Tïr ASBEEK BRUSSE desgewenst Borneostraat 8-14 - Tel. 54251 ERKEND PHILIPS SERVICE 4 Over een dikke twintig jaar zal er misschien een Ajacied zijn aangenomen, dat onze club dan nog bestaat die zich ge roepen voelt een volimineus boek te gaan schrijven. Een boek, dat iets vertelt over de geschiedenis van ons aller Ajax. Daar behoort moed toe. Om die moedige man een handje te helpen, zullen we voor hem vastleggen, wat zich in de jaren 19531954 afspeelde in het wereldje waarin U en wij, eens of nog, de zon derlinge capriolen van een voetbal bestudeerden en pogingen aanwendden, dat springerige ding te bedwingen. Dat laatste lukte niet altijd, maar dat is met betrekking tot dit verhaal onbelangrijk. Belangrijker is het vooor de schrijver, te weten, waarom voetballers, die altijd voor hun genoegen tegen een bal hadden getrapt, plotseling voor datzelfde baltrappen geld wil den zien We zullen het hem vertellen. Het begon zo. Na de oorlog wilde het met ons nationale elftal niet zo erg best meer lukken. Dat zinde vele lieden niet. Vooral de sportpers roerde zich. Er verschenen artikeltjes in de bladen, die niet bepaald vleiend waren voor de heren, die zich bestuurslid van de K.N.V.B. mochten noemen. Zij trokken zich er bitter weinig van aan. Ook dat zinde natuurlyk niet en toen het buitenland een handvol voetballers uit de Hollandse polders viste een gedeelte werd al heel rap geretourneerd lag het hek plat op de dam. Onze brave bestuurders hadden geen leven meer. Er kwamen enige brochures uit de bus, die ons iets vertelden, waarom genoemde brave bestuurders zich van sportpers-cri- tiek geen lor aantrokken. Een dokter uit Velsen, luisterend naar de naam Dr. Van Leusden, schreef iets vlammends over amateu risme, over de sociale waarde, de opvoedkundige waarde en nog meer waarden van het edele voetbalspel. We riepen hoera en voetbalden vrolijk verder;. De heren van de sportpers gingen ook vrolijk verder, vertelden in kleuren en geuren, dat al onze goede spelers wegliepen en dat de heren lin Den Haag zich on sterflijk hadden gemaaktonsterflijk belachelijk. Toen kwam de heer Lotsy, bondsvoorzitter, ons vertellen, dat hij niet langer met het voetbalbijltje wilde hakken. We riepen allemaal „jammer" en zeiden met een traan in ons stem „natuurlijk niet" toen hij ons op het hart drukte, toch vooral geen water op het zo warm gekoesterde en zo fel brandende amateuristische fak- keltje te smijten. We hebben hem uit de verte een stevige hand gegeven envoetbalden nog vrolijker verder. Wel werd die vrolijkheid na enige tijd een pietsie verstoord door geruchten over hele en halve beroepsvoetbalbonden, maar wat kon ons gebeuren! Ir. Hopster, onze nieuwe bondsvoorzitter, en zijn wakkere mannen waren waakzaam, stonden, toen er deining in het beroepsvoetbalwater kwam daar zorgden onze vrien den van de sportpers wel voor met zand en lege zakken op en achter de dijk, die ons moest beschermen. Achteraf bleek die dijk niet zo bijster sterk. Er sijpelde water door en er sloegen een paar golven over. „Hindert niet," seinde Den Haag, „dat water is besmet en dus niet drinkbaar." Oh, zeiden wij, maar voetbalden toch iets minder vrolijk verder. Toen kwam er on verhoeds de hemel was helder en er stond geen zuchtje wind een Rotterdamse golf, niet over maar achter de dijk. Beng!, alles weg, de waakzame wachters, het zand en het zo warm gekoesterde en zo fel brandende amateuristische fakkeltje. Floep uit! Alleen de lege zakken bleven drijven, maar daar had toch niemand iets aan. Zeker niet de penningmeesters van voet balclubs; die hadden al lege zakken genoeg. Gelukkig viel er niets te voetballen we vierden „natte moesson" en konden dus naar hartelust vergaderen. Dat deden we dan ook braaf. Met de V.E.K., de W.E.K., de Belangenverenigingen, de Bond, de A.-, de B.-, de subcommissies enz. We kwamen niet tot elkaar. We maakten ruzie, dienden een motie in, die iets ver minkt overkwam en vertrouwden elkaar toen helemaal niet meer. Vervolgens gingen alle Belangenverenigingen weer eens apart vergaderen en wisten sommige afgevaardigden niet eens meer waar het om ging. Ze stemden vóór, als het tegen moest zijn en omgekeerd. De eerste klassers zeiden toen, jullie kunnen ons nog meer vertellen, per 1 September gaan we betalen. Wel hebben wij in de bons vergadering 36 stemmen en jullie 71 (lagere klassers 39, onderbonden 20 en bestuur 12) maar dat nemen we niet langer en we zullen doen wat ons goed dunkt. Bovendien willen we drie afdelingen, twee van 17 en één van 18 elftallen. Met minder kunnen we het niet doen, want onze spelers houden reeds hun hand op. Daar zullen we per jaar zo'n slordige 25 mille in moeten stoppen waar we het vandaan halen weten we nog niet plus de nodige borden snert (niet in hun handen maar in hun monden natuurlijk) want die moe ten zij na afloop van de training beslist hebben. Wat we met de lagere elftallen zullen doen is ons nog niet bekend, dat gaan we rustig bekijken. De jeugdelftallen houden we natuurlijk aan. Die zijn met het oog op de paedagogie, de ethica, het sociale enz. zeer belangrijk en de Beroepsvoetbalbond moet ook leven. Laten we wel zijn. Deze bond tot vriend te hebben is zeer noodzakelijk, want hoeveel goede voetballers met toekomst drukten hem niet een warme en geldige hand? Bovendien is het beslist niet uitgesloten, dat betaalde voetballers innige relaties hebben met jongelui, die ook een aardig balletje trappen En U weet het, het hele leven hangt van relaties aan elkaar. Neen, federatie, belangenvereniging onderbond, sub-commis sie etc., we gaan onze eigen weg. Die eigen weg liep snel dood. De betaling ging door maar de indeling niet. Inplaats van 2x17 plus 18 werd het toch 4 x 13 plus een gezellige bekercompetitie. Wat die beker betreft: tel uit je winst. We hebben vroeger ook gezellig gebekerd en hoe de gezelligheid een einde nam, weten we allemaal nog glashelder. Toen de muziek naar huis ging, lagen de feestneuzen al lang en breed; vertrapt in een hoek en was de zaal voor meer dan de helft leeg. Uitgebekerd waren we. En nu gaan we dat dof uitgeslagen ding weer oppoetsen, want het zal geld in de la moeten brengen. Geld, altijd maar weer geld, dat lied zullen we in de toekomst vaker horen; in alle toonaarden. Maar die bekercompetitie, we geven er geen cent voor. Zo, geschiedschrijver, in grote lijnen hebben we dus voor U vastgelegd, waarom ca. 750, van de zegge en schrijve 350.000 voetballers, geld voor hun waar moesten hebben Dat die waar zoals één van onze bestuursleden het uitdrukte voor vele spelers van genoemde 750 met een Kwatta-reep ruim betaald is, zal wel niemand willen ontkennen. Maar tja, als je als voet baller zo'n beetje versleten bent, je handen verkeerd staan, of je maatschappelijk bekeken niet zo bijster hoog woont, wil je op een gemakkelijke manier toch nog wel een graantje mee pikken. Schande over wie er kwaad van denkt. Punt Het amateurisme in de voetballerij is dus „hors de combat". We kunnen er over jammeren, onze vuisten ballen, of wat dan ook, 't geeft geen sier. We gaan betalen, betalentot dat, ja tot dat! Zullen we het kunnen volhouden? Onze club de eer ste jaren zeer zeker iwel, maar de minder goed gesitueer denHoe zal het gaan met clubs, die nu, al geen cent in kas hebben Hoe zal het gaan met clubs, die steeds tot de kans- vanat 197,50 v.a. fl 3.- p. week Ruime sortering Yelie gashaarden, Kolenhaarden (div. merken), Kachels, enz. De nieuwste serie Radio's, Gramophoons en kasten. Televisie, Rijwielen, Gasfornuizen, Stofzuigers, Keukenuitrustingen, Wringers, Meu belen, Woningtextiel, Electrische klokken, Kinderwagens, Scheerapparaten, Inphraphil en hoogtezon apparaten Tevens Speciale Reparatie-inrichting voor Radio, Haarden, Kachels, Rijwielen enz. Desgewenst op termijn

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1954 | | pagina 4