Televisie Brief van onze reizende correspondent SPUI 6 Amsterdam Telefoon35614 Alles op gebied van Radio en Gramophones Beste Brown, Bij mijn thuiskomst uit het warme Italië vond ik clubblad no. 10. Natuurlijk verdiepte ik mij allereerst in je „Kroniek". Ik lees jouw schrijverij nu eenmaal graag. Na lezing heb ik ons blad echter even terzijde moeten leggen. Ik was namelijk bang, dat die grijze materie daar onder mijn hersenpan in het Zuiden een beetje verweekt was door de hitte. Ik begreep het niet, of beter, ik begreep mijn oude sobat Brown niet erg goed. Dat was geen geestige en objectieve „Kroniek" van je. Je kraakt de dwangarbeiders uit Brussel, die jou met hun waardevolle benen geen halve stuiver waard waren. Dat vind ik jammer, niet alleen voor onze gasten, maar ook voor onze jongens, die in een thuiswedstrijd slechts met 1O konden winnen. Erger nog vind ik het voor die 15.000 Jansens met of zonder bolhoed en die nog veel meer duizenden Pietersens op de Olym pische Dag, die hun dure zilverlingen offerden op het altaar van het amateurisme. Ik behoorde ook tot de groep der Pietersens en ben blij dat ik jou in ons clubblad mag vertellen, dat ik het dieptreurig vond. Misschien is dat ook niet aardig van mij, maar heus, Brown, zolang er op ieder voetbalveld nog kaartjes aan de loketten gekoeht moeten worden, ben ik zo vrij er een mening op na te houden; dat is het recht van een klant en ook van een betalend toeschouwer. Wij hebben een prachtige vereniging en ik zeg in het buiten land altijd „wij zijn de machtigste in Nederland," maar dat is ook niet enkel door voetballers bereikt. Onze bestuurders wer den steeds tot voorbeeld gesteld en onze clubbladschrijvers waren steeds een toonbeeld van sportiviteit. Toch waren het ook lang niet allemaal voetbalkeien en hijgden (en hijgen mis schien nog) als ze de trap van ons stadion in een galop je wil den nemen. Laat ons nu alsjeblieft niet vertellen, dat iedere journalist eerst 10 caps veroverd moet hebben om over voetballen te mogen oordelen; dat zou toch wel erg onjuist zijn. Ik lees zelden wedstrijdverslagen. Ongeveer 25 jaar geleden schreef ik al, dat al dat geschrijf over Jantjes die voorzetten en Pietjes die inkoppen m.i. waardeloos is, maar blijkbaar voelt the man in the street zich er happy bij, dus vooruit maar. Die smeekbede van een sportjournalist om geen voetbalwed strijden meer te bezoeken, is misschien niet elegant, maar de uitleg van de voorzitter van Sportclub Enschede vond ik be paald onaanvaardbaar. Natuurlijk zou die krant niet meer ver kocht worden, maar ik weiger aan te nemen, dat die journalist zo op zijn achterhoofd gevallen is, dat hij daar zelf niet aan ge dacht heeft. Kan het ook niet een noodkreet zijn van iemand die, hoe dan ook, iets wil zien veranderen Als de kleine groep mensen die te beslissen hebben, niet van hun pad af willen wijken, mag hij dan niet de hulp inroepen van Jan Publiek en straks misschien zelfs van de spelers Twee groepen wier me ning, voor zover ik weet, nog nooit gevraagd is, en die toch eigenlijk ook wel iets met de geschiedenis te maken hebben. Dat journalisten ook wel eens gelijk hebben, blijkt uit Zwe den. Hier won een elftal, gevormd door sportjournalisten, ruim van een ploeg, samengesteld door de K.C. en bij die journalisten zaten ook een paar behoorlijke „piepers" en „krakers", dat weet ik toevallig. Om te zeggen, dat men moet volhouden en dat de oranje voetbalzon wel weer zal opgaan, zonder een ander systeem een kans te geven, begrijp ik niet goed. Het gaat beroerd, in kracht staan we in Europa ongeveer op een eenzame laagte, en als „zuivere" amateurs staan we ook zo ongeveer alleen. Het tegen deel van genoemde stelling lijkt mij dus eerder te bewijzen. Ik wens geen betrekking als manager van een prof-team en zelfs niet als administrateur van een semi-profclub, maar ik zou alleen graag zien, dat men eens iets probeerde, zoals ik het ook in zaken zou proberen, als ik hard achteruit rende. Boven dien verguisden we Hitier en zijn kornuiten, omdat zij meenden het alleen te weten, en noemen we ons o zo gaarne goede de mocraten. Eenrichtingverkeer is goed, maar als men de weg kwijt is, moet er altijd nog een weg zijn om terug te keren, anders komt men steeds verder van huis. Zuiver amateurisme, all right, maar dan precies als bij hockey, geen zomervoetbal, geen overschrijvingsbepalingen en geen selectie van adspiranten op hun voetbalcapaciteiten (mis schien zitten er onder de minder begaafden wel prima voor zitters en penningmeesters?). Je ziet, Brown, ik had je weer een boel te vertellen, maar aangezien het hier 's nachts ook licht is, had ik prachtig de ge legenheid hiervoor. Alles natuurlijk sans rancune en ik beloof je de volgende keer over iets anders te zullen praten. Op mijn woord van eer, ik bedoel het goed en blijf toch altijd Ajacied. Bovendien weet je drommels goed mijn opinie over jou als club bladredacteur. Zonder jou is ons blad een voetbal zonder bin- nenbal (met respect overigens voor je collega's, die toch altijd nog de buitenbal vertegenwoordigen Zet gerust onder mijn brief „buiten verantwoording van be stuur en redactie," dan gaat ons grote Ajax tenminste niet kapot aan de filosofie van dat kleine betwetertje, dat zich met hartelijke groeten blijft noemen, je vriend JAMES. Beste James, Nou hebben we ons net blauwe vingers geschreven om ons blaadje weer wat kleur op de wangen te geven, of daar kom jij zo uit Oslo vallen. Je dikke brief dan altijd. Dat vonden we aan één kant prachtig, want je weet, dat clubbladredacteuren - als we het zo eens zeggen mogen, dames en heren van de voetbal tuk zijn op (door anderen dan) volgeschreven papier. Vooral als het aan één kant beschreven is en zó door kan naar de zetter. Om dat met andere woorden héél duidelijk te zeggen, het een stukkie is, waarvoor de meest muggenzifterigste schoolmeester geen vloekie laat. Nou moet je niet denken, dat je kaarsrecht in je stoel kunt gaan zitten, want als ex-redacteur beging je de zonde van tweekanten-schrijverij. Dat wilden we je maar even zeggen. Voor de rest niets dan lof (geen Brusselse). Maar nu die an dere kant. We hebben je bij de aanhef verteld, dat we met het blaadje klaar waren. Wat onze portie betreft dan. Dat gevoel van „joppe, dat hebben we weer versierd en laat nu de hele boel maar uit z'n bed rollen", móét jij kennen. Nou kom je uitge rekend -i- kon je ook niet weten bij het uitrollen van onze hangmat met zo'n jofel p...briefie, a raison van 55 are ons even de mantel uitvegen. Je voelt, dat nemen we niet, nu niet en nooit niet. We houden van lieden die zeggen waar het op staat. Hielen en andere likkers kunnen ons gestolen worden. En daarom heb ben we onze hangmat weer opgerold om je enige „hitten" terug te geven. Of we je down krijgen, geloven we niet, want je bent zo'n doorgefourneerde pro-prof geworden, dat in geen enkele kruidentuin plantjes staan, waaruit we voor jou een heilzaam drankje kunnen brouwen. Dat weet je dus, warm of geen warm Italië, waarmee we maar zeggen willen, dat die grijze materie onder je hersenpan nog best „kat-in-'t-bakkie" is. Dat je onze „Kroniek" het eerst leest; je voelt met je Bally-schoenen aan, dat we na het noteren van dit simpele feit, een verse sigaar hebben opgestoken. Alleen is het jammer, dat er lieden zijn overigens geen sympathieke lieden die vinden, dat we rot- stukkies schrijven. Een speciale vriend van ons, moet in een soort sportblaadje hebben geschreven, dat ie van onze hand een dom, zelfs een zeer dom nu vragen we je stukje had ge lezen. 't Was zelfs geen unicum, schreef de betrokkene er bij. En tot slot rangschikte ie ons onder hopeloze gevallen. Nu kan de opinie van deze speciale vriend, wat ons betreft, en, dat kun nen we je heilig verzekeren, ook van vele anderen, gerust in de prullemand. Maar zand er over. Over het intelligentste ingenieuze stukkie van onze speciale vriend, bedoelen we. Kijk, James, dat je onze vorige „Kroniek" niet geestig en objectief vond, is je goed recht. We waarderen het zelfs in hoge mate, dat je het ons zo open en bloot komt vertellen. Daar houden we van, zoals we je net mede deelden. Verwacht van ons dus niet, dat we, vooral niet als het

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 2