MOT
wordt gestart naar het le honk. Anders dus dan bij een normale
slag, waarbij, nadat de bal geraakt is, het slaghout eerst nog
doorgezwaaid moet worden.
In beide gevallen moet het slaghout absoluut horizontaal ge
houden worden.
9. Ga altijd vol zelfvertrouwen naar het slagperk en denk
niet bij voorbaat al ,,op die werper kan ik toch niet slaan". Be
denk echter ook dat het niet mogelijk is, in iedere slagbeurt een
honkslag te geven. Wees niet ontmoedigd als men op 3-slag uit
gaat, misschien wel met drie honken bezet. Bij een volgende
slagbeurt geeft men wellicht een tik die het winnende punt
oplevert.
10. Indien de scheidsrechter een slag afroept en men is het
er niet mee eens, treed dan niet met hem in discussie. Bedenk,
dat de scheidsrechter in een gunstiger positie staat om de bal
te beoordelen en dat hij onpartijdig is in zijn oordeel. Bovendien
kan zo'n discussie slechts nadeel opleveren en vestigt men een
indruk van onsportiviteit, omdat men probeert zijn eigen te
kortkomingen af te wentelen op de schouders van de scheids
rechter. Het zijn meestal niet de beste slagmensen die in dit
opzicht critiek leveren op de scheidsrechter.
11. Sta nooit in het slagperk met de gedachte „de eerst
volgende bal zal ik toch eens een mep geven
De meeste slagmensen hebben nl. een speciale bal die her:
goed ligt. De een slaat graag op ballen aan de binnenkant, de
ander heeft ze liever aan de buitenkant. De een prefereert lage
ballen, de ander weer hoge ballen. Kies dus bij voorkeur de bal
uit die U het best ligt, al is hij ook iets te laag, te hoog of naast
de plaat. Sla echter alleen dan op wijdballen, als men er vrijwel
zeker van is de bal te kunnen raken en dan nog bij uitzondering.
Slaat men namelijk te veel op wijdballen, dan maakt men het de
werper te gemakkelijk, omdat men dan het gebied waarin dc
werper moet werpen om een slag afgeroepen te krijgen, aan
merkelijk vergroot.
12. Sla nooit als men 3-wijd en nog geen slag heeft, onge
acht de situatie. Wacht met slaan, totdat de stand minstens
3-wijd en 1 slag is.
13. Ga nooit aan slag om persoonlijke successen te boeken.
Men vormt een onderdeel van een team van negen spelers en
moet er voor zorgen, dat men zich voor dat team zo nuttig mo
gelijk maakt. Het publiek vindt het prachtig als de slagman eer
verre tik geeft, ook al wordt hij dan bijvoorbeeld in het buiten
veld uitgevangen. Het team kan echter door zo'n tik gedupeerd
zijn, als de slagman bijvoorbeeld de kans voorbij heeft laten
gaan om 4-wijd te krijgen.
14. Heeft men een voorsprong op de werper, met .uidere
woorden, is de stand bijvoorbeeld 1 wijd en geen slag, 2 wijd
en 1 slag of 3 wijd en 1 slag, probeer dan een honkslag te
geven.
Algemene wenken voor veldpartij.
1. Wanneer er een hoge bal geslagen wordt en men is van
mening die bal te kunnen vangen, roep dan duidelijk verstaan
baar „voor mij" en blijf dat roepen totdat de bal gevangen is.
Weet men niet zeker of men de bal wel kan vangen, blijf er dan
toch op lopen. Blijf echter in dat geval onmiddellijk staan, zo
dra men een medespeler hoort roepen dat hij de bal zal vangen.
2. Zorg er altijd voor precies te weten:
a. hoeveel nullen er zijn;
b. hoe de situatie op de honken is;
c. hoe de stand is;
d. hoeveel slag en wijd de slagman heeft.
3. Voordat de werper de bal naar de slagman geworpen
heeft, moet men al weten, wat men met een eventueel in zijn
richting geslagen bal moet doen. Zoals de Amerikanen zeggen:
„think ahead of the play".
4. Zorg er bij een grondbal voor, indien het enigszins moge
lijk is, achter de bal te komen, zodat bij een misgreep of bij
een niet verwachte sprong van de bal, het lichaam of de benen
altijd de bal nog tegen kunnen houden. Dus: nooit een bal naast
het lichaam stoppen als het mogelijk is, het lichaam er achter
te brengen.
5. Indien het niet beslist noodzakelijk is, het met één hand
te doen, vang dan de bal altijd met twee handen. Vangen met
één hand lijkt misschien erg mooi maar vergroot onnodig het
risico van missen.
6. Indien er een honkloper wordt ingesloten tussen twee
honken, dan moet hij altijd teruggedreven worden naar het
honk waar hij vandaan komt. Wordt er dan een fout gemaakt,
dan kan de honkloper in het gunstigste geval weer veilig op
zijn uitgangspunt terugkeren maar hij komt in ieder geval
geen honk verder.
Hebt U wel eens waargenomen,
dat, als 't over voetbal gaat,
geen debat is te voorkomen
en men nooit raakt uitgepraat
Toch heeft dit zijn goede zijde.
Ja, ik meen zo'n polemiek.
Hoe zou anders dit ter zijde
Brown ooit vullen zijn Kroniek
Immers, wie kroniek wil schrijven,
heeft behoefte aan critiek.
Want waar zou hij anders blijven?
Op critiek volgt weer repliek!
Noordwijks zon, noch Noordwijks maannacht
schorst de voetbalpolitiek.
En dusOnverholen aandacht
voor de non-stop-polemiek
Mitsserieus dus, geen „cursiefje".
't Blijft in 't nette, niet „iets schuins".
Heel dat tweegevecht per briefje
staat op poten, echt „iets bruins".
Betje Wolff en Aagje Deken
deden dit al met elkaar.
't Is alsof „de stenen spreken",
al is James dan niet zo zwaar
Doch ook hij, mijn naamgenootje,
voluit: Jean Jacques le Marché
was eens pseudo-,,Cent Kilootje";
speelde met die dikkerds mee
Vaak werd hij te licht bevonden.
Dat lijkt thans vrij ongehoord
voor 'n Erkende Zware Jongen,
echter: Van De Goede Soort!
Weer ter zake het debat is
goud waard voor het periodiek.
Goud dat glanst en nimmer mat is,
dank zij't zout der polemiek.
Polemiek is als het zagen
van een oude, zware stam
die men eens flink zou belagen;
daaromeen figuurzaag nam
Weliswaar was het een trekzaag,
maar 'n figuurzaag bleef het toch.
Sprak de een: Komaan, jij duwt graag.
Vroeg de ander: Trek je nog?
Nou, het ging niet rap, maar zeker.
Doch per saldo liep het vast.
Want ook met een wurmensteker
kan je zitten op een kwast
Vrij naar Brown ga ik nu vragen:
Is dit niet wat „waardeloos"
Bovendien maakt al dat zagen
buurman Pers geweldig boos
Want al is 't niet veel, dat beetje
zaagsel waait als stof omhoog.
Dat kan pijnlijk zijn, dat weet je,
als ermot komt in je oog
B. S. LE MARCHË.
7. Indien een bal naar het thuishonk gegooid wordt, moet
hij laag gehouden worden, zodat de vanger gemakkelijk de
honkloper kan tikken die met een sliding tracht te scoren.
8. De opstelling in het veld hangt voor een groot deel af
van de man die aan slag is. Daarom is het zowel voor binnen-
als voor buitenvelders zeer belangrijk een grondige studie te
maken van de verschillende slagmensen. Besteed hieraan de
nodige aandacht, het zal ongetwijfeld uw succes vergroten.
9. Gooi nooit meer naar een honk, als er toch geen kans
meer bestaat een honkloper uit te maken. Men loopt maar on
nodig risico fouten te maken.
Nadruk verboden (met uitzondering voor de clubbladen van
de bij de K.N.H.B. aangesloten verenigingen en verdere ver
spreiding niet toegestaan.