W.
Oude glorie vraagt Uw aandacht
Op straat, de vroegere leerschool van vele voetballers, die
daarna grote triomfen hebben gevierd en waar de tegenwoor
dige jeugd door het snelverkeer geen kansen meer heeft om de
voetbalbeginselen te leren, was mijn gastheer op 10-jarige leef
tijd, al voldoende matador om lid te kunnen worden van de
jongensclub Quick.
In bondsverband was destijds de A.V.V.B. (Amsterdamse
Volksvoetbalbond) de eerste étappe en uit deze organisatie zijn
naar zijn mening vele goede voetballers naar voren gekomen.
Latere clubgenoten en leden van onze gouden ploeg, zoals Hein
Delsen en Theo Brokmann, waren resp. in D.O.S. en Steeds
Voorwaarts zijn tegenstanders in de Racing Club Amsterdam.
Gestart in het derde, volgde via het tweede elftal een spoedige
promotie naar de grote jongens en met Rinus Lucas vormde
hij de linkervleugel. Later zouden beiden in onze club excelleren
en Lucas met zijn broer, kregen als kleine kereltjes met een on
beperkte dosis pingelvermogen, maar weinig schotvaardigheid,
de bijnaam van het Amsterdamse publiek, de twee „kippies".
1914 maakte een einde aan de vredesperiode en het civiele pak
werd voor de wapenrok verwisseld met Tilburg als legerplaats.
In de vrije uren trapten de militairen een balletje en hier kwam
het eerste contact met Pons Pelser tot stand. Schreuder van het
Zesde, de cadetten uit Breda, behoorde tot de prominenten. Wil
lem II, nooit een cluh geweest waar je maar eens even twee
punten ging halen, moest op eigen veld een 21 nederlaag tegen
het militaire elftal incasseren.
In 1915 werd een noodcompetitie op stapel gezet en een half
seizoen heeft Blauw Wit van zijn capaciteiten gebruik kunnen
maken. Op 15-9-1915 kreeg Fons zijn zin, W. H. A. Gupffert
(W. G. acht hij voldoende) werd lid van Ajax en in het bezit
zijnde van zijn veertigjarenbord heeft hij niet de minste spijt de
stap te hebben gedaan. Vanzelfsprekend hebben er in een der
gelijke reeks van jaren wel eens „kluitjes in de pap' gezeten,
maar zijn club bleef hij trouw. Uit deze noodcompetitie, waarin
D.E.C. ook uitkwam, memoreert hij een duel Frans Couton
Piet v. d. Broecke, waarbij hij vanaf de linksbuitenplaats in de
omgeving van eigen strafschopgebied de splinters zag afvliegen.
Uit de aard der zaak heeft een voorhoedespeler met de keeper
van de tegenpartijen te maken en uit zijn periode vóór Ajax
werden de namen van Gerrit v. d. Akker, Toon te Pasker en
Wim Gupffert (links X op de foto), die noodgedwongen de wedstrijd tegen
Willem II als toeschouwer moest bijwonen, temidden van de lachende on
geslagen kampioenen van Nederland
Van der Wel (met hout been) genoemd. Nederland heeft altijd
dik in zijn goede keepers gezeten, meent Gupffert. In de proef-
wedstrijd tegen Haarlem was de wijze waarop hij een doelpunt
scoorde, ruim voldoende voor Jack Reynolds om hem te zeggen
„je komme in de eerste!" Evenals andere spelers van de gouden
ploeg, die ik reeds in deze rubriek in de schijnwerper plaatste,
heeft hij het grootste respect voor „good old Jack", het spelers
materiaal was destijds wat dikker gezaaid, maar wat er in een
speler zat, haalde hij er ook uit.
Het eerste seizoen 1915'16 was behoorlijk, 1916'17 bracht
een promotie en een officieus kampioenschap van Nederland.
Het sportieve Go Ahead nam de handschoen op, verloor in Am
sterdam met 21 en hield in Deventer de stand gelijk. Meerdere
eerste klassers hadden in het zand moeten bijten en de man die
steeds een promotie naar keuze had gepropageerd, Frans Pigge
van E.D.O., kreeg zijn zin.
De zeer behoorlijke Ajax-accommodatie stak wel heel erg af
tegenover het kleedlokaal van R.C.A., waar de voetballers zich
in de melkwinkel in de Borneostraat moesten verkleden, maar...
het was toen ook enorm gezellig, verklaarde een lachende
Gupffert.
Een scheidsrechter die naar de mening van de spelers niet al
te best had gefloten, zijn declaratie nog niet betaald had ge
kregen, ontmoette men in de Dapperstraat en de declaratie
verrekening in de vorm van een paar ijswafels in beide zakken
van zijn colbert, zal hem wel niet gezellig gestemd en de com
missie van onderzoek van de A.V.V.B. wel het nodige werk be
zorgd hebben.
De eerste drie jaren in de eerste klasse waren onvergetelijk.
Afdelingskampioen en kampioen van Nederland, ongeslagen
kampioen van Nederland en weer kampioen. Zijn loopbaan zou
maar tot 1922 duren, niet iedere voetballer komt er zonder
kleerscheuren af en de tweede acte van een opgelopen knietje,
zou het einde betekenen van een
Wonderlijk Handige Goalgetter.
Het eerste kniegeval deed zich voor tegen Quick, de Haagse
haantjes. Er kwam een dokter aan te pas, die hem niet kon
garanderen of een operatie hem zou vrijwaren van een erfenis
met een stijf been en de Engelse oefenmeester Waites, met
prima masseurshanden, werkte de knie weer in de kom. Pro
fessor Snapper verzorgde de boel verder en na enkele maanden
stond onze linksbuiten weer op de grasmat. Het zou echter uit-