Oude glorie vraagt Uw aandacht!
Pm van Reenen, Lid van Verdienste
8
Wanneer men verre reizen doet, kan men veel verhalen, is
een oud bekend spreekwoord. Utrecht mag dan wel in 20 minu
ten per trein bereikbaar zijn, het was tot nu toe voor mij de
verste reis om U via een vraag- en antwoordspel in kennis te
brengen met een speler van onze oude glorie. De radio zou een
dergelijk onderhoud waarschijnlijk geplaatst hebben in het pro
grammanummer: Wel uit het oog, maar niet uit het hart en de
Ajacieden mogen „Goaltjes Piet" weinig meer te zien krijgen
(alleen bij onze wedstrijden), uit het hart van de Ajax-schare,
die reeds lang achter onze banieren meeloopt, is hij zeker nog
lang niet. Het zou tegenover de productiefste middenvoor die
wij waarschijnlijk hebben gehad, ook zeer onhartelijk zijn.
In mijn verwachtingen op bezoek te komen bij een „oude glo
rie-man", die mij rijkelijk zou kunnen voorzien van gedocumen
teerde artikelen, werd ik teleurgesteld, maar aangezien Piet
van Reenen verder leeft, zonder de minste trots op zijn vroegere
voetbalprestaties, was een en ander volkomen begrijpelijk. Ge
boren en getogen in de jaarbeursstad, ging zijn belangstelling
al vroeg naar de voetbalsport uit en in 1916 poogde hij op zeven
jarige leeftijd reeds de geheimen van „king soccer" te ont
cijferen. In georganiseerd voetbal deed hij in 1919 zijn intrede
bij U.V.V. Zijn schutterscapaciteiten ontpopten zich snel en zijn
eerste unieke prestatie leverde hij na 3 jaar. Op 13-jarige leef
tijd legde hij n.l. beslag op de schuttersprijs, waar jong en oud
van de rood-wit geblokten zich voor hadden ingezet. Na 12 jaar
lidmaatschap, waarvan 4 jaar eerste elftal-speler, bedankte hij
als lid van U.V.V.
En toen Ajax, Piet? Een volmondig ja was het antwoord,
maar een uitdrukkelijk verzoek werd hieraan vastgekoppeld. Ik
moest hem n.l. een genoegen doen om te vermelden, dat alle ge
ruchten, die destijds liepen, uit de lucht gegrepen waren. Men
was n.l. van mening dat Ajax hem bij U.V.V. had weggehaald.
De toevallige samenloop van omstandigheden dat de Utrechte
naren zonder hem degradeerden en Ajax met Van Reenen afde
lingskampioen werd, zullen aan deze geruchten niet vreemd ge
weest zijn.
Niets is minder waar, vertelt onze vroegere goalgetter. Ik
had de beslissende wedstrijd voor de onderste plaats gezien met
Piet van Deyck op de middenvoorplaats en aangezien men bij
Ajax met het middenvoorprobleem sukkelde, vroeg ik de heer
Koolhaas of ik eens mee mocht spelen. Na twee proefnemingen
met andere gegadigden, kreeg ik mijn kans tegen een profclub
uit Engeland. De pers, bij monde van een der nog actieve nestors
in de sportjournalistiek (het duo Hoven, Meerum Terwogt), n.l.
eerstgenoemde, liet zich nu niet bepaald in gunstige zin over
hem uit en het woord „faillure" werd zelfs gebruikt. In Ajax-
kringen toonde men echter meer vertrouwen in zijn capaciteiten
en bood hem een volgende kans in de wedstrijd tegen Barnsley,
waarin de ten tweede male optredende toonde, dit vertrouwen
volkomen waard te zijn. De heer Hoven was niet alleen tevreden
over de door hem gescoorde drie doelpunten, maar ook over zijn
spel en tot het einde van zijn voetballoopbaan bleven kritieken
hem bespaard en behoorde hij tot de favorieten van de redac
teur, die nu nog voor ons „Rood-Wit Thuis" zijn artikelen
schrijft. Heer Hoven, nog vele jaren!
Het eerste jaar bezorgde ons reeds een kampioenschap van de
afdeling en een tweede plaats in het landskampioenschap en het
zou achteraf blijken, de eerste stap te zijn geweest van een reeks
successen. Het zal maar weinig voetballers beschoren zijn om
in een kleine reeks van jaren (19291940) medegewerkt te heb
ben aan het behalen van 9 afdelingskampioenschappen en vijf
maal de titel te behalen van kampioen van Nederland.
De Ardath Tobacco Company had destijds een prachtig schild
ter beschikking gesteld voor de landskampioen. De spelers der
kampioensploeg kregen een klein schildje en het grote schild
kwam in, definitief bezit van de vereniging, die het driemaal
achtereen of vijfmaal in totaal gewonnen had. Deze mooie prijs
kunt U in onze medaillekast bewonderen en Piet van Reenen is
er trots op met Wim Anderiesen en Jan Schubert vijf kleine
schildjes veroverd te hebben.
De schildjeskoning komt nu even los en vervolgt: Ajax noch
ik persoonlijk zouden het naar mijn mening nooit zo ver hebben
gebracht, indien wij tezamen niet hadden kunnen profiteren van
de capaciteiten van trainer en vriend Jack Reynolds. Buiten zijn
jflfcil
Piet van Reenen, met Jan de Boer en Dolf van Kol, in het Nederlands Elftal. Deze foto werd genomen voor de aanvang van
de wedstrijd tegen de Hongaren, te Boedapest