Café „Populair" Succesvolle Adspiranten-elftallen Reguliersbreeslraat 51, lel. 31996 Helpers weg Tweede ronde Jubilea Goede adspiranten (kwalitatief) zijn het visitekaartje van een vereniging en gezien de vele successen, die Ajax in de loop der jaren met hen heeft behaald, zouden wij een dergelijk kaar tje rustig van „goud op snee" kunnen voorzien. De jeugdafdeling is van onze club een onderdeel, waaraan door de jaren heen door bestuur en commissies veel tijd en zorg is besteed en waarvan de rente, in de vorm van latere eerste-elftalspelers, te allen tijde percentsgewijs hoger is dan die, welke de ex-bank van voorzitter Koolhaas geeft. Ontegenzeglijk kunnen U en ik, wanneer U tenminste al enkele jaren meeloopt, namen noemen van spelers van wie wij verwacht hadden dat ze zeker tot de hoogste regionen zouden doordringen. Helaas, velen komen op een bepaald ogenblik niet verder. Zij hebben een zeker peil bereikt en komen, reeds enkele jaren de lange broek dragend, hier niet bovenuit. Er zijn vele factoren, o.a. onvoldoende verdere lichaamsontwikkeling, bles sures, militaire dienst en te weinig doorzettingsvermogen om zich na een terugzetting weer op te werken. Wij willen van deze plaats gaarne hulde brengen aan de spe lers van onze eerste vijf adspirantenelftallen, die alle de titel behaalden en hopen, dat 80 procent dezer jeugdige voetballers schrijver dezes na ongeveer 7 jaar op de schouder kunnen tikken om hem duidelijk te maken, dat zij tot dit percentage behoren. De kansen voor de huidige adspirant staan, in verhouding tot vroeger, door de overschrijvingsbepalingen en de daarmede ge paard gaande lange wachttijd veel gunstiger, daar het aantal spelers dat voorheen uit andere verenigingen tot onze club wil de toetreden, tot een minimum is beperkt. Als bewijs, dat „het adspirantje" in onze vereniging 35 jaar geleden reeds in het middelpunt der belangstelling stond, wil ik hier mede ter ere van al deze kampioenen uit het Ajax- Clubnieuws van Mei 1918 een gedicht overnemen van oud collega redacteur D. Knegt. HET ADSPIRANTJE. De kleinste spring-in-'t-veld, De grootste voetbalheld In 't landje; Spelertje in de dop, Ontluikend voetbalknop, Klein kwantje. Van idealen vol, 'n Voetbal-bozebol, Vlug Jantje! Weet van hands en off side, Spreekt van ,,'n zware strijd" Pedant je! Zondagsmorgens match, Heel de week geklets! En tussen Franse les en rekenuur Fantaseert-ie heel secuur, Zijn rush-en! Breekt de Zondag eind'lijk aan. Gaat 't terreinwaarts heel voornaam. Al kibb'lend Voelt zich in z'n element, Combineert, passeert en rent Al dribb'lend Een Ajaxman drinkt na de sport Ook graag een borrel, bier of port Hij weet dan ook waar hij moet zijn 't Is „Populair" bij het Rembrandtsplein Hij kiest tijdens z'n dronk zijn eigen plaat Op het nieuwste Amer. Wurlitzer apparaat H. Fleijsman Scoort, dank zij zijn vurig spel 'n Goaltje zes of zeven wel! Bij-de-handje! Juicht en joelt, leeft en geniet 't Is duid'lijk, de held van dit lied Is 't adspirantje! C. E. de V. Bij de aanvang van het seizoen 19511952 schreef ik een artikel voor ons clubblad onder de titel: „Helpers weg eerste ronde", waarin ik onthulde een liefhebber van bokswedstrijden te zijn, met uitzondering van de zwaargewichtklasse. Wanneer er naar mijn bescheiden mening iets bijzonders in de ring is, meld ik mij gaarne als toeschouwer. Vanzelfsprekend kwam de stedenavond AmsterdamLonden (amateurs) dus in aanmerking om eens te gaan kijken. Onze aanvoerder van het eerste elftal, Gerard van Dijk, en het bestuurslid Jan de Boer hadden eveneens de presentielijst getekend en zullen zich buiten de laatste partij in de „doffe- dreun-klasse" ook wel geamuseerd hebben. Indien U gedacht had een uitgebreid verslag van deze wed strijden in ons orgaan te zullen vinden, moet ik U teleurstellen. Het is namelijk uitsluitend mijn bedoeling U iets te vertellen, dat zeer zeker de overweging waard is om in de voetbalsport te worden opgenomen. Na afloop van de eerste partij, waarin een onzer stadgenoten terecht tot overwinnaar werd verklaard, kregen wij in de eerste plaats het sportieve gebaar van de verliezer om de winnaar en diens manager te feliciteren met de overwinning en de scheids rechter te bedanken voor de leiding. Gewoonlijk verlaten beide boksers dan, ieder aan de kant van hun eigen hoek, de ring. Onze buitenlandse gast (verliezer) bleef echter nog opmer kelijk lang in de ring en dicht in de nabijheid van zijn tegen stander. De bedoeling hiervan zou spoedig blijken. Hij wachtte namelijk op het ogenblik dat de overwinnaar de ring zou ver laten. Het onderste ringtouw werd met de voet naar beneden gedrukt en het bovenste met de hand omhoog getrokken om de winnaar de ring gemakkelijk te doen verlaten en hiermede waardering te tonen voor diens prestaties. U moet van mij aannemen, dat deze geste door het in groten getale aanwezige publiek dermate op prijs werd gesteld, dat de verliezer met een enorme ovatie de ring verliet. Voor ik aan dit artikeltje begon, heb ik met diverse luitjes uit onze voetbalsport gesproken over de mogelijkheid om dit ook in onze sport ingang te doen vinden, d.w.z. de winnaars het eerst het terrein te laten afgaan. Aangemoedigd door de meer derheid, die van mening was dat iets dergelijks alleen maar tot betere en sportievere verhoudingen tussen clubs en spelers zou kunnen leiden, heb ik de slijtage van mijn vulpen hiervoor ge riskeerd. Een term in de dagbladen zoals „met verbeten gezichten verlieten beide elftallen het veld" zou waarschijnlijk spoedig tot het verleden behoren en de strafcommissie zou wellicht ook minder werk hebben. Heren voetballers, praat er eens over en denk er eens over na. Het is een groot en sportief gebaar na afloop tegen de over winnaars te zeggen: vous l'honneur, messieurs! C. E. de V. Vóór 70 jaar werden de voetbalverenigingen D.F.C. en H.V.V. opgericht. In vroeger jaren heeft Ajax met deze gerenommeerde clubs talrijke malen de strijd aangebonden. Nu het eerste elftal van D.F.C. en van H.V.V. in de 2e klasse uitkomt, is het contact uiteraard iets minder geworden, doch daar heeft de wederzijdse vriendschap niet onder geleden. Het was de Dordtse ploeg in het afgelopen seizoen bijna ge lukt in de hoogste klasse terug te keren. Wij twijfelen er niet aan, of D.F.C., dat reeds zovele grote sportfiguren heeft voort gebracht en in Sim van der Kloet een archivaris bezit, die in ons sportwereldje waarschijnlijk zijn gelijke niet heeft, zal eerlang weer deel van de eerste klasse uitmaken.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 14