2
In het Aprilnummer van het ,,Ajax-Nieuws", heeft de heer
Jan Gr. iets verteld over de ontvangst, die onze club bij de
Grasshoppers te Zürich ten deel viel, toen jaren geleden onze
vereniging een reis door Zwitserland maakte. De heer Gr. deed
in zijn artikel uit de doeken, wat deze Zwitserse club tot een
„sportcentrum" van Zürich heeft gemaakt. Hij schreef ook, dat
de Ajaxleiders uit die jaren met elkaar afspraken, om, in navol
ging van Grasshoppers, te proberen, van onze vereniging een
„sportcentrum" van Amsterdam te maken.
Aan het slot van zijn artikel zegt de heer Gr.
„Zijn vele clubs in andere landen daarin geslaagd, Ajax is
helaas te behoudend gebleken. Wij hebben de grote lijn wel ge
zien, maar wendden ons er angstvallig van af. Misschien ook
misten wij de krachtige handen om naar iets groots te grijpen."
Daar zijn wij het niet mee eens. In de loop der jaren zijn er vele
pogingen gedaan om onze vereniging uit te bouwen. Er is ge-
experimenteerd met hockey, tennis, waterpolo, athletiek,
cricket en honkbal. Wat is daar van terecht gekomen Met uit
zondering van cricket en honkbal; niets. Tweemaal zijn er
goed bedoelde pogingen gedaan om tot een athletiekafdeling te
komen. Speren, discussen etc. werden aangekocht en zelfs de
heer Van Beveren, bereid gevonden, de athleten te trainen. Bin
nen twee jaren was de Ajax-athleet verleden tijd.
Ten tijde van trainer Stanley Castle, kwam tennis op de prop
pen. Als we ons goed herinneren werd er zelfs een net gekocht.
Zegge en schrijve twee avonden is er een balletje geslagen en
toen waren er geen liefhebbers meer voor tennis in Ajax-ver-
band. Onder leiding van de heer A. de Wit is er, ook jaren ge
leden, een Ajax-waterpolo-team in het nat gedoken. Of de ploeg
weer boven is gekomen, weten we niet, maar in ieder gevalwe
hebben er nooit meer iets van gehoord. Volgens de heer Kool
haas, moet er indertijd ook hockey op het programma hebben
gestaan. Bij ons weten, is het bij het programma gebleven.
Cricket, heeft zich gehandhaafd. Vraag aan de heer Dukker,
maar eens hoe. In onze tijd, dat was tot en met 1932, brachten
we twee teams in het veld en als we ons niet vergissen, is er
zelfs een jeugdteam op de mat verschenen. Vriend Pil, leider
van de mannen in het wit, brengt het de laatste jaren, beslist
niet zonder pijn, tot één ploeg. Allemaal „ouwe-getrouwen".
Ex-collega Van Tuyl, heeft jaren lang alles gedaan om de Honk
balafdeling in leven te houden. Die afdeling leeft nog, maar ga
eens met de heer Van Tuyl pratenHet fanfarecorps kan
gerust thuisblijven! De heer Niepoth, is nu de man, die Ajacie-
den naar de honkbal-training roept. We hebben er een avond
aan gespendeerd. Niet omvallen; er waren wèl vier honkballers
aanwezig. De heer A. Zwang, dè man van de clubavondcommis
sie, organiseert, of beter, organiseerde, zo nu en dan biljart- of
klaverjaswedstrijden. De medewerking van de klaverjassers is
zo overweldigend, dat Arie er schoon genoeg van heeft. We
hebben in ons stadion een clublokaal met bar, waar we trots op
kunnen zijn. Gut, gut, wat maken we daar een gebruik van!
Nogmaals, we zijn het met de heer Gr. niet eens. Al wat men
in de richting, aangegeven door de heer Gr., probeert, zal op
een fiasco uitdraaien. Wat in andere landen mogelijk is, gaat
hier beslist niet. We zijn in ons land niet zo erg op elkander in
gesteld. We gaan liever onze eigen weg. Ons enthousiasme is
vaak heel snel bekoeld. Zodra de voetbal in het ballenrek ver
dwijnt, zoeken we het elders. We pakken de fiets, de auto, de
tent of wat dan ook. We gaan tennissen met vrienden of kennis
sen in een tennisclub, we zoeken de zee of het bos op, we gaan
met vacantie, maarniet in Ajax-verband. Zo zijn we nu
eenmaal. En dat geldt niet alleen voor ons, maar ook voor leden
van andere verenigingen; dat geldt voor de doorsnee mens, uit
zonderingen daar gelaten. Krachtige handen zullen daar niets
aan veranderen.
Over krachtige handen gesproken. Krachtige handen hebben
Ajax Eindhoven l-l) Den Edel scoort de gelijkmaker