in ons elftal gebracht. Niets was hem teveel. Hij deed alles voor „zijn jungens". Wij, spelers, kunnen hem niet genoeg waarderen. Hij was niet alleen op het veld onze raadgever, maar veel meer nog daarbuiten. Het liefst zou Karl het hele elftal een jaar bij hem in huis hebben genomen om voor zijn spelers te zorgen. Karl, wij rekenen ook het volgende jaar op je. Ook Dr. Posthuma wil ik gaarne namens alle spelers bedan ken voor de vele goede tips, die hij ons dit seizoen heeft gegeven. Hij staat ieder ogenblik voor ons klaar en wij waarderen dit zeer. Van deze plaats ook mijn dank aan allen, die dit seizoen zo intens met ons hebben meegeleefd. Hun steun heeft ons de kracht gegeven, tot het laatste door te zetten. Voor de toekomst wil ik mij niet aan een voorspelling wagen. Het komende seizoen zal echter weer zwaar voor de spelers worden. Als ik de zestien momenteel bekend zijnde Hoofdklas sers bekijk, moet ik eerlijk zeggen: „Een stelletje reuzen". Wij hebben aan de start meer kans op één van de laatste plaatsen dan op één van de bovenste. Dit is geen pessimisme maar pure realiteit. Technisch liggen wij op de meeste ploegen achter. Maar ook het volgend seizoen zal het in verband met de lengte weer op de lichamelijke conditie aankomen. Daarom, jongens, volgt de adviezen van Karl op en dan twijfel ik er niet aan, of menig sterker geachte tegenstander zal weer tegen ons sneuve len, omdat wij waren en ook volgend seizoen weer zullen zijn „Rood-Witte Leeuwen". G. J. VAN DIJK. B. S. LE MARCHË. Ajax twee, drie en vijf, enzovoort, enzovoort, ze peurden de titel als paling aan boord. Ik poch niet, dat weet U wanneer U mij kent, maar 'n aantal heeft hierop een abonnement. Jij hebt dit besluit, Maar, vrijwillig genomen. Helaas vónd je kon je er niet aan ontkomen. Juist n u nu de leeftijd der STERKEN breekt aan, nu vind je DE KRACHT VAN DE STERKEN DIE GAAN. Dat Ajax zou slagen dat stond voor ons vast. MaarAjax als VIERDE dat heeft ons verrast. Ofschoon, Ajax zou immers Ajax niet zijn, indien 't niet herwon het verloren terrein. Zo'n twee maanden rust lijkt ons niet overbodig. Integendeel rust heeft een voetballer nodig! Men kan, zó gezien, zich er best mee verzoenen niet betrokken te zijn in de strijd der kampioenen. Hoe dat komt ach, ik heb 't al zo vaak hier beweerd Bij Ajax wordt voetbal uitstekend geleerd. Men spreidt het geleerde al heel gauw ten toon. Gevolg vele titels zijn daarvan het loon. Het moet een genot zijn zo'n sportclub te leiden. Geen voorzitter zal van zo'n club willen scheiden. En als iemand tóch gaat verlaten die post, dan heeft zo'n besluit hem enorm veel gekost. Nochtans geeft dit ons een belabberd gevoel: Geen M a r i u s meer op de voorzittersstoel. Vooral, als U nog een wat jongere bent, dan hebt U bij Ajax nóóit anders gekend. 't Zal vreemd zijn om Maar daar niet langer te weten. Doch wederzijds zullen w'elkaar niet vergeten. Ddarvoor krijgt U trouwens geen kans bij de vent. Wordt: GROOT-ADVISEUR VAN 'T SENIORENCONVENT!

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1956 | | pagina 4