Café „Populair"
Reguliersbreesiraai 51, lel. 31996
Amsierdam-C.
lozen behoren Hoe zullen we het hoofd kunnen bieden aan de
concurrentie van de beroepsvoetbalclubs? Hoe zal het gaan
als deze clubs floreren en meer betalen dan de ex-amateur
verenigingen De eerste jaren zullen we van genoemde clubs
vermoedelijk niet zo veel last hebben. Het spelpeil ligt nog te
laag en het aantal verenigingen is te klein. Maar later, aan
genomen, dat de heren het volhouden, wat dan? Natuurlijk is
het zo, dat een paar keer trainen in de week dat doen we al
vele jaren het spelpeil niet schrikbarend opvoert. Zeker niet
met spelers, die practisch hun tijd hebben gehad. Iedere sports
man weet, dat, als hij op zijn gebied een zekere grens heeft be
reikt, het o zo moeilijk is iets hoger te reiken. Vraag het een
speerwerper, een kogelstoter, een honderd-meter-man, een roei
er, een zwemmer enz. Zij zullen U vertellen, hoe uiterst moeilijk
het is prestaties te verbeteren. Wat kan men dan van voetbal
lers verwachten, die öf hun tijd bijna hebben gehad, öf al het
hoogste (het eerste elftal) hebben bereikt. Niets, of bijna niets.
Alleen de jeugd kan, als men dat zo noodzakelijk acht, onze
voetbalnatie redden. Maar dan als staats-amateur of als 100%
professional. Voetballers met bij-verdiensten behoeven we be
slist niet naar de wereldkampioenschappen te sturen. De Hon
garen, Brazilianen, Engelsen etc. zouden slechts glimlachen en
onze best betaalde sportjournalist zou écht niet weten, wat hij
moest schrijven. Dat zou dan vreselijk jammer zijn. Neen,
vrienden, met een paar tientjes per week krijgen we geen spe
lers, die van ons land een voetbalnatie maken. En dat is toch
zo belangrijk. Kijk naar landen als Italië, Frankrijk, Spanje
etc., ze groeien en bloeien als een cactus in het Naardermeer,
maar er wordt gevoetbald; om je hoed voor af te zetten. Ons
land is na de oorlog er in no-time weer bovenop gekomen en
omdat het zo duur is voor iedere buitenlander een trek
pleister. Heldere koppen en harde werkers hebben daarvoor ge
zorgd. Het komt ons voor, dat een leger heldere koppen en
harde werkers te prefereren valt boven een leger betaalde voet
ballers inclusief een wereldkampioenschap. Misschien zien we
het niet goed!
Het eerste elftal is alweer enige malen in het veld geweest.
Naarstig oefenen geweldig wat een opkomst en wat een
gedrang heeft nog maar weinig succes gebracht. De ope
ningswedstrijd (Anderlecht) werd kansloos verloren (14) en
de A.R.O L.-beker zagen we aan een andere club uitreiken. Ons
elftal bracht het tot de finale door in een bar slechte wedstrijd
(een humoristische persoon riep: „jullie mogen ons wel beta
len") Excelsior met 10 te kloppen en door een week later
A.F.C. met 23 uit te schakelen. E.B.O.H. vond het toen mooi
genoeg, zette ons team met 20 aan de kant en nam de beker
mee naar Dordt. Verder zijn er door de lagere elftallen oefen-
partijtjes gespeeld en werd door enige combinaties aan tour-
nooien deelgenomen. Een paar prijzen konden in ontvangst wor
den genomen. Voor de overige daverende dingen die onze club
betreffen, verwijzen we U gaarne naar de pennevruchten van
onze redactieleden en medewerkers.
H. Fleijsman
De eerste „betaalde" wedstrijd AjaxZwolse Boys
mochten we aanschouwen. Veel zaaks was het niet De boys Uit
Zwolle speelden uitgesproken zwak. Hoe die lieden aan doel
punten moeten komen, is ons een raadsel. Dank zij een duister
g^val in de Ajax-achterhoede brachten zij het tot één goal. Een
real present exemplaar. De in rood-wit tenue gestoken voet
ballers brachten het tot vijf doelpunten (Bakker 3, Burgers 1
en Van Dijk 1). Alzo een 51 zege voor Ajax. Overdekte tri
bune lang niet vol, open tribune nog geen drie honderd bezoe
kers en op de staanplaatsen hooguit drie duizend man. Voor de
man van de kassa een slecht zaakje. Hopen nu maar op Ajax
D.O.S., doch gezien de verhoogde entréeprijzen, de concurrentie
van profclub Amsterdam en het vertoonde spel, geloven we
voorlopig nog niet in ei-volle tribunes. Afwachten maar en
kijken, hoe de rood-witte voetballers zich houden. Dat is met het
oog op de toegedachte emolumenten zeer belangrijk.
In het 't Gooi-Nieuws lazen we, dat de heer Van Vliet, redac
teur van genoemd blad, de pen heeft neergelegd. Zeventien jaar
had hij met ambitie en volle liefde voor het „amateuristische
't Gooi" zijn best gedaan, voor het „semi-prof 't Gooi" kon hij
geen penny opbrengen. Tijdens de Alg. Vergadering van 't Gooi
stelde iemand voor, voor de redacteur „een sommetje" uit te
trekken. De heer Van Vliet bedankte feestelijk. We kunnen het
wisselen en hadden het ook gedaan, maar of we de pen zouden
neer leggen is een ander liedje. Per slot van rekening bestaat
een club niet uit zestien of, zeg twintig, betaalde voetballers.
Er blijven altijd nog vele leden over, die zuiver voor hun ge
noegen voetballen en, als clubman, daarvoor de pen in de inkt
pot te dopenoch, waarom niet? Onzes inziens moet de
band tussen de amateurs van de clubs niet verbroken worden
en daarvoor zijn zeker niet in de laatste plaats de clubbladen.
We hebben ons dan ook voorgenomen, onze „mindere goden"
meer dan het volle pond te geven en het met de betaalde voet
ballers erg kort te maken.
BROWN.