stootslag van Pasteuning bleek achteraf twee winstpunten waard te zijn; Van der Pol kon er namelijk op scoren. Met deze zege is Ajax 2 wel zeker van de 3e plaats. Ajax 3—D.C.G. 2. Dit was een aardige wedstrijd, waarin Blom en Van Mourik om de twee innings wierpen. Drewes en Bouwens voelden zich met de knuppel in hun element. Ons team trok met 63 aan het langste eind. The Catchers 2Ajax 3. Met 3 juniores in de gelederen is ons derde er in geslaagd The Catchers 2 zijn eerste nederlaag toe te brengen. De leiders hadden een goede start en kwamen met 20 voor te staan. In de 4e inning nam onze ploeg het heft in handen. Mede dank zij een mooie tik van Klokkers leverde deze slagbeurt ons 5 punten op. Doordat van beide negentallen een speler over de thuisplaat kwam, werd de eindstand 36. De vechtjas Van Mourik besloot de wedstrijd met een machtige vang, waarbij hij zowat in de boom zat. Een keurige prestatie van onze jongens. Ajax 3Animo 1. Animo gaf Ajax 3 een bittere pil te slikken, door met 43 de punten voor zich op te eisen. Het was jammer, dat onze ploeg zo gehandicapt was. Nochtans is er vlot gespeeld. Ajax 3De Meteoor. Ondanks een fantasie-opstelling hebben de onzen kans ge zien een 114 zege te bewerkstelligen. De juniores van V.V.G.A. versloegen de onzen door beter slagwerk met 102 en konden zich daardoor kampioen noemen. Onze gelukwensen aan de jeugdige buren. Comingman Van den Berg beet met twee honkslagen goed van zich af. De wedstrijd tegen Zeeburgia eindigde onbeslist (33). Ons B.-team verloor met 98 van O.V.V.O. B. Onvolledigheid door de vacanties was hier niet vreemd aan. DE WERPER IS AFWEZIG ENHET HONKBALTEAM IS 75 PROCENT MINDER! In tegenstelling met mijn collega Van Tuijl, die als honkbal expert bekend staat, ben ik slechts buitenstaander in deze steeds meer in de belangstelling komende zomersport. Indien de couranten en sportbladen het niet van de daken schreeuwen, hebt U het misschien al met eigen ogen kunnen aanschouwen; het gewicht dat de vaste werper uitoefent op het resultaat van de wedstrijd. Er zullen naar mijn bescheiden mening weinig negentallen zijn, welke ook een reserve-pitcher hebben, die zijn grote broer behoorlijk kan vervangen. Zo langzamerhand is er een machtspositie in de honkbalsport ontstaan voor de vereniging O.V.V.O., die in haar werper Ur- banus een grote kracht heeft en waaraan de Honkbalbond mis schien wel vast een knipkaart kan verstrekken voor de eerst volgende vijf kampioenschappen van Nederland. Zonder genoemde werper is O.V.V.O. echter een ploeg, waar de andere clubs niet kansloos tegenover staan en waarvan onze vereniging bij de aanvang van de competitie haar profijt heeft getrokken. Welke wegen moeten er nu worden bewandeld om elk team over meer goede werpers te doen beschikken Misschien mag ik als outsider mijn mening geven waarom ze er nu niet komen en op welke wijze zij misschien we lnaar voren kunnen worden gebracht. De reden waarom er zich niet méér werpers aandienen, moet m.i. worden gezocht in het spelen in competitieverband, waar kampioenschappen, promotie en degradatie aan vastzitten en waarbij geen enkele club de kans wil lopen door het kweken van goede werpers punten te verspelen. Hieronder volgt het voorstel van een buitenstaander om er toe te geraken dat elk team door verschillende goede werpers in sterkte toeneemt, de krachten van de tot nu enige pitcher wat meer worden gespaard en de strijd voor het publiek interessan ter wordt. Honkbal een jaar niet in competitieverband; dus geen titels, promotie of degradatie. Speel twee wedstrijden in een week, de alom bekende pitcher staat een keer op de plaat en in elk drie tal wedstrijden werpen twee andere spelers. Degenen die voor deze nieuwe functie worden opgekweekt, krijgen dan een goede leerschool en kunnen zonder enige ner vositeit op de plaat gaan staan, daar de punten van geen be lang zijn en alles bedoeld is om tot sterkere teams en nog beter honkbal te komen. Ik ben mij er terdege van bewust, dat er interne dingen kun nen zijn, die mijn theorie overboord werpen (om in honkbal termen te blijven) en wacht maar kalm af, of collega Van Tuijl of andere honkbalexperts, wellicht uit protest, zó sterk gaan slaan, dat de homeruns door mijn ruiten vliegen. Heren honkballers, mag ik hierover nog eens wat horen of lezen C. E. de V. HONKBAL IN DE PRACTIJK. 8. De stootslag. Er zijn twee verschillende soorten stoot- slagen, n.l.: a. de opofferings-stootslag, waarbij de slagman zichzelf op offert om een honkloper in staat te stellen een honk op te schuiven; b. de stootslag, welke gegeven wordt als er geen honken bezet zijn en waarbij dus het enige doel van de slagman is, veilig het le honk te bereiken. Om niet aan de tegenpartij te verraden, dat er een stootslag gegeven zal worden, wordt ook hierbij de normale slaghouding aangenomen. In geval a plaatst de slagman direct nadat de bal de hand van de werper heeft verlaten, beide voeten naast elkaar, terwijl zowel de punten van de schoenen als het gehele lichaam naar de werper zijn gekeerd. De knieën zijn licht gebogen. Het slaghout rust losjes in de linkerhand en wordt ongeveer bij het merk vastgehouden met slechts duim en wijsvinger van de rechter hand. De andere vingers van deze hand worden naar binnen ge bogen. Het slaghout wordt met het uiteinde van duim en wijs vinger vastgehouden, zodat de kracht van de bal het slaghout in de aldus gevormde V terug kan duwen. Hierdoor vermindert het slaghout de snelheid van de bal en men kan nu de bal op slechts enkele meters van het thuishonk op de grond doen neerkomen. In geval b laat de slagman de rechterhand iets langs het slag hout glijden. Op het moment dat de bal het slaghout raakt,

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 10