2
Evenals bij het secretariaat, kwamen ook bij de redactie
Nieuwjaarswensen binnen. De familie Sm.it gaf een levensteken
uit Canada, de familie Knoop uit Washington, U.S.A. collega
De Vlieger schrijft er elders in dit blad iets over de heer H.
M. Lugard zond ons de welbekende en zeer gewaardeerde U.D.-
agenda (hartelijk dank!) en onze strijdmakker uit lang ver
vlogen jaren, de oud-Ajacied Wim Debois, bleef ook niet achter.
De grote man van de Vereniging van Voetbaloefenmeesters
met onwankelbaar vertrouwen strijdt onze oud-clubgenoot voor
de belangen van zijn medeleden (schrijft maandelijks een half
clubblad vol met zeer leesbare artikelen, vecht voor sociale ver
zorging etc. van zijn collegae, waarop zij toch ook recht hebben)
deed ons een goed verzorgde zakkalender toekomen. Onze
hartelijke dank, Wim, en houd je taai! Onze vrienden uit Win
schoten (Blom en Wubs) waren ons ook niet vergeten, de heer
Wubs schreef ons zelfs een brief waaruit we straks een gedeelte
zullen citeren. Voetbal vrienden uit Kerkrade gaven acte de pré-
sence en uit Fontainebleau zond vriend F. H. Mossing Holsteyn
een Bonne Année", zodat er einde 1954 weer aardig wat voet
balvriendschapskabels aangehaald zijn. Dat het zo moge blijven!
Zo, dat was dan het prettige begin van onze eerste Kroniek in
1955. Verder maar weer!
De heer Frans Schoevaart was, om precies te zijn op 27 De
cember 1.1., 50 jaar lid van onze club. In ons vorig clubblad heb
ben we U daar het een en ander over verteld. U weet er dus
alles van. Wat U niet weet, is, dat we op de avond van die voor
Frans zo gedenkwaardige dag even naar de Amstel zijn ge
weest. We, dat waren onze 2e voorzitter, Jan Elzenga, Jan de
Boer en penningmeester Ferry Dukker. Zoals U zult begrijpen,
is er in Huize Schoevaart een gezellige boom opgezet over
antiek. We hebben gehoord over Chinese vazen en schalen, over
dynastie zus en zo, over stamhuizen, over regerend vorsten
geslacht, over een vaasje, dat écht niet in onze huiskamer kan
staan, en te koop is voor de kinderachtige som van 17.000.
(Jan de Boer vroeg, of ie korting kreeg als hij er twaalf nam).
We hebben in boeken gekeken, waarvan we het bestaan niet
eens vermoedden en het over doofpotten, schilderijen, tinnen- en
koperen keteltjes gehad. Kortom, er is weer een beetje aan de
ontwikkeling van onze geest gewerkt. Over voetbal is ook nog
gesproken. Jan Koomen is namens het bestuur en namens ons
allemaal gaan vertellen, hoe ere-lid Frans Schoevaart er bij zijn
clubgenoten opstaat. Jan deed het netjes uit zijn hoofd en daar
de penningmeester, zoals wij U reeds vertelden, er ook bij was,
haalde onze invaller voor Marius Koolhaas, tegen het einde van
zijn rede iets onder een stoel vandaan. Als U nu iets over een
<W/////A
Directie CAREL C. KAMLAG en TOM MANDERS
antieke vaas wilt weten, schrijft U Frans even een briefje en
U krijgt het antwoord keurig getypt omgaand in Uw brieven
bus. Ons ere-lid heeft een tikkeltje aangedaan bedankt. Op zijn
gezondheid hebben we een kelkje geledigd en beloofd over tien
jaar terug te komen om hem met zijn zestigjarige lidmaatschap
te feliciteren. Dat haalt Frans beslist.
Zo, dat weet U dus ook en gaan we over naar het volgende
jubileum.
22 December 1.1. bereikte de heer J. Hoven, de bekende Am
sterdamse sportjournalist (voetbal, roeien, hockey) de leeftijd,
die helaas niet voor iedereen is weggelegd. Zeventig jaar!
Zeventig jaar is geen kleinigheid. Bij het noemen van die leef
tijd gaan je gedachten onwillekeurig uit naar een old man, met
stok, met grijze haren en soms ook naar een baard. U weet wel,
zo'n lange, met zilveren en gouden glans. Bij de heer Hoven is
daar geen sprake van. Nog recht van lijf en leden gaat hij door
het leven en als je zo naar hem kijkt, dan vraag je je met enig
wantrouwen af: ,,Zou die vlotte penneridder al zeventig zijn,
of zou ie ons voor een half dozijntje flessen?" Maar, als je dan
bedenkt, dat je in de buurt van 1914, als ,,broekkie" in de Gra
venstraat in de rij stond om het „Groentje" te bemachtigen
het was rap uitverkocht waarin de heer Hoven, als groot en
machtig sportjournalist, waartegen je met diep ontzag opkeek,
alles over Ajax schreef, wat er over te schrijven viel èn wat je
per se moest weten, ja, dan moet Nevoh als U dit woord om
draait weet U wie we bedoelen wel zeven nul zijn. In de loop
van die zeventig jaren heeft de heer Hoven onnoemlijk veel over
onze club geschreven. Hij heeft over Ajacieden en Ajax-teams
de loftrompet gestoken en over Ajacieden en Ajax-teams de
journalistieke zweep gelegd. Hij stak nimmer zijn mening onder
de banken van ons stadion, maar al was men het in onze
kring niet altijd met hem eens (wij persoonlijk ook niet altijd)
de heer Hoven bleef immer fair en always gentleman. Hij drong
en dringt zijn mening nooit op, zijn woord was en is geen wet,
wat we helaas niet van iedereen kunnen zeggen. Misschien komt
dat door het vele goede voetbal, dat hij in de loop der jaren in
de Meer zag, misschien komt dat, door een beetje liefde voor
onze club, misschien komt datmaar laten we even ons
jubileumboek openslaan. Op pagina 203 staat dan: „Ik heb ze
nog zien spelen over 't IJ in vreselijke modder en toen reeds was
er iets dat me aantrok, alsof ik een voorgevoel had van wat vol
gen moest. Toen is ide overgang naar de Meer gekomen, waar
Ajax de eerste burger van 't oude Watergraafsmeer werd, zoals
ze het nog is van Amsterdam-Oost in het bijzonder en van Am-
sterdam-sportstad in haar geheel."
„Daar in de Meer is Ajax gepromoveerd en na drie jaren ook
gedegradeerd, de degradatie, die de loutering werd, de reactie,
die onder de destijds harde en zakelijke, doch stellig eveneens
bezielende leiding van de huidige ere-voorzitter Willem Ege-
man, met naast hem kerels als Jan Grootmeyer, Tjerk de Mun-
nik en later wijlen Oudheusden, een ongelooflijke reactie ver
wekte èndie de grote elf geboren deed worden, welke de
ware triumf van Ajax bracht en stevig vestigde."
Deze regels schreef de heer Hoven in ons jubileumboek.
Voelt U em? Voelt U, dat hier een man aan het woord was,
die Ajax meer dan een goed hart toedroeg en nog toedraagt
22 December is deze Ajacied, pardon, deze, de rood-witte
kleuren frequenterende sportjournalist, zeventig jaar geworden.
Het zal daar aan de Rooseveltlaan een feestdag zijn geweest en
felicitaties hebben geregend. Ook Ajax heeft zich natuurlijk
niet onbetuigd gelaten en wij, mannetjes van het Ajax-blaadje,
willen al is het dan wat laat niet achterblijven. Heer Ho
ven, van deze plaats wensen wij U nog vele gezonde en geluk
kige jaren en spreken daarbij de hoop uit, dat het blanke papier
tot in lengte van jaren de druk van Uw welversneden pen mag
blijven voelen. Tot heil van de sport!
En nu de brief uit Winschoten.
De heer Wubs schreef als volgt:
„Met Ajax zal het wel in orde komen, op beslissende momen
ten zijn de rood-witten bovendien vaak niet ongelukkig, maar
waar het Noordelijk voetbal heen moet, is een raadsel. Veendam
en Be Quick redden het niet en dat Leeuwarden, G.V.A. V. en het
dappere Heerenveen er alle drie in zullen slagen 5 elftallen
onder zich te houden, is „fraglich", zoals men hier niet ver van
daan zegt. Overigens, de Noordelijke le klassers en de bonds-
afgevaardigden behoeven niet met jammerklachten aan te ko
men als in 1956 de hoofdklasse met vermoedelijk louter Wes-