Intermezzo SPORT Dit stukje heet „Intermezzo", omdat het een adempauze is. Calvus -stelt zich namelijk voor, zijn studiestukkies over Ajax voort te zetten. En wel zoals deze door hem als buitenstaander zijn beleefd en derhalve mogen we aannemen meer objec tief worden gezien dan uit de toch altijd meer subjectieve hoek van het clublid. Eerst vraagt Calvus echter het woord voor een persoonlijk feit. Zo omstreeks 1916/17 was Ajax op het toppunt van zijn roem. Het aantal gegadigden dat zich bij de rood-witten aan meldde was legio. Gevolg, een zeer scherpe selectie. Calvus was toen echt achttien; nee, men kan beslist niet van hem zeggen, dat hij „niet èchttien was". In alle bescheidenheid, hij kon er wel iets van; al was hem het spel nooit door een trainer bijgebracht. Nee, Calvus was een autodidact van tussen de putten op straat. Maar hij had bijgeleerd. Hij had van zijn 12e af meer uren per week tegen een grote bal getrapt dan enig persoon, hetzij prof of staatsamateur, thans ooit van zijn werk gever zou accepteren. Driehonderd weken, beter: 1800 dagen lang. Behoef ik U nog te zeggen dat Calvus bij Ajax gewei gerd werd? Door de Vierschaar: Egeman, Grootmeijer en nog een tweetal van kaliber, Tjerk de Munnik en Frans Schoevaart, geloof ik. Ze lieten hem niet eens proeftrappen. Zijn eerlijke aanbeveling dat hij geschorst was geweest èn als aanvoerder èn als voorzitter(18!) wegens zijn twijfel aan de sportieve be slissing van een bondsbestuurder was voldoende. Hij kon „te hunner gouverno" niet eens naar voren brengen dat die eigen ste bestuurder op zijn beurt weer was geschorst door de N.V.B., want dat voorval moest toen nog plaats vinden. Calvus kwam bij een andere club terecht, die spoedig daarna eveneens het Walhalla betrad (niet door Calvus' toedoen overigens). Het verhinderde deze ondankbare niet bij Ajax ondersteunend lid te worden en dit gedurende twintig jaar te blijven. Het vijfje dat begeerd werd. Als bij een echte raamvertelling draaien we nu de film terug. Had Calvus aanvankelijk alle kleine-balklassen van de kleuter school doorlopen, al spoedig volgde de lagere school van „het drietje". Maar ook dat was nog niet het ware. Het moest de Hogeschool van het Vijf ie worden, hetgeen nog iets anders is dan de Vijfjarige, waar te dier dagen ten hoogste wat Zweedse gymnastiek werd gegeven. Voor het Ministerie van O. K. W. zou het aanschaffen van een voetbal in die jaren gelijk hebben gestaan met het vervaardigen van de H-bom, al dan niet opge tooid door kobaltblauw, thans. Des te minder officiële belang stelling, des te meer „particulier initiatief". En daarom wenste Calvus, die zo tegen zijn vijftiende uiteraard nog niet veel van een Calvus had, een echt origineel vijf ie' te bezitten. Maar hoe Stel, je kon op die leeftijd al bij een grote club terecht, dan zou dit verraad betekend hebben jegens je ouwe, getrouwe voetbal- Cicoede prestaties zijn slechts mogelijk als U in het bezit bent van een perfecte lichamelijke conditie en uitstekend schoeisel en kleding (Leo v. d. Kar) weet wat U nodig heeft Ceintuurbaan 149-153 Telefoon 28987 tegenover Rialto theater vrinden van de straat. Zal dat vijfje er komen. Om dat te weten te komen, draaien we de film nogmaals terug. Materiaalzorg. Ja, die straatvrienden. Hadden zij niet alle negen eerlijk een cent geofferd voor de oude tennisbal, die raison van een dub beltje was overgenomen van de opperterreinknecht, een soort terreinheer dus, der tennisbanen van het A.B.L.O.-terrein Had men Calvus als aanvoerder niet deze schat ter hand gesteld en had deze niet de vieze-keptein, de op hem na beste speler van de ploeg, uitverkozen om tezamen en in vereniging die Woensdagmiddag naar de Constantijn Huygensstraat te gaan om te trachten aldaar zo'n prima tennisbal te bemachtigen Te trachten ja, want lang niet altijd beschikte deze meester knecht of misschien was het slechts een wat voordelig uit de kluiten gewassen ballenjongen over zo'n moordbal met wel twee lagen canvas voordat het rubber te zien kwam. Maar in de ogen van Calvus c.s. was het in ieder geval een hele meneer. Weinig had het gescheeld of ze waren zonder die occasionele aankoop teruggekeerd. En, wat erger zou zijn geweest, ook zonder de centen. Want „Der Weg zurück" was, evenals dat enkele jaren later in 1918 het geval zou zijn, geen gemakkelijke. De heenweg was vlot verlopen. Weliswaar leidde van de Pijp naar de Constantijn Huygens een lijn 3, maar welke jongen van een jaar of 12 had er in die dagen nou 5 spie voor de trem En al had hij die stuiver bezeten, hij zou wel stapel zijn geweest om die voor zoiets onnuts als een tramrit te offeren. Auto's reden er practisch nog niet. Maar achter op een kar van het Amsterdamsch Vleeschvervoer ging het net zo vlug als je er bij de P.C. afsprong en het Vondelpark door stak (een Vondelbrug zou pas 40 jaar later verrijzen). Een heerlijke kar met twee paarden in gestrekte draf er voor en tien halve koeien er op. Tegen regen beschut onder het zeil, alsmede tegen een zweepslag van de vervoerder, zo deze je in de gaten mocht krijgen. Maar je klom er natuurlijk, pas op als de kar was gaan rijden. Terug. Anders dan de verslagen troepen der Triple Alliantie telden wij het vervoersprobleem van „de weg terug" niet. Hadden wij niet ons heerlijk kleinood, een echte tennisbal die, als je hem met kracht op de straatstenen gooide, bijna tot de 2e verdieping opstuitte? Had hij het maar niet gedaan! Want, terug naar de Pijp ging centerende. Maar tja, wer kann dafür, als zo'n hard balletje zó stuitert, dat je hem wel eens ineens op je wreef moet nemen, met het gevolg dat het ronde ding op een balcon blijft liggen? Meestal rolt zo'n springerige stuiter dan onder de spij len van het balconhek door er weer af, maar er zijn ook van die mensen, die, als ze kleine kinderen hebben, zo'n balcon hebben afgeschut met kippengaas, opdat de lievelingen het speelgoed niet naar beneden keilen. En dan is het: dag bal! Wat doet men dan als er aan zo'n huis niet wordt opengedaan? Wéét U het niet Dan klimt zo'n waaghals met levensgevaar in de regenpijp. Vandaar op het balcon is maar een stap! Calvus was meer knoerter dan klimmer, maar z'n ampiemaat, tegen woordig een eerzaam huis-deur-waar-va-der plus donateur(!) en thans ampiemaat van niemand minder dan, alweer, Gerrit Ziegeler; z'n ampiemaat dan was een geboren lichtmatroos. En zo kwam je dus, als dat balletje althans niet in een gat sprong onder een stoep waar een luchtrooster behoorde te zitten, al centerende in de Pijp. Het vijfje van een daalder. Maar een tennisbal voor een jongen van 15 is als een ramme laar voor een knaap van 11. We hadden het al een paar jaar met niet minder dan een drietje gedaan, maar eigenlijk was dat toch ook niet je ware. Maar op Calvus' 15e verjaardag zou het er dan. toch eindelijk van komen. Natuurlijk gaf vader geen nieuwe. Zo'n kostbare geschiedenis was goed voor een hele club. Doch een bedrag gelijk aan de hoed van Ome Jan, die, mogen we een onzer vaderlandse liederen geloven, nog altijd een daalder kost, ging er mee door. Hoe je daar dan zo'n grote bal voor dacht te krijgen. Bij Ajax! riep je triomfantelijk. Waar- anders dan bij Ajax? Calvus weet niet, lezer, of hij nu een geheim gaat verklappen, of, veel erger, onoirbare zaken uit de doeken gaat doen. Maar komaan, de bewuste terreinknecht, Calvus is vergeten of hij Gerrit, Hendrik dan wel Dirk heette, is, zo hij nog leeft, al jaren niet meer in functie. Het komt er dan op neer dat Calvus, en niet alleen hy natuurlijk, in de dagen voor Wereldoorlog I, een Manfield Hotspur schoenen Engels Import Wist U dat wij een speciale afdeling hebben voor le klas sportieve kleding Voor Uw wintersportreis slaagt U bij ons stellig

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1954 | | pagina 4