Burgerlijke Stand
Malle gevallen
7
Daar het competitierad op Zondag 14 Februari j.l. niet draai
de, trok Ajax naar Houtrust om een oefenwedstrijd tegen
H.B.S. te spelen. Na een aardige strijd won onze ploeg -waar
in Geelhuizen de plaats van Van Mourik innam met 43.
De week daarop bekampten het eerste en tweede elftal elkaar
binnen de muren van ons stadion. Wij vragen ons echter af, of
het niet beter was geweest, op een der voorterreinen te trainen.
Het hoofdveld zag er na afloop deerlijk uit.
Geboren
Alfred Willem,
zoon van de heer W. Niepoth en mevrouw A. NiepothGeude-
ker.
Antonie,
zoon van de heer en mevrouw DusseldorpSuurendonk.
Getrouwd:
De heer J. H. de Sterke
en
mej. M. D. van Dierendonck.
Adres: Nic. Witsenstraat 12 hs.
De heer Joop Michels
en
mej. Hetty Leupen
zullen Zaterdag 27 Februari a.s. in het huwelijk treden. De
voltrekking vindt plaats ten Stadhuize om 10.30 uur.
Receptie Zaterdag 27 Februari van 14.3016.30 uur in het
Apollo-paviljoen, Apollolaan 2.
De heer Jan Neefjes
en
mej. Adriana Cornelia Boers
zijn voornemens Zaterdag 6 Maart a.s. om 12 uur ten Stadhuize
in het huwelijk te treden.
De kerkelijke bevestiging zal plaats vinden om 15.30 uur in
de Emma-kerk, Middenweg 74.
Toekomstig adresZeeburgerdijk 15.
Onze hartelijke gelukwensen.
Een der redactieleden vroeg mij telefonisch, of ik misschien
in het tekort aan copy kon voorzien. Nu herinner ik mij een
geval, dat een tijdgenoot mij eens heeft verteld.
Vroeger kwam het meermalen voor, dat de Ajax-familie een
bootreis maakte. Het einddoel was dan bijvoorbeeld Bergen aan
Zee, waar diverse wedstrijden, o.a. een kruiwagenrace, werden
gehouden. En in het zilte nat was het een gestoei van je welste.
Bij een andere gelegenheid was als ik het goed heb ont
houden Lemmer het punt van bestemming. Tijdens de vaart
werd evenwel besloten het bij Urk te laten. Toen het gezelschap
op een boot van de „HollandFriesland-lijn" nauwelijks de
Oranjesluizen achter zich had gelaten, begon een zekere me
neer Schelvis (hoe bestaat het!) al ruzie met het water te ma
ken. In ieder geval slingerde hij wat in die richting. Hij dreigde
zelfs van boord te springen, doch het bleef gelukkig bij een
poging. Joop schijnt aan dat uitstapje niet veel plezier te heb
ben beleefd. Naderhand gingen er tten gevolge van de korte
golfslag nog veel meer clubgenoten vreemde dingen doen.
Dit werd nog erger, toen verschillende luiden zich op Urk aan
een soort van paardeworst hadden gewaagd.
Was het op het schip kil, het water bleek heerlijk van tem
peratuur te zijn en noodde tot zwemmen.
Op een gegeven ogenblik dreef het hoofddeksel van een Urker
op de baren. Mijn zegsman dook „het ding" na, doch kreeg
terstond concurrentie van de oud-Ajacied George Koning. Het
slot van het liedje was, dat de visser zijn eigendom in flarden
terug kreeg. „Een hoed van vier goelden", bracht de man uit,
maar er werd niet op gereageerd.
Op de terugreis was de helft der schepelingen geen gewoon
mens meer. Degenen die nog in hun gewone doen waren, had
den echter honger als een paard.
Dit bleek wel bij de maaltijd in het Tolhuis. De man van mijn
informaties liet zich tweemaal opscheppen en nam en passant
een portie van zijn tafeldame voor zijn rekening. Voorts nog
3 flesjes tafelwater en 7 petites fours. De voorzitter vroeg hem
daarna, of hij nog een palinkje zou lusten, maar dit aanbod
werd vriendelijk van de hand gewezen.
Tja, die bootreizen. Schone herinneringen!
Eerst dokken, dan de voetbalmatch.
Van den Berg: „Laat die supporters van Ajax en Wageningen
maar schieten!"
Van Dam: „Net zo je zegt, die hebben altijd een doel voor
ogen!"
Op het veld stond het dubbelblank.
Kouwenberg: „Ik vind het vandaag snertweer!"
Happee: „Rode en witte kool valt ook niet te versmaden!"
Prof aan amateur.
Prof: „Hoe denk jij over die nieuwe beroepsvoetbalbond?"
Amateur: „De bestuursleden van die bond hebben gezegd,
dat ze al hun werk voor niets doen!"
Van Reitdiep tot Schelde.
Halenbeek: „Ze moesten jaarlijks ook maar eens uitmaken
wie de beste Nederlandse sportverslaggever was."
Pennock: „Dan zou een druppel de beker kunnen doen over
lopen."
De hond in de pot.
Pezie: „Het gaat de leden die wedstrijden verslaan, de laatste
weken niet naar den vleze!"
Stoltenkamp: „Ik meen, dat ze juist een kaantje hebben!"
Een mooie baan voor doorlopers.
Stroeve: „Heb jij je nog op glad ijs gewaagd?"
Sliphorst: „Dat is te zeggen, ik heb wat gekrabbeld voor
het clubblad."
Het kost heel wat pondjes vet.
Offerman: „Om aan zo'n Elfstedentocht te kunnen deel
nemen, moet je goed in de papieren zitten."
Van Opstal: „Ja, anders is het kouwe bene!"
Praatjes vullen geen laatjes!
Sietzes: „Heb jij je contributie voor het tweede halfjaar al
betaald?"
Castel: „Nee nog niet, maar de penningmeester zal in de
afgelopen weken evengoed wel heel wat pegels hebben gezien."
Trek aan de bel.
Gonggrijp: „De noodkreet om kopij heeft toch nog enig suc
ces gehad."
Kuivenhoven: „Ja, zo verloor Calvus wel zijn haren, maar
niet zijn (penne) streken."
Zo sneer, zo Knegt.
Sargentini: „Nou hebben wij het ijs gehad en daar komt de
sneeuw uit de lucht vallen."
Van Gelderen: „Het is een sterk verhaal, maar er is zelfs een
Vlokkie op de redactietafel terechtgekomen."
Na 't zweten noten toe!
Post: „De distributie van aanschrijvingen zet Bruynesteyn
voort; die van de radio heeft hij afgeschreven."
Kamlag: „Ja, nu behoeft Wim niet meer met zijn handen in
het haar te zitten om de korte golf te krijgen!"