Vonthuis „DE BLAUWVOS" BONTMANTELS - STOLA's - COLLIERS A. F. STRIKKERS Dit wordt maar een korte „kroniek". Er was deze maand, niettegenstaande volslagen voetbalrust, zoveel liefhebberij voor het „Ajax-Nieuws", dat we, om desillusies te voorkomen, zelf maar buitenspel zijn gaan staan. Misschien zeer tot genoegen van onze lezers, maar in ieder geval beslist niet tot verdriet van penningmeester, de heer Dukker. Zestien pagina's vindt onze schatbewaarder genoeg - hij waakt over de Ajax-penningen als een Cerberus, dat moet gezegd dus kunnen we hem hoog stens één of tweemaal, twintig bladzijden afpingelen, maar daar blijft het dan ook bij. Ongelijk kunnen we hem niet geven, want het blaadje kost per jaar nog een aardig bedrag. Van onze hand vindt u deze reis dus maar bitter weinig, maar van oud-redac teur, de heer D. Knegt, des te meer. Elders in dit nummer legt hij niet de vinger maar de volle hand op de tekortkomingen van ons aller clubblad. In het kort komt de strekking van zijn betoog neer op medewerking over een breed front. Persoonlijk zouden we medewerking over een breed front, gaarne willen, maar het geloof in een, laten we zeggen, uitwaaierend clubblad, hebben we al lang en breed verloren. Wat de heer Knegt als een buitenkansje beschouwt zie zijn artikel „Het Clubblad" - is, we kunnen het echt niet anders zien, voor andere Ajacieden een straf. Gedurende de vele jaren, dat wij de Ajax-pen voeren, hebben wij dikwijls gevraagd, ja, gebedeld om medewerking. Het resultaat was zo denderend, dat de mogelijkheid er moede loos van te worden ruimschoots aanwezig was. Moedeloos zijn we er beslist niet van geworden en rustig op de Ajax-inktweg verder gegaan. Jaar in jaar uit hielden we met een paar lot genoten het „Ajax-Nieuws" boven water. Het enthousiasme van collega De Vlieger en onze weinigheid maakt het mogelijk, dat u practisch iedere maand de Ajax-krant in uw brievenbus vindt. Dat het blaadje lang niet aan alle eisen voldoet is ons bekend, maar wat kan en mag men eisen als de medewerking Le Marché, Vlokkie, Niepoth en James, praten we niet over, dat zit wel goed nul komma nul is. We hebben behalve Honkbal, Cricket, Seniores- en Jeugdvoetbal, Clubavond en Klaverjas- wedstrijden. Daar moet o.i. iedere maand iets over te vertellen zijn. Desnoods eens in de twee maanden! Wat b.v. het jeugdvoetbal betreft; toen wij nog deel uitmaak ten van de Jeugd-Commissie, hebben wij de Jeugd-rubriek ver zorgd. Jaar in, jaar uit. Na ons uittreden heeft wijlen de heer Piet van Os, tot aan zijn dood toe, het wel en wee van onze Jeugd beschreven. Een opvolger is nooit komen opdagen. Wel hebben enige Jeugdleiders een poging gewaagd, maar hun enthousiasme was rap bekoeld, met gevolg, dat we in onze rubriek „Onder de Loupe", maandelijks enige losse wapenfeiten van de Ajax-hope memoreren, 't Is niet voldoende, maar beter iets dan niets. De heer Knegt heeft het over een rubriek Be stuurstafel, Personalia etc. Hij acht het noodzakelijk. Wij ook, maar er in geloven Misschien heeft vriend Vlokkie, de gevoelige snaar geraakt! Uitkijken maar en dagen tellen! We hadden eigenlijk nog veel te schrijven. Over de voetballerij natuurlijk niet, daar het nog steeds schaatsenrijden geblazen is. De training gaat echter gewoon door, zodat u straks onze man nen weer fit and well tussen de lijnen zult zien. Dat is wel nodig ook, want aan alle voetbalfronten heerst bedrijvigheid. Overal is men er goed van doordrongen, dat met betrekking tot de bovenste plaatsen het laatste woord nog lang niet over de lippen is gekomen. Hete voetbalgevechten liggen in het ver schiet. We zullen paraat moeten zijn! Via het televisie-scherm een machtig brok sport gezien. Cor tina d'Ampezzo! Canadezen, Russen, Amerikanen en Tsjechen als bliksemschichten over een blinkende ijstaart zien flitsen. Finnen, Noren, Duitsers, Oostenrijkers etc. in adembenemende vaart langs bevroren hellingen zien suizen met 72-kilometer vaart over de kop zien slaan en ijzersterke kerels de ski schans in zweefvlucht zien verlaten. Wat een lichaamsbeheer- sing, wat een moed! Daar is voetbal maar een Fröbelschool spelletje bij. En dan de Elfstedentocht. Ook die barre reis heb ben we via het T.V.-scherm gevolgd. Zelfs tweemaalEveneens een machtig brok sport. Of is dat nog sport? Bijna 200 kilo meter op de schaats over een ijsvloer, die geen ijsvloer meer was. Hobbels, bobbels, bevroren sneeuw, .scheuren, sneeuw en nog eens sneeuw. Snow everywhere! Eén witte barre verlaten heid! IJzig koud, naar en ongezellig! Maar de rijders, rijden voort! Sneeuw plakt aan hun truien, aan hun mutsen, priemt in hun ogen. De zwakkeren vallen af. Geleidelijk! Acht stoere kerels blijven aan de kop van de lange sliert. Zij ijlen verder met forse en bewonderenswaardige slag. Bij de contröle-posten wrijven behulpzame handen de bevroren sneeuw van hun kleu mende wangen. Zij laten het amper toe, gunnen zich geen tijd, geen tijd voor een verwarmende dronk. Ze moeten verder, de barre verlatenheid in, alsof daar ergens ver weg, een kapitaal te verdienen valt! Links, rechts, achter elkander! Kris, kras knarsen de ijzers! Gejaagd door de sneeuw en geplaagd door de ijzige wind zwoegen ze verder. Zes man blijven over. Vijftig kilometer voor het einde maken zes kérels een afspraak. Samen uit, samen thuis! Eén valt af! Verdpech! Niet wachten mannen, doorgaan, ik red me wel! Vijf prachtige sportkerels zien we hand in hand door de finish glijden! Juichend, met de armen omhoog rijden zij naar de kant. Over tien, twintig jaren, of zo lang de Elfstedentocht wordt gehouden zullen hun namen worden genoemd. Met ere! De prijzen kregen zij echter niet. Reglementair zal dat wel volkomen in orde zijn. Maar elegant Vijf sportkerels, die blijk gaven van een zeer sportieve op vatting, gingen met lege handen naar huis. Misschien zal de mening van het comité deze prachtige sportsmen verder geen cent interesseren, misschien zullen zij om de niet toegekende prijzen geen (figuurlijke) traan laten. Als wij in de schoenen van één van deze knapen stonden, zouden wij dat zeker niet doen. Het zoet van de gedeelde zege zou te best hebben ge smaakt en de mening van anderen lapten we aan onze schaats- schoen. Een goede kennis van ons dacht er anders over. Hij vond het unfair tegenover de andere deelnemers en waar gingen we op zo'n manier naar toe! Sport was strijd en er moest één over winnaar zijn! Hallo! Unfair tegenover de andere deelnemers, die ook gezamenlijk reden en kilometers achter lagen. We heb ben maar niets meer gezegd, slechts medelijdend geglimlacht en gedacht: „nu moet je een keer ophouden". BROWN. In het dagblad „De Telegraaf" van 8 Februari j.l. lazen wij onderstaand bericht: EEN BASIS. Semi-profclub Ajax staat niet alleen aan het hoofd van af deling A. en is daarmee dus een voetballende koploper ook op juridisch gebied staat de vereniging aan de kop. De statuten van Ajax hebben onlangs de koninklijke goed keuring gekregen. Het K.B. was nog gecontrasigneerd door wijlen mr. L. A. Donker. Als eerste vereniging in het land heeft Ajax dus een rechtskundige basis voor het (halverwege) be- roepsspel. Het lijkt mij, als volslagen leek op het terrein van voetbal, een goede zaak; het (halverwege) beroepsvoetbal-op-rechts- kundige-basis is gezonder, verheffender en beter voor de spieren. Moderniseren - Bontbewaring - Reparatie KONINGINNEWEG 255, Tel. 95701, Amsterdam-Z b.d. Amstelveenseweg, tramlijn 1-2-16

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1956 | | pagina 2