De Scheidsrechter en de neutrale Grensrechters
Onlangs kwam tijdens een bijeenkomst van de Vereniging
van Eerste Klassers een der aanwezigen namens de Scheids-
rechterscommissie met het plan om bij wijze van proef voor
één jaar bij le klasse competitiewedstrijden de scheidsrechters
te doen assisteren door twee neutrale grensrechters, die uit de
kringen van de beste 2e klasse scheidsrechters zullen worden
aangewezen, waardoor een betere rechtspraak zou worden ver
kregen.
De heer Koolhaas verzette zich tegen deze proefneming, om
dat de noodzakelijkheid niet is gebleken en het aan twijfel on
derhevig is, of bij de invoering van dit systeem wel van een
betere rechtspraak sprake zal zijn. Bovendien wees de spreker
op het tekort aan scheidsrechters, terwijl door dit plan nog vele
scheidsrechters aan hun arbitrale taak worden onttrokken. Ook
verschillende andere afgevaardigden waren weinig enthousiast
voor deze proef en van oordeel, dat hierdoor opnieuw een stukje
van de autonomie der verenigingen werd aangetast.
Bij de stemming bleek, dat de grote meerderheid de voorkeur
geeft aan de huidige toestand. Aldus de Sportkroniek.
Ofschoon dit plan intussen voorlopig van de baan is, heb ik
over een en ander toch nog eens mijn gedachten laten gaan en
ben tot de volgende conclusie gekomen.
Zoals ik indertijd al eens heb geschreven, ben ik er niet voor
een reserve-speler als grensrechter te laten fungeren. In het
algemeen verdiepen de actieve sportbeoefenaars zich niet al te
zeer in de spelregels. Meer dan tot een oppervlakkige kennis
hiervan komt het doorgaans niet. Bovendien zit aan het aan
wijzen van een reserve nog het nadeel vast, dat deze wellicht
voor een speler moet invallen, zodat er weer een andere grens
wachter moet worden aangesteld, waardoor er opnieuw enige
tijd overheen gaat, alvorens de scheidsrechter zich over de
steun van deze medewerker een oordeel kan vormen.
Het zou stellig een stap voorwaarts zijn, als alle besturen
daartoe enige van haar leden animeerden, aangenomen natuur
lijk, dat dezen een wedstrijd niet door een clubbril zien en van
de spelregels goed op de hoogte zijn.
Toch zal het voor een clubgrensrechter zeer moeilijk zijn
strikt neutraal op te treden.
Als honkbalscheidsrechter heb ik talloze malen een wedstrijd
geleid, waarbij mijn eigen club betrokken was. Als er dan eens
iets „scheef" ging, was ik onwillekeurig geneigd een soepeler
houding jegens de tegenpartij aan te nemen dan onder „nor
male" omstandigheden het geval zou zijn geweest.
Indien nu een clubgrensrechter zijn taak werkelijk serieus
opvat, kan het gebeuren dat hij voor een overtreding van zijn
eigen partij in haar strafschopgebied vlagt. Heeft de scheids
rechter de overtreding dan zelf niet of niet goed gezien, dan is
het toch mogelijk, dat hij op het vlagsignaal ingaat, want het
was immers de grensrechter van de club zelf, die hem er op
attent maakte? Had de scheidsrechter de overtreding zelf
waargenomen, dan zou hij mogelijk geen opzet aanwezig hebben
geacht.
Uit dien hoofde ben ik dan ook een principieel voorstander
van het aanstellen van neutrale grensrechters bij eerste klasse
wedstrijden, al zullen ook hieraan wel enige bezwaren verbon
den zijn.
Volgens het voorgestelde plan was het de bedoeling de beste
2e klasse scheidsrechters als grensrechter bij le klasse wed
strijden aan te wijzen. Het staat nog te bezien, of de tweede
klasse verenigingen het op prijs zullen stellen, als hun wedstrij
den door „lagere goden" worden geleid. Een andere vraag is, of
er niet alleen in het Westen, doch ook in de andere districten
genoeg scheidsrechters beschikbaar zijn om bedoeld plan ten
uitvoer te brengen. En wie draagt de reis- en verblijfkosten van
de twee neutrale grensrechters? De verenigingen hebben toch
al zoveel onkosten, dat ze er weinig behoefte aan zullen hebben
nog meer te worden belast, ook al worden de betrokken grens
rechters uit naburige plaatsen gerecruteerd. Ten slotte dient
de overschakeling van scheidsrechter op grensrechter niet te
licht te worden opgenomen.
Tot dusver werden er alleen bij kampioens-, beslissings- en
promotiewedstrijden een scheidsrechter en twee neutrale grens
rechters aangesteld.
Het volgende interessante artikel over dit onderwerp, ont
leend aan De Scheidsrechter, wil ik U niet onthouden. De namen
van de betrokkenen heb ik niet genoemd, als hier niet ter zake
dienende.
„In ons hoofdartikel in De Scheidsrechter van 1 Augustus
j.l. maakten wij bezwaar tegen de wijze waarop een neutrale
grensrechter in een door ons bijgewoonde kampioenswedstrijd
zijn assistentie aan de scheidsrechter verleende. Wij noemden
daarbij geen namen, maar inmiddels heeft de betrokken grens
rechter die uiteraard begreep dat onze opmerkingen op hem
sloegen zich tot ons gewend en zijn mededelingen geven ons
aanleiding op deze aangelegenheid terug te komen.
Volgens de verklaring van bedoelde neutrale grensrechter
zou de scheidsrechter vóór de wedstrijd aan beide uiteraard
neutrale grensrechters de instructie hebben gegeven alleen
te vlaggen voor buitenspel, afgezien natuurlijk van ,,uit"-ballen.
De grensrechter had het handsgeval van een speler van partij A
duidelijk waargenomen, doch had, overeenkomstig de ontvan
gen instructie, niet gevlagd en toen kort na dit geval nadat
de aanval van partij A op een doelpunt was uitgelopen spe
lers en een bestuurslid van partij B hem vroegen, of hij het
handsgeval had gezien, had hij er op gewezen, dat dit uitslui
tend de bevoegdheid van de scheidsrechter betrof.
Tot zover dan de mededelingen van de grensrechter.
Wij kunnen deze gang van zaken niet bewonderen en achten
het zeker niet aanbevelenswaardig. De scheidsrechter heeft
uiteraard het recht de instructies te geven die hem goed dun
ken, maartegenover neutrale grensrechters moet hij toch
heel anders staan dan tegenover clubmensen. Als hij tegen
vertegenwoordigers van laatstbedoelde categorie zegt, dat ze
alleen maar moeten vlaggen indien de bal over de lijn gaat, is
dat zijn goed recht, al beknot hij ook dan de bevoegdheid die de
grensrechters overeenkomstig de spelregels hebben.
Regel 6 schrijft immers voor, dat de grensrechters de scheids
rechter moeten bijstaan, opdat het spel overeenkomstig de
regels wordt geleid. Hoe kunnen zij dat doen, als zij alleen maar
voor uitballen mogen vlaggen of zoals in het onderhavige
geval alleen maar voor buitenspel? Natuurlijk zal speciaal
bij de toepassing van de buitenspelregel de taak van de neutrale
grensrechters uiterst belangrijk worden, maarzij moeten
de scheidsrechter toch ook bij de toepassing van de andere spel
regels bijstaan Het verdient dan ook aanbeveling op de een of
andere manier vast te leggen, dat instructies als bovenbedoelde
aan neutrale grensrechters niet toelaatbaar zijn.
Aan de andere kant menen wij, dat een grensrechter, die een
juiste opvatting van zijn taak heeft, zulk een instructie met een
korreltje zout neemt. In het betrokken geval, toen hij een dui
delijk opzettelijk handsgeval pertinent waarnam, had hij be
horen te vlaggen. De scheidsrechter had dat kunnen negeren,
eventueel na ruggespraak, maarde zaak had dan heel an
ders gelegen. In dat geval toch zou ploeg B met een o.i. zeer
grote kans op succes hebben kunnen protesteren. De scheids
rechter is immers wat voor instructie hij ook mag hebben
gegeven verplicht naar de mededeling van neutrale grens
rechters te handelen met betrekking tot voorvallen, welke de
scheidsrechter niet persoonlijk heeft waargenomen. Zou in het
onderhavige geval de scheidsrechter verklaren: „Ik heb het
handsgeval wel gezien, maar vond het niet opzettelijk", dan
houdt alles op. Hij kón het echter o.i. niet zien en dan wordt de
aanwijzing van de grensrechter (de neutrale, wel te verstaan!)
doorslagge vend.
Van een ander geval ben ik persoonlijk getuige geweest. Een
paar jaar geleden waren twee ploegen in een promotiestrijd
gewikkeld. De voor zijn doel staande keeper liet een ver schot
glippen, doch wist dank zij een bliksemsnelle reactie de bal
nog vóór de lijn te stoppen. De scheidsrechter, die in een zeer
ongunstige positie stond ongeveer 25 meter recht van het
doel kende echter een doelpunt toe. Van de tribune af viel
duidelijk waar te nemen, dat de bal niet had „gezeten". De aan
voerder der benadeelde partij ging toen naar de scheidsrechter.
Had deze zeker van zijn zaak geweest, dan zou hij zich door
niets en niemand hebben laten vermurwen. Nu begin de arbiter
echter de fout zich door de dichtstbijzijnde neutrale grensrech
ter te laten inlichten, waaruit dus viel af te leiden, dat hij aan
zijn beslissing twijfelde. Ofschoon de betrokken grensrechter
verklaarde, dat de bal niet over de lijn was geweest, volhardde
de referee in zijn standpunt. Het protest werd naderhand af
gewezen.