2 Een. clubblad is toch een raar geval. Zo heb je de satisfactie dat de zaak bij de drukker „rond" is en de leden dus de vol gende dag het „Ajax-Nieuws" in de bus kunnen vinden, of Vadertje Tijd hij luistert als we het wel hebben naar de naam Saturnus geeft een seintje. Hé,broer, het is weer zo ver!" „Schrijvèèèèn!" Schrijven? Barst, nu alweer! Veertien dagen geleden hebben we pas een blad vol gekregen. Zestien pagina'smet veel pijn! „Klets niet zo zwaar, de tijd dringt en drukker Steenbergen moet ook leven. Zijn machines staan er niet voor de lol en zijn personeel is niet aangenomen om te klaverjassen. Schrijven dus enveel!" Nog veel ook! Waarover in godesnaam? Over sneeuw, regen en dat er niet gevoetbald werd? Saturnus, beste kerel, waar moeten we het over hebben? „Weet-ik-veel en 't zal-me-nog-een-zorg-zijn-ook!" „Als je maar schrijft envan „Vlokkie" heb je al wat." „Tabé, ouwe reus, ajuus en tot de volgende maand!" Stilte, krachtwoord, stiltemaar wat „Vlokkie" betreft, had ie nog gelijk ook! Want het artikel van „Vlokkie" was het eerste vlokkie wat we in deze witte vlokken tijd dankbaar op vingen, Die andere vlokken, waarvoor de hotelliers in Gar- misch, Aroza etc. schietgebedjes doen, kunnen ons vlot gestolen worden. Die mogen wat ons betreft rustig tussen de bergen en in de dalen blijven dwarrelen, dan heeft vriend „James" er ook nog iets aan. Die knaap gaat weer vrolijk een paar weken in de sneeuw zitten. Gelukkige kerelIn ieder geval heef hij nog aan de schrijfstofloze clubbladredactie gedacht. Zijn schuin gedruk te ernst en luim valt elders in dit blad te lezen. Scribent „Vlokkie" hield natuurlijk woord, zond ons uit Peru een lijvig epistel over Peruaans- en Paraguaans voetbal. Een ver haal over een voetbalgevecht, heet als sambal oelek, gekruid met een lik ketjap benteng superieur, om van te likkebaarden. Hij heeft er rauw in gebeten. Wat hebben sommige lieden toch een variabele werkkring. Dan zit onze „Vlok" hier, dan weer daar, maar het moet gezegd, onze medewerker-met-de-langste- adem -zijn activiteit op het gebied der clubbladsportjournalis- tiek (wat een lang woord) begon omstreeks 1916 (dat is bijna veertig jaar) laat ons nooit in de steek. Enzijn artikelen zijn immer en altijd cachet-gevertjes aan ons clubblad. Dat „Vlokkie" nog maar lang moge schrijven, want we willen hem niet missen. Sterker, we kunnen hem niet missen. Als hij en „James", ja, ook hij, de pennen neerleggen, moet U de uit inkt potten gegroeide vruchten slikken van drie of vier clubblad- schrijvers en daar de Duivendrechtse vrucht vrijwel onverteer baar is, zult U dan genoegen moeten nemen met de geestes producten van onze collegae. Dat is voor een vereniging als de onze, een vereniging met 1200 diploma-bezitters, toch te dwaas om los te lopen. Kom vrienden, zet de schroom buitenspel, klim eens als de gesmeerde bliksem in een schrijfhout. Amateur of semi-prof (betalen doen we beslist niet), senior, of junior, iedereen is hartelijk welkom. Papier aan één zijde beschrijven s.v.p., liefst zo duidelijk mogelijk. Mopperen, om geen ander naar woord te gebruiken, mag ook. Foto's, die onze club raken, zijn eveneens welkom. We zitten n.l. dringend om een fotograaf verlegen. Onze expert op het gebied van de camera, de heer Desmit, is met pensioen en we hebben geen opvolger. De voorwaarden, slaande op deze baan, zijn zeer aantrekkelijk. Materiaal wordt in of uit principe niet vergoed (er valt met de penningmeester, de heer Dukker, over te praten, maar of dat veel zal uithalen, betwijfelen we zeer), als het eerste elftal thuis speelt, mag de man met de kiekkast voor eigen rekening (schade aan kleren, schoenen of toestel wordt ook niet vergoed) tijdens de wed strijd het hoofdveld betreden. Als het eerste team „uit" speelt, mag hij mee. Voor eigen rekening, per trein of auto. Lunch en/of diner wordt niet door Ajax betaald. Om kort te gaan; aan deze baan zijn vele voordelen verbonden. Om er één te noemenonder alle foto's komt de naam van de producer. Als de man voor zijn brood in zaken is, kan dat te pas komen. Het sta&t n.l., als men kan zeggen: „Die foto's heb ik gemaakt!" (als ze goed zijn). Per slot van rekening komt ie met foto's van Ajax en U wéét het, onze naam is een begrip. Ook zal het U bekend zijn, dat duizenden het een eer vinden, beroemde personen een hand te geven. Denk eens in; een hand van 'n dure beroemde persoon. Dat is seffens wat! Een hand (zomaar) van een beroemde voet baller, een beroemde hardloper (pardon, athleet), of van een nog beroemder crooner, of kreunster, of hoe heet zo'n dame? Misschien wordt onze man nog sportfoto-maker-nummer-één- van-het-jaar! Misschien wordt hij dan nog geïnterviewd door een beroemde radio-reporter, of krijgt hij een intelligentie test (geen intelligente test, zetter). Misschien wordt hem dan deze vraag voorgelegd: „Hoe krijgt U toch dat Rembrandtiek-clair- obscur in Uw werk?" Dat „obscur" moet U natuurlijk niet verwarren met „obscuur". Maar alle flauwekul off-side; we moeten schrijvers en een fotograaf hebben..Wie helpt? De heren Bruynesteyn en Muller hebben zich de moeite ge troost, om voor U en ons de competitie-standen uit te vissen. Een tijdrovend werk, maar toch wel de moeite waard, want een ieder, die het interesseert, kan nu zien practisch in één oog opslag hoe onze club er van boven tot onder voorstaat. In het kort samengevat: Uitstekend! De zeven seniores-elftallen en acht van de elf juniores-teams vertoeven in de hoogste re gionen en hebben allemaal een behoorlijke kans op het kam pioenschap. Spelers, en natuurlijk ook de leden van Elftal- en Jeugdcommissie, kunnen trots op hun werk zijn. Het werk* van genoemde commissieleden is echter heus geen pretje, want al gaat het nog zo goed, er zijn altijd spelers, die het beslist niet met de heren eens zijn. Dat was in onze tijd, dat was in Uw tijd en nu is het nog precies zo. Eerlijk gezegd, het deugt nooit enhet zal nooit deugen. Er zullen altijd spelers blijven, die zich miskend of achterafgezet voelen en stellig geloven, dat zij niet tot de „vriendjes" van de leden der Elftalcommissies be horen. Ook nu beleven we dit „drama" weer. Ook nu zijn er weer spelers, waarvan „men zegt", dat zij vertrekken, waarvan wordt verteld, dat zij met plannen rondlopen overschrijving aan te vragen en dat er al zijn, die proefwedstrijden voor andere clubs speelden. We willen het gaarne allemaal aannemen, ster ker, we geloven de verhalen op slag, want het is in onze ge schiedenis vele malen voorgekomen, maaréén ding weten we heel zeker; later had 90% van de „vertrekkers" spijt. Ook dat bewijst onze geschiedenis. In ons jubileumboek staat over dit onderwerp het een en ander te lezen. Kijk, we geven direct toe, dat het in onze club écht niet allemaal botertje tot of aan de boom is. Ook bij ons worden fouten gemaakt, maarin welke club niet Bij andere clubs zijn het ook maar doodgewone stervelingen die de „lakens" uitdelen en dus ook lieden, die in een bocht kunnen slippen. Ook bij club A., B., of C., staan spe lers aan de kant, die mijnheer Jansen of Pietersen van de Elf talcommissie, maar een uitgerekende prutser vinden, die, bij hoog en laag, niet eens weet, dat een bal rond is. Waarmede we maar willen zeggen, dat er overal „iets-niet-klopt". Als iemand zich geroepen voelt om als lid van onze organisatie te bedanken, soit, dan vinden wij dat spijtig, vooral als het iemand is, die bij ons op zeer jeugdige leeftijd zijn voetballoopbaan be gon. Tegen houden kunnen we natuurlijk niemand, maar bij het afscheid wel vragen: „Weet U wel zeker, dat de fout bij ons lag, dat de zondebok bij de Elftalcommissie te zoeken valt? Stak U Uw hand weieens in eigen boezem? Weet U wel héél zeker, dat U er alles voor en aan hebt gedaan, om de plaats te bereiken, waarop U zo gebrand bent?" Natuurlijk zegt U: „Allicht!" Wij voor ons neemt U het ons niet kwalijk geloven dat écht niet helemaal. Wij lopen n.l. iets langer dan een paar dagen mee enwe hebben in onze tijd toevallig ook wel eens in de „voetbalspiegel" gekeken. We zeiden het natuurlijk niet, maar eerlijk, er zaten barsten in, als U begrijpt wat we bedoelen. Neen, vrienden, hij die a tout prix in het eerste- of in de hoogste reserve-teams wil spelen, moet er niet iets, maar heel veel voor over hebben. Die moet de bewijzen op tafel leg gen, dat hij in die elftallen thuis hoort, die moet de capaciteiten bezitten om het „vriendje" van de Elftalcommissie te ver dringen. En, als hem dat niet zo spoedig gelukt, dan moet hij de schuld niet zoeken waar die beslist niet te vinden is, maar beginnen met eens lang en nadrukkelijk in bovengenoemde spiegel te kijken. Tien tegen één, dat hij er een dikke barst in ontdekt. En, om hem uit de droom te helpen: een Elftalcom missie, die één of meerdere seizoenen lang een stofje in het oog had, m.a.w., een prima speler rustig op „laag niveau" liet „hangen", hebben we nog nooit ontmoet. Een prima speler komt, net als olie, altijd bovendrijven, maar prima spelers (in

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1955 | | pagina 2