Toekomstmuziek in mineur JL. A., tie Ruiter, Overtoom 532, Tel. 89288 8 Het regende pijpestelen, die Zondagmorgen vroeg. Het geluid op het zinken afdak van de tuinschuur had Chris voortijdig gewekt. Hij schoof met één hand het gordijn opzij en jawel: een scherm van water, vallend uit een loodgrijze hemel. Klaar wakker lag Chris tussen de warme dekensweg slaap Het scheen zo mooi; een volle week zonneschijn en nu een soort van wolkbreuk op de morgen van hun feestdag, de dag van de opening van het nieuwe terrein. Visioenen van wapperende vlaggen, fanfareklanken, feest- geruis, hoog bezoek en misschieneen overwinning op de plaatselijke profploeg, die met zeer speciale toestemming van het bondsbestuur de openingswedstrijd mocht spelen tegen hun „pur sang"-amateurteam. Voor niets alle zorgen om en voorbereiding van de speeches, die je als voorzitter toch moet uitspreken. Voor niets de dure jurk van Corrie, die als je echtgenote met jou zou tronen op de ereplaatsen naast de voorzitter van hun amateurbond. Dan haalt de telefoon je voorgoed uit je bed. Secretaris Jaap Visser vraagt, hoe je het weer vindt, of je denkt dat het nog zal opklaren en of alle werkzaamheden toch voortgang moeten vinden. Jaap vindt het maar sof en verwacht dat het „knudde" wordt. Chris wenst door te gaan alsof er niets aan de hand is. Hij zal op de afgesproken tijd, n.l. 9 uur, op het terrein zijn en belt af. Baden, kleden, ontbijten, het gehele programma in ijltempo. Uit bed de stem van Corrie, die al met het door manlief ge zette Zondagse kopje thee verwend is. „Zou je nou wel gaan Het wordt toch immers niks. Trek in ieder geval je oude spul len aan, want je bent toch vlakbij om je eventueel nog te ver kleden." Chris bromt wat. Hij trekt natuurlijk toch zijn oude spullen aan en vliegt naar buiten door de plasregen in het kille wagen tje, dat druipend voor de deur wacht. Mopperend omdat het oude kreng weer niet starten wil, gaat hij dan eindelijk met ijshanden aan een koud stuur zitten en rijdt naar het terrein, dat eigenlijk dichtbij is. De ruitenwisser werkt niet, de watergolven striemen de voorruit en de beton weg is één spiegel. In de nieuwe, nog onverwarmde, naar verf riekende cantine vindt hij een groep rillende bestuursleden en de voltallige com missie van voorbereiding met lange gezichten en in overjassen. „Wat doen we, Chris?" vraagt het koor. „Gewoon doorgaan, hard werken en flink er bij zingen. Je zult zien, het knapt na 12 uur op en we wachten met de vlaggen tot het laatst." „Eeuwige optimist," was het enige wat Jaap Visser ant woordde. Het nieuwe speelveld is door en door nat en een doelloos ge trapte bal blijft als een zak liggen. Toch pakt men aan. Alle tot die morgen uitgestelde werk zaamheden worden volgens plan uitgevoerd en het blijft gieten en nog eens gieten. Tien uur elf uur: eindelijk een kopje koffie voor de ver kleumde ploeg, die in doornatte kleren in de nog steeds naar verf riekende, onverwarmde cantine terneergeslagen bijeen zit. Het in vele weken aangekweekte enthousiasme was gevloden. Onder de koffie een telefoontje van de secretaris van de fan fare, dat men op haar niet kon rekenen als het niet droog werd. Men mocht de dure instrumenten niet zo lang aan de regen blootstellen. Nieuwe teleurstelling. Indien mogelijk, nog dieper in de put. Dan komt plotseling Lange Frans, die de doelnetten nog moest ophangen, uitgelaten naar binnen met de uitroep: „Jon gens, het regent veel minder!" Allen naar buiten en zowaar, de wolkbreuk is overgegaan in een milde, maar toch nog flinke regenbui. 't Is half twaalf. Zou Chris dan toch gelijk krijgen? Er is weer een sprankje hoop. Er wordt nog eens flink aangepakt en om half een is het werkelijk zo goed als droog. Chris neemt maatregelen. In twee partijen naar huis en om half twee allen present in droge en Zondagse kleren. We hebben dan nog een vol uur vóór de match begint. Precies om half twee is iedereen, getooid met een rozet, aan wezig voor de ontvangst van officials, bezoekers en tegen partij, die zoals reeds gezegd is uit profs bestaat. Hoewel langzaam en aarzelend, worden beide tribunes voller en ook de ruimte achter de doelen vult zich meer en meer. Het elftal van de feestvierende vereniging is au grand com plet in de nieuwe kleedkamers en de tóch gekomen fanfare blaast vrolijke wijsjes achter een der doelen, omdat het veld gespaard moet blijven. De 's morgens zo droefgeestige officials lopen nu met opge wekte gezichten rond. Chris repeteert in een hoekje zijn begroetingsspeech, de commissie van voorbereiding straalt van genoegen, schone meisjes wijzen plaatsen aan en de klok slaat twee uur. Het schijnt dat deze middag toch zal slagen. Een kleine, doch onmisbare schakel in de ketting ontbreekt echter nog. Het wordt kwart over twee en de tegenpartij is nog steeds niet aanwezig. Joop komt het Chris vertellen; hij vond in de kleedkamer slechts een eenzaam bestuurslid van de bezoekers, n.l. de heer Jo Sirtan, die hij maar gelijk heeft meegebracht om te over leggen, wat er gebeuren moet. Het bestuurslid begrijpt er evenmin iets van. De ploeg met trainer, verzorgers en enige officials zou op de gebruikelijke wijze in haar clublokaal bijeenkomen en dan gezamenlijk met de eigen autocar naar het veld gaan. De afspraak was gemaakt voor kwart voor twee en men had dus al lang aanwezig kunnen zijn. In allerijl wordt nu het bewuste clubgebouw opgebeld en een concierge antwoordt: „Neen, de heren zijn nog niet vertrok ken, want er is nog niemand aangekomen. Ja, de autobus staat trouw te wachten en hij zal de heren op de hoogte houden en direct bellen als men vertrokken is." Chris, Jaap en Jo kijken elkaar aan. Ze durven de gasten en de bezoekers nog niet van de situatie in kennis te stellen. Men hoopt en transpireert. Tien verschrikkelijke minuten verstrij ken. Ze duren eindeloos lang en toch weer kort, want de minu- tenwijzer op de klok boven het buffet schuift gestadig verder naar het fatale tijdstip: half drie. Dan gaat eensklaps de telefoon! Mijnheer Sirtan werd aan het toestel gevraagd. Een gesprek met aan deze zijde een hevig gesticulerende heer met een hoofd als een pompoen, veel geschreeuw en danuit. De spreker draait zich om en voegt de onthutste bestuursleden de volgende gedenkwaardige woorden toe: „De heren moeten bestuur en directie van de bezoekende vereniging verontschuldigen. Buiten hun wil kan men geen elftal zenden, want de spelers zijn juist een uur geleden wegens een loonkwestie in staking gegaan!" Voorzitter Chris sprak op de eerstvolgende ledenvergadering óók enige gedenkwaardige woorden: „Geef mij maar regen en amateurs!" KAT. Exclusieve Herenmode, Confectie en Hoeden Onze collectie zelfbinders is zeer exclusief o.a. wollen binders in Triton-Lucky. De das die het doet, ook bij Sport! Verkopers van Kerko - Fablo King Eterna Shirts •Jfr

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1954 | | pagina 8