Frans
Schoe vaart's
heengaan
Strijdbare figuur
6
Vanmorgen hebben vele vrienden van Frans Schoe vaart zijn
stoffelijk overschot gevolgd, langs witte sneeuwpaden in stra
lend zonlicht, naar de laatste rustplaats van onze oud-aanvoer
der en oud-voorzitter.
Wij, die hem meer dan een halve eeuw hebben gekend, die
Frans Schoevaart als jong voetballertje in het Amsterdamse
Oosterpark zagen spelen, die met hem hebben bestuurd, ge
speeld; vaak clubvreugde, vaak clubleed hebben beleefd, wij
kwam en Frans als eerste de bal, hoog boven de tribunes uit, de
lucht intrapte, had Schoevaart alias Swift alias de „man
met de ijzeren kop", de goodwill van zijn grote supporters-
cliëntèle al weer geboekt.
Vele jaren is Frans in onze elftallen de meest strijdbare man
geweest, totdat de Algemene Vergadering hem de functie van
voorzitter toewees. Ook hier bleek Schoevaart een strijdbare
figuur, hetzij echter dat zijn handige buigzaamheid hem dikwijls
durven uit de grond van ons hart hier neerschrijven, dat de
meest strijdbare figuur in onze club, voor goed is heengegaan.
Reeds in gezegd Oosterpark zag het er naar uit, dat deze don
kere jongen in latere jaren een harde noot om te kraken zou
worden. Reeds toen was het beter langs hem heen te glijden
met de bal, dan Frans opzij te zetten.
Enkele jaren later werd Frans onze aanvoerder in Ajax 1.
Onder zijn bezielende leiding gelukte het in 1911 de eerste klasse
titel te behalen, goeddeels te danken aan zijn onverzettelijke
speeltrant in de verdediging. In die jaren speelde lichaams
kracht een belangrijke rol bij het spel. Gepast afhouden van
een tegenstander, de zuivere body-charge was volkomen verant
woord, in tegenstelling met de tegenwoordige spelregels. En
Schoevaart maakte er een flink gebruik van, zonder te vaak
een vrije trap tegen zich te krijgen. Als de ploeg het veld op-
over moeilijke struikelblokken hielp. Natuurlijk, wij zijn het
vaak met zijn zienswijze oneens geweest, maar wij waren zo
hevig doordrongen van de wetenschap dat de voorzitter alleen
het clubbelang voor ogen stond, dat wij ons snel bij de mening
van de president neerlegden.
Een nog hardere noot om te kraken is Frans Schoevaart tal
van jaren als opponent in vergaderingen geweest. Als man in de
oppositie was de strijdbare Frans meestal dodelijk. In 1914, wij
vergeten het ons leven niet, werkte hij binnen het uur vrijwel
het gehele bestuur en de gehele elftalcommissie weg met zulke
doorslaande argumenten, zo fel naar voren gebracht, dat een,
als één man oprijzende vergadering, hem een luide ovatie
bracht. Het zou in dit korte bestek te ver voeren verschillende
andere staaltjes van zijn strijdbare strijdvaardigheid te memo
reren. Wel moge het hier gezegd worden dat deze man die