Momenten uit de wedstrijd Ajax De Volewijckers
Het is met ons nationale elftal niet gegaan, zoals onze vrien
den van de sportpers het zo gaarne hadden gezien. De Deense
amateurs, die naar Amsterdam waren gekomen om een voet
ballesje in ontvangst te nemen, haalden een dikke streep door
de zorgvuldig opgemaakte rekening. Dat was jammer! De com
binatie uit Londen, bestaande uit jonge voetbalprofs, deed er
nog iets bovenop, door met een paar welgemikte schoten de
nota totaal onleesbaar te maken. Dat was dubbel jammer, want
het hoog geachte voetbalpubliek gelooft nu écht niet meer in
de wederopstanding van onze Oranje-ploeg. Enwe hadden
de lieden, die komen om waar voor hun geld te krijgen, al zo
aardig rijp gemaakt voor de legendarische „we-gaan-naar-
Rome"-stemming. Nou ja, als het dan per sé tegen de Denen en
Belgen moest, vooruit dan maarEigenlijk geen partfj voor
onze Oranjemannen! De Italianen en Hongaren; dat was wat.
Echt iets voor ons! En nu dit! Alle illusies aan barrels en
hoe redden we ons figuur? Niet op reageren kan natuurlijk
niet. We hebben ons aller Faas feestelijk ingehaald (hij bracht
écht geen Sinterklaas-surprise mee, misschien wel voor Van
der Gijp of Roosenburg, maar die zullen er beslist niet dank
baar voor zijn geweest), we hebben toen er nog twee voetbal
bonden waren, voor één de rijk versierde loftrompet gestoken
en de andere bond met nog rijker versierde inktmoppen ge
gooid. We hebben nog veel meer gedaan eneen lol dat we
hadden. We moesten en zouden betaald voetbal hebben en toen
dat er eindelijk was, hebben we elkander in het stamcafé, bij
de koffie, diep in de ogen gekeken en met het bekende ,,in alle
bescheidenheid" gezegd: „Ook ik heb een steentje bijgedragen,
ïk heb er steeds in mijn sportrubriek op gehamerd en ik heb
voor de radio ellenlange tirades over betaald voetbal afgesto
ken. Nimmer was het een „oratio pro domo", want eigen be
langen kwamen in het stuk niet voor. Ik deed het alleen voor
die arme jongens, die Zondag aan Zondag voor des Keizers
baard het veld in moesten èn, om weer een acceptabel nationaal
elftal te krijgen. De T.C., die voor de ommezwaai het elftal
samenstelde, wist er geen fluit van en de heren uit Den Haag
maakten zich alleen maar onsterfelijk belachelijk. „Ober, nog
een kleintje koffie en geeft U mij er nog een verkeerd." Jongens,
daar gaan jullie; op de klaterende zege!"
En nu dit! Geen klaterende zege op de Denen, maar slechts
een armzalig gelijk spel. Die Faas, neen, écht geen openbaring.
Een prima voetballer, natuurlijk, anders zouden die Spanjaar
den geen peso voor hem neertellen, maar veel te veel „prima
donna". Dillen had geen snars aan hem. En Bertus! Hoe is het
mogelijk? Ere-burger van Bordeaux en een jonge Deen, debu
tant n.b., had er een „makkie" aan. Hoe zullen we dit drama
nu morgen in het ochtendblad versieren? De mantel der liefde
maar uit de kamferballen halen en het terreineen reuze
idee, dat was sof. Eigenlijk voor voetbal ongeschikt. En niks
over de T.C. en niks over de K.N.V.B. en niks over onsterfelijk
belachelijk. Doorlopen en niet omkijken. Jasses, nou die jongens
uit Londen ook nog. Daar moeten we toch eens extra over
peinzen. Van der Gijp hadden ze nooit linksbuiten moeten zet
ten. Dat was stom. Zelfs een leek ziet het zo. Geen twee benen.
En Roosenburg? Die man hoort niet op de middenvoorplaats.
Niet dat is dopf is, maar hij hoort er niet te staan. Wie zet die
man nu middenvoor. Onsterfelijk belachelijkho, weer die
nare woorden. Neen, dat kan nietAbe dan maar onder de
loupe. Waarachtig, die Fries deed er tegen de Engelsen niets
aan. Liep maar te lopen waar ie niet lopen moest en liet Tim
mermans maar van het kastje naar de muur lopen. Die ging
gewoon op de loop en nam en passant onze hele theorie over
magisch vierkant en betaald voetbal mee. Neen, dat deed hij
niet, maar Abe! Die knaap uit Heerenveen moeten we er toch
zien „uit te schrijven". Aan de stamtafel zullen we het bespre
ken. Met Klaas, Piet en Tom. Misschien weten zij ook nog wat.
Misschien kunnen we weer beginnen over de T.C., de K.N.V.B.
(neen, dat kan niet) en overonsterfelijk belachelijk".
De voetbal-,,vrede" waarover we het al eerder met U hadden,
is nog steeds ver te zoeken. Vrijwel dagelijks lezen of horen we
berichten, die zo verwarrend werken, dat alleen héél knappe
jongens er een touw aan kunnen vastknopen. Veel van die
knappe jongens zijn we nog niet tegengekomen en of we er
veel zullen tegenkomen, weigeren we (voorlopig) te geloven.
Als we b.v. het bericht over al die aanmeldingen voor betaald
voetbal bij de kop nemen, is er o.i. alle aanleiding om naar het
zoutvaatje te grijpen. Mocht het bericht werkelijk waar zijn,
dan zouden we binnen afzienbare tijd kunnen bogen op meer
dan honderd clubs, die met een vlot gebaar 50.000 op tafel
kunnen leggen. Als we het staatje bekijken, waarop de namen
van die clubs staan genoteerd, krijgen we zo het gevoel, dat
we in de „vrolijke keuken" terecht zijn gekomen. U weet wel:
„American hoepla, six balls for one guilder". En maar smijten!
Of zouden er grapjassen zijn, die er een „potje" van willen
maken? 't Is toch een lollige boel, dus waarom niet!
Over het transferbedrag, dat penningmeesters van semi-
profclubs moeten neertellen bij overname van een amateur, is
het ook nog donderen. Als we het goed hebben begrepen, wil de
K.N.V.B. het geld, waarop de amateurclub, die een veer moest
laten, recht heeft, in een „pot" stoppen. Zo gezegd „Tot Nut
Van Het Algemeen". Nou ja, van het algemeentot nut van
de amateurs dan. Dat plan lijkt ons aanvechtbaar. Als wij be
stuurslid van een amateurclub waren, zouden wij dat beslist
niet nemen. Per slot van rekening was zo'n „gekochte" amateur
In onze club groot geworden, groot geworden van de dubbeltjes
en kwartjes, die onze medeleden en wij met tombola's, contri
butie, klaverjaswedstrijden etc. bij elkaar hadden gekregen. Die
dubbeltjes en kwartjes werden niet bij elkaar geschooid en
heel zuinig beheerd met het doel een amateur in de gelegen
heid te stellen profvoetballer te worden, maar om tientallen
jongens achter een bal te laten aanhollen en nog eens tientallen
jongens iets meer van het voetbalspel te laten leren. Die dubbel
tjes en kwartjes waren bedoeld om tientallen jongemannen de
buitenlucht in te sturen en zo doende geheel voor ons lol en
met opoffering van veel tijd en huiselijke gezelligheid een
tikkeltje mede te helpen om van ons volk een gezond volk te
maken. Als dan op een onzalig ogenblik zo'n onverhoopt bedrag
Van Drecht redt, door de bal nog juist over de lat te tippen.
Op de doellijn stopt Van Drecht een hard schot.
Foto's W. de Boois Jr