Reisbureau Maarse Kroon
Onvoorstelbaar
Ajax ver buiten Ajax
voor Uw uitwedstrijden in Europa
9
de voorhoede aan het werk. De Spartanen hadden een halflinie
(Steenman, Bok de Korver en Martin), die er mocht zijn, maar
die van ons was eveneens prima. Bok de Korver had de gewoonte
solorennen te ondernemen. Zo ook die middag. Op een gegeven
moment was hij aardig op weg naar ons doel, toen ik hem een
halt toeriep. Scheidsrechter, de heer Mutters, floot en tot onze
grote verwondering wees hij naar de witte stip. Penalty! Cas
Ruffelse er gauw achter en de stand was 11. Dat namen we
niet en moest het dus maar gebeuren. Achter sloten we alles af
en ik geef U de verzekering, als wij dat deden, dan moest men
beste papieren hebben om er door te komen. Na de rust waren
we direct weer in de aanval. Theo Brokmann speelde als nooit
te voren. Bij een snelle aanval gaf hij een pass naar de rechter
vleugel. Ons renpaardje Jan de Natris vloog langs de lijn,
zwenkte naar binnen, passeerde alles wat hij tegenkwam en
schoot de bal langs de grond schitterend in de hoek van het
doel. Een goal om nimmer te vergeten. Ik geloof, dat het wel
enige minuten duurde voor er middenuit genomen werd. Heel
Ajax met aanhang danste, sprong en zong en er kwam haast
geen einde aan. Gupffert wilde ook nog een extra nummer
maken en zorgde voor nummer drie. De hele Ajax-tent was dol
van vreugde. Met 31 kwam het einde van de strijd tegen het
sterke Sparta. Ik vond het de moeite waard deze strijd nog eens
in herinnering te brengen. Dat er na afloop feest is gevierd, be
hoef ik U zeker niet meer te vertellen.
Tot de volgende keer. FONS PELSER.
Stockholm, Augustus 1926, dus zo'n slordige 30 maal 365 x-
rondjes aquavit geleden, bezocht ik 's avonds de opera. En ont
dekte daar plotsklaps niet minder dan twee zeer krijgshaftig
uitgedoste heren, die zich aandienden alsAjax I en Ajax II.
Gij allen behoeft daarvoor nog niet naar Zwedens vermaarde
hoofdstad te reizen. Zaak is louter een voorstelling van De
schone Helena („La belle Hélène") op de kop te tikken, een
operette, die het nog altijd „doet", sinds haar ontluiken in 1864.
Dank zij dej onsterfelijke muzikale omlijsting van een Jacques
Offenbach.
In het Vaticaan in Rome wordt een merkwaardige afbeelding
op een kruik uit de zesde eeuw v. Chr. bewaard (Exekias am
phora), voorstellende Ajax en Achilles bij het damspel. Wie zal
kunnen voorspellen of het dammen (voor bloed-eigen amateurs
dan) ooitin voetbalkringen (weer) populariteit zal verkrijgen?
Overtoom, 477 bij de Zocherstr. - Tel. 85252
Misschien wil vriend James ook mijn clubgenoot in engere
zin daarover eens „Minerva" polsen. Daarin zou wellicht
enige zin („some sense") zijn gelegen.
Hoewel het rood-witte cluborgaan nagenoeg mijn enige lec
tuur vormt, wil het nog wel eens gebeuren, dat mijn oog valt op
de tweede herziene druk van het Nieuw Nederlands-Frans
Woordenboek van de hand van de Amsterdamse emeritus-hoog
leraar K. R. Gallas (die op 17 April 1.1. 88 jaar was geworden,
doch op Bevrijdingsdag, ook tot mijn groot leedwezen, overleed)
Men leest aldaar op pagina 2147, onder het werkwoord „slaan":
„Ajax slaat H.F.C. met 6 tegen 4: A. bat H.F.C. par 6 a 4." Nu
is zo'n wedstrijdje mogelijk wat lang geleden, tenzij H.F.C. zou
kunnen betekenen, met de eredivisie aan de gezichtseinder,
H(ardstikke) F(anatieke) C(oncurrenten). Als onze redactie
eens op onderzoek uitging, hetzij aan de „Spanjaardslaan" in de
Haarlemmer Hout, hetzij waar dan ook ter (semi-professionele)
wereld
E. W. CATZ.
'k Wil niet te sarcastisch wezen,
want dat past mij allerminst.
Doch hoe kan dat, Ajax hoekte
zo maar weer de volle winst.1)
Ajax moet 't mij maar vergeven
dat ik dit verbazend vind
van een club zó ver gebleven
van een team dat meestal wint.
Lezer, als gij dit zult lezen
is „Fortuna" al geweest,
waar ik zeker bij zal wezen
zij het dan ook in den geest.
Ajax had mij voor die wedstrijd
uitgenodigd „en voiture".
Maar de nachtlucht is voor babies
zoals ik helaas te guur.
Echter, wat in een goed vat is
dat verzuurt niet licht, o nee.
'k Zal nog wel 's een keer verschijnen
in m'n vorstelijke slee.
Lezer, als ge dit zult lezen
zal de Tweede Pinksterdag
in de Lichtstad zijn gestreden
ook de twééde zware slag.
Gij zult allen dan al weten
hoe het Ajax is vergaan.
Zal 't na deze beide keren
weer met lege handen staan?
Als dit clubblad uit gaat komen
staat „Excelsior" voor de deur.
't Is maar voetbal, doch gij Ajax
stelt ge ons dan weer teleur?
Of zult g ij er dan voor zorgen
dat er „moordwerk" wordt verricht.
Ajax doe m ij dat genoegen,
aan Uw naam zijt gij 't verplicht.
Stel je voor, d' Ere-divisie
zonder Ajax volgend jaar.
Dat is bijna onvoorstelbaar
om nog niet te zeggen: raar.
Doch wat maak ik mij te sappel,
Ajax zou niet Ajax zijn
als 't de trein niet meer zou halen
al was 't maar de laatste trein.
Ajax heeft in het verleden
steeds bewezen wat het was.
'n Club die nog tot in het heden
rijp is voor een ERE-klas.
1) Geschreven na Roda SportAjax (12).
B. S. LE MARCHé.