Voetbalheriimeriiigeii
r anJT
8
IV
door Fons Pelser
Zoals ik in het vorig clubblad heb verteld, werd Ajax, zo goed
als met algemene stemmen, tijdens de vergadering van de N. V.B.
tot eerste klasser gepromoveerd. Dat wij in die klasse thuis be
hoorden, zult U straks wel bemerken. De eerste competitie
match seizoen 1918'19 was lang niet mis. H.V.V. uit!
H.V.V., bijgenaamd de Leeuw van Wassenaar, kon er iets van,
anders gezegd, kon zijn klauwen geweldig uitslaan. De Hage
naars brachten een zeer sterk elftal in het veld, o.a. de drie
Kesslers Tonny, Deetje en Boelie Jonkheer Feith, gebroe
ders De Beus, gebroeders Campioni, Snouck Hurgonje, Heinen
en doelman Mac Neill. De eerste match in de grote eerste klasse
is voor onze club in een kleine nederlaag geëindigd. We verloren
met 21, maar er is door beide partijen prachtig gespeeld. Veel
geluk hebben wij die middag echter niet gehad. Ik ben er geen
voorstander van om een wedstrijd met ,,veel geluk" te winnen,
maar degenen, die zich deze match herinneren, weten beslist
nog wel, dat Ajax het laatste half uur geweldig in de meerder
heid was engeen greintje geluk had. Mac Neill, de doelman
der- H.V.V.-ers, hield de onmogelijkste kogels van Gupffert,
Brokmann, Lucas, Van Dort en De Natris. Als een tijger sprong
hij naar de bal, haalde hem onder de lat vandaan of dook het
keihard ingeschoten stuk leer uit de hoeken van zijn doel. Het
was gewoonweg kolossaal. Wij zijn gerust wel iets gewend ge
weest en weten heel goed hoe eigenaardig een wedstrijd kan
verlopen, maar die middag tegen H.V.V. was het wel het top
punt. Wat we ook probeerden, het bleef 21 en bij het eind
signaal stormden de H.V.V.-supporters het veld op om hun
schitterende doelman, Mac Neill, op de schouders te nemen en
hem een verdiende ovatie te brengen. Tussen twee haakjes,
ook weer een wedstrijd, die ik niet gemakkelijk zal vergeten
en mijn medespelers vast en zeker ook niet. Voor goed begrip
maak ik er op attent, dat ik alleen knalwedstrijden en bijzondere
gebeurtenissen uit mijn voetballoopbaan weergeef, die, naar ik
hoop, voor vele leden aardig zijn eens te lezen of in gedachten
nog eens te beleven.
Na onze eerste nederlaag zaten wij niet in zak en as. Wij
wisten, dat er goed was gespeeld en dat we met ere hadden
verloren. Vol goede moed gingen we dan ook verder. Er werd
door ons regelmatig twee keer per week getraind en Jack
Reynolds heeft dan ook zeer veel voldoening en plezier van zijn
werk gehad. In de loop van het seizoen plukten wij de vruchten
van zijn training en de ene overwinning volgde op de andere.
Toen kwam de wedstrijd tegen Blauw Wit. Amsterdam was er
vol van. Voor de spelers en supporters van beide verenigingen
de kijkers, die alleen uit een oogpunt van sensatie de matches
bezochten buiten beschouwing gelaten waren de blauw-rood-
witte krachtmetingen van het hoogste genot. Blauw Wit was
een jaar eerder eerste klasser geworden en had een zeer sterk
elftal. De eerste ontmoeting zou dus een krachtmeting worden
van de bovenste plank. Blauw Wit of Ajax! Wie zou de sterkste
zijn? Voor mij persoonlijk en ik ben er van overtuigd, ook voor
de andere spelers, ja zelfs voor heel Ajax, zijn de matches
tegen Blauw Wit de mooiste wedstrijden uit ons voetballeven
geweest. De sfeer, de gezelligheid, die over onze stad hing
tijdens de dagen dat de strijd in aantocht was, was geweldig,
was groots. U kunt me geloven of niet, maar nu, op het moment
dus, dat ik deze glorieuze periode uit ons voetbalbestaan weer-
Reguliersbreestraat 4-6
vlak bij de Munt
Amsterdam C.
Wat Kan kan, kan Kan alleen
geef, zit ik nog te genieten van deze prachtige tijd. Ver voor het
uur, dat de strijd een aanvang nam, was het Ajax-stadion vol.
Blauw-Witters uitgedost met blauw-witte strikjes, petten en
vlaggetjes en Ajax-supporters op dezelfde manier „versierd"
met rood-witte kleuren. Het gaf een gezellige aanblik. Die ge
zelligheid en sfeer mist men tegenwoordig maar al te zeer. Echt
jammer! De wedstrijd is er een geworden voor fijnproevers. Die
zagen twee elftallen, die stevig maar volkomen fair streden.
Geen van beide teams zocht de verdediging, wat het spel na
tuurlijk zeer ten goede kwam. Naar mijn mening is het altijd
verkeerd je in de verdediging terug te trekken en ik zie deze
manier van spelen dan ook als een teken van zwakte. Het mooi
ste van deze AjaxBlauw Wit-kamp was dan ook, dat beide
elftallen op winst speelden en dat de idee, de sterkste moet
winnen, prevaleerde. Het sterkste elftal heeft dan ook gewon
nen en dat was Ajax. Vriend en vijand moesten het erkennen.
Bestuur en spelers hebben de overwinning (31) gezamenlijk
waardig gevierd.
Onderstaand de elftallen, die voor de titel „de sterkste ploeg
van Amsterdam" streden. Blauw Wit: J. Schindeler, E. v. d.
Kluft Sr., J. v. d. Kluft Jr., Mazurel, Moolenyzer, Lietzen, J.
van Dort, J. Koggink, P. v. d. Broecke, Van Diermen en J. Blan-
kert. Ajax: J. Smit, A. Pelser, F. Couton, H. Hordijk, J. Pelser,
F. Terwee, J. de Natris, J. van Dort, Th. Brokmann, F. de Haan
en W. Gupffert.
De returnmatch was nog spannender. Dat kwam, omdat
Blauw Wit natuurlijk op revanche belust was en bij een over
winning een kleine kans op de bovenste plaats behield. Een
totaal uitverkocht stadion, plaatsen kwam men dik te kort,
was getuige van de strijd. Op weg naar het stadion ik liep
meestal van huis naar het veld, want dat vond ik een voor
training en ik voelde me los en soepel viel me de zenuwach
tigheid van het publiek op. Rode hoofden van emotie. Dat zijn
heus geen praatjes, want in die tijd leefde het publiek sterk mee.
De tweede ontmoeting tussen beide clubs is weer een pracht
match geworden. Anderhalf uur golfde het spel heen en weer.
Er was spanning en nog eens spanning en van een inzinking of
vermoeidheid was niets te bespeuren. Er werd geen fout ge
maakt of een goede kans gemist. Was dat wel het geval ge
weest, dan had dat de nederlaag betekend. Met 00 kwam het
einde van deze titanenkamp. Een zeer goede uitslag van een
oer-solide partij voetbal. Een extra pluim wil ik hier nog gaarne
toekennen aan de goede verdediging van Blauw Wit, zij had het
een tikje zwaarder gehad dan onze defensie.
Beide matches zijn mijns inziens de beste geweest, die in onze
tijd en na onze tijd, tussen beide clubs zijn gespeeld.
Na dit gelijke spel, dat in feite het kampioenschap van Am
sterdam betekende, maakten we een goede kans als we in
vorm bleven afdelingskampioen te worden. Wat zou men
daar wel van zeggen? Een kampioenschap behaald door zo'n
doodgewone bij „gratie" gepromoveerde eerste-klasserDe tijd
zou het leren! We wisten, dat alle eerste klassers zich niet hele
maal safe gevoelden als ze tegen ons moesten spelen. De goede
kant waren we dus al uit en bovendien voelden wij, dat we ze
allemaal konden hebben. De laatste wedstrijd tegen Sparta
moest de beslissing brengen. Zouden we die match winnen,
dan waren we kampioen. In de geschiedboeken van onze club
staat deze match, die we inderdaad wonnen, dan ook opgetekend
als een knalpartij. Er hing op ons oude gezellige terrein die dag
een sfeer van dik honderd procent en de spelersMochten
we kampioen worden, dan zou er een groot, uitgebreid diner
(met spuitwater!) worden gegeven en na afloop de benen van
de vloer. Ja, mijne heren, we waren om de donder geen droog
pruimers. We trainden geregeld, gingen bijtijds naar bed, maar
als er reden was om feest te vieren, was de gehele ploeg present.
En hoe
Ook de wedstrijd AjaxSparta mocht er weer zijn. Onder
hoogspanning nam de strijd een aanvang. Eerst ging het gelijk
op, maar allengs kwamen wij iets in de meerderheid en namen
door een mooi doelpunt van Brokmann de leiding. Sparta gooide
er echter een schepje op en haar middenlinie zette regelmatig