V oetbalherinneriiigeii
v
door Foils Felser
17
In mijn vorig artikel heb ik U verteld, hoe wij afdelingskam
pioen waren geworden en als vervolg op dit verhaal, laat ik
onderstaand het een en ander uit Ajax' eerste competitie om het
kampioenschap van Nederland de revue passeren. Op het pro
gramma stonden acht zware wedstrijden. Medegegadigden voor
het kampioenschap waren: Go Ahead, Willem II, Be Quick en
A.F.C. U kunt zich wel indenken, dat we nu niet bepaald voor
een gemakkelijke opgave stonden. Pas één seizoen in de eerste
klasse en nu direct al zo'n zwaar programma, waarbij nog
kwam, dat alle tegenstanders onze kracht kenden en wij steeds
op felle tegenstand moesten rekenen. Als ik mij dan ook niet
vergis, is dit het jaar of tijdstip geweest, dat Ajax tot heden
toe een gevreesde tegenstander is geworden en gebleven en,
dat iedere vereniging het nog steeds een eer vindt om van ons
te winnen.
De eerste vier wedstrijden verliepen geheel naar wens, n.l.
vier gewonnen, negen doelpunten voor en nul tegen. Maar de
spanning kwam er in bij de vijfde match. We verloren in eigen
huis nog wel met 01 van Go Ahead, wat in feite een lelijke
streep door de rekening was. Van A.F.C. werd echter weer ge
wonnen en toen we in Deventer tegen Go Ahead gelijk speelden,
kon de uitwedstrijd tegen Willem II de beslissing brengen. Zou
den we in Tilburg winnen, dan waren we kampioen van Neder
land. In de loop van de week voor deze titanenkamp kwam het
bericht, dat Wim Gupffert, onze gevaarlijke linksbuiten, door
een onwillige knie niet kon spelen en op de Zondag van de wed
strijd bleek, dat Jan de Natris de trein had gemist, zodat we
het zonder hem moesten doen. Daar stonden we! Wat je noemt
vleugellamEn dan nog wel voor de aanvang van zo'n wedstrijd,
een wedstrijd waarbij de grootste eer voor onze vereniging op
het spel stond. Toen we van de slag enigszins waren bekomen,
werd na rijp beraad het volgende elftal samengesteldJ. Smit,
F. Pelser, F. Couton, H. Hordijk, J. Pelser, F. Terwee, F. de
Haan, J. van Dordt, Th. Brokmann, W. Kooge en P. Maassen.
Daar er toch niets aan te doen was, spraken we er verder niet
meer over, maar waren besloten onze huid zo duur mogelijk te
verkopen ende geest in de ploeg was best. Willem II begon
direct met een geweldig offensief. De Tilburgers dachten als we
ooit een kans hebben om te winnen, dan hebben we hem nu. Hun
rechtervleugel werd regelmatig aan het werk gezet en Frans
Couton kreeg het zwaar te verdureh. Frans was echter in
pracht vorm. Door onstuimigheid gingen enige kansen voor de
tricolores verloren, maar fel en uiterst fair bleven zij druk op
ons doel uitoefenen. Steeds werd hun rechtervleugel in de strijd
betrokken. De opzet was ons linker verdedigingsblok te doen
instorten, zodat van rechts bijgesprongen moest worden en er
in onze achterhoede openingen zouden vallen. Dat spelletje ging
echter niet door. Couton was ongenaakbaar, speelde de wed
strijd van zijn leven. Steeds was hij bijtijds ter plaatse. Prachtige
lange centers hoog over hem heen, van linksbinnen naar rechts
buiten, wist hij op tijd te bereiken en met schitterende omhalen
retourneerde hij de bal. Frans bleef heer en meester over de
rechtervleugel van Willem II. De meerderheid van de Tilburgers
heeft zeker een half uur geduurd, zonder dat onze voorhoede
kans kreeg gevaarlijk te worden. Eindelijk werden de aan
vallen van de rood-wit-blauwen minder fel. Door de geweldige
inspanning en het verbruiken van te veel energie begon ver
moeidheid een woordje mee te spreken en kreeg onze voorhoede
gelegenheid tot de aanval over te gaan. De half linie wist het
contact met onze forwards te verstevigen en onze verdediging
kon daardoor de situatie beter overzien. De strijd ging nu meer
gelijk op. Na een snelle aanval van Willem II, die op het nipper
tje de kop ingedrukt kon worden, bereikte een verre pass Theo
Brokmann. Snel ging Theo er met de bal vandoor, loste in volle
ren een schitterend schot en vlak langs de grond verdween de
knikker in de uiterste hoek van het Willem II-doel. Eénnul
voor ons. Wat een opluchting en wat een verrassing. Al was
het dan niet verdiend, gezien de meerderheid van Willem II, we
stonden voor. Eerlijk gezegd geflatteerd, maar de Tilburgers
hadden niet van hun meerderheid geprofiteerd, hadden te weinig
kansen geschept en te veel felheid en vuur in hun spel gelegd.
Deze wapens zijn voor wedstrijden van dit kaliber wel goed, zelfs
zeer goed, maar moeten gepaard gaan aan technisch kunnen en
inzicht. Daaraan ontbrak bij onze tegenstanders het een en
ander. Gezien het prachtige spel van Frans Couton en het fraaie
doelpunt van Brokmann, was m.i. onze voorsprong toch niet
geheel onverdiend. De rust deed ons geweldig goed. Na ons
heerlijk te hebben opgefrist het was een bijzonder warme
middag begonnen we welgemoed aan de tweede helft. On
middellijk namen we het spel in handen en vormde onze ploeg
één geheel. Beter kan ik zeggen, het goede oude geheel, want
dat was immer en altijd ons beste wapen tegen iedere tegenstan
deer. Zo ook na halftime tegen Willem II. Vóór de rust hadden
we alle zeilen moeten bijzetten om het vuur en enthousiasme
van de Zuiderlingen te bedwingen, in de tweede helft konden we
het kalmer aan doen. Enthousiast en vurig spel kan zijn beko
ring hebben, maar om dat anderhalf uur vol te houden is vers
twee. Met enthousiasme kan men het soms een heel eind schop
pen, maar je wareIk weet wel, het gebeurt meerdere malen,
dat een enthousiaste ploeg een 10 voorsprong weet te bewerk
stelligen, zich dan in de verdediging terugtrekt, door b.v. uit
trappen het spel tracht dood te maken en op deze manier pro
beert de voorsprong te behouden, maar daar zie ik het genoegen
niet van in.
Om na afloop te kunnen zeggen we hebben gewonnen, maar
vraag niet hoe, neen, dat lijkt naar mijn mening nergens op.
Voetbal van deze kwaliteit heeft ons elftal beter, hebben al
onze elftallen nooit gespeeld. Zelfs aan uittrappen deden wij
zo goed als nooit mee. Wij dachten altijd „geef de vis een kans!"
Met andere woorden: de bal binnen de lijnen en de strijd uit
vechten op het veld. Na bovenstaande uiteenzetting moet U niet
denken, dat Willem II met zo'n soort spel voor de dag kwam.
In de verste verte niet. Het was, zoals iedere wedstrijd tegen
de Tilburgers, een uiterst faire kamp, die volgens de regels van
de voetbalkunst werd gespeeld. Alleen hadden zij voor de rust
de fout gemaakt te enthousiast te werk te gaan, waardoor wij
hun in de tweede helft onze wil konden opleggen en dus prac-
tisch heer en meester waren. Onze invallers Piet Maassen en
Kooge deden knap werk, de middenlinie bleef de voorhoede
prachtig steunen, waardoor het voor de Willem Il-ploeg hoe
langer hoe moeilijker werd stand te houden. Na ongeveer twintig
minuten bracht onze linkervleugel de bal prachtig op. Piet
Maassen besloot de aanval met een zeer goede voorzet en Theo
Brokmann benutte de kans, die hij daardoor kreeg, voortref
felijk. Tweenul voor Ajax. Onze supporters kwamen geweldig
in actie. Vlaggen en toeters werden te voorschijn gehaald en
onder al wat Ajax was ontstond een feeststemming. Mommers,
de bekende spil van Willem II uit die dagen, vuurde zijn man
netjes nog eens extra aan om het spel een andere wending te
geven, maar verder dan enige ongevaarlijke aanvallen wisten
zij het niet te brengen. Ook Pim Vèrsluys, in zijn tijd een zeer
bekende rechtshalf en „kampioen ingooier", deed zijn best om
met zijn gevaarlijke verre inworpen ons doel te belagen, maar
wij bleven onverbiddelijk en toen Joop van Dordt, met een mag
nifieke kopbal uit een voorzet van Kooge, de bal in de touwen
joeg, was het gebeurd. De laatste minuten van deze prachtige
match werden onder gezang, getoeter en vlaggengezwaai uit
gespeeld. Bij het eindsignaal stormden de supporters het veld op
om spelers en trainer Reynolds te huldigen. Ajax was voor het
eerst in zijn bestaan kampioen van Nederland. U zult begrijpen:
voor ons een eer, waarvan men als voetballer droomt. Gaarne
wil ik even aanstippen vooral ten dienste van jeugdige spe
lers dat het geen gemakkelijke opgave is kampioen van Ne
derland te worden. Ons elftal, bestaande uit spelers, voortgeko
men uit het lagere voetbal, moest zich door volhouden en trai
ning opwerken tot een goed geheel. Tegenslagen moesten
overwonnen worden, maar door ijver, clubliefde, vriendschap,
training, uithoudingsvermogen en een goede sfeer, ruimden we
alle hinderpalen op. Ziedaar het geheim van onze kracht!
De volgende keer vertel ik iets over onze topprestatie
waarop we nog steeds erg trots zijn n.l. over het seizoen
waarin we ongeslagen afdelings- en ongeslagen kampioen van
Nederland werden.
FONS PELSER.