Dat was dan Sir Ab. We vonden het een praatje, zelfs een lord
waardig, 't Is, dat we wèl de Schiedam.se lucht, maar niet het
„water" appreciëren, anders zouden we best met Sir Ab een
praatje willen maken. Maar U weet het, de mannen uit Schie
dam zijn zo gastvrij, zetten zo rap een paar kelkjes op tafel
Saluut, meneer Appie, dan maar!
We willen gaarne de wind even laten draaien. Die geïrriteerd
heid is niet van vandaag of gisteren, maar vierde haar eerste
lustrum al meer dan een paar jaar geleden. Een enkele radio
babbelaar, die met onuitstaanbare zelfverzekerdheid spreekt,
is er niet, wel een enkele, die dat niet doet en van artikelen
schrijvers die maar raak kletsen, wemelt het in ons voetbal
wereldje. We moeten op de uitwassen letten, prachtig, maar,
ehals we die hebben ontdekt, wat doen we dan? Natuurlijk
kan men de radio en pers bij onze sportbeoefening niet uit
schakelen, maar wel is het ons goed recht en tegenover de be
oefenaren van onze sport die kunnen zich practisch toch niet
verdedigen onze plicht om directies van dagbladen en radio
te wijzen op de onkunde van het merendeel der lieden die op
onze spelers worden losgelaten. Want dat de onkunde van deze
lieden onze sport onherstelbare schade heeft berokkend, staat
onomstotelijk vast. Denk slechts aan het afkraken van jonge
spelers, aan het monotoon systeemgeklets, aan de critiek op
spelers, die voor het eerst in een interlandwedstrijd uitkomen.
Een frappant voorbeeld Onze middenvoor in de match Ne
derlandBelgië. Een man vermoedelijk met plankenkoorts
- zonder enige steun van zijn linkerbuurmanTotaal afge
kraakt! Wat denkt men daarmee te bereiken In zijn club zal hij
misschien een beste centerforward zijn en de leden van de K.C.,
ook geen kwajongens, zullen best iets in hem hebben gezien,
anders was hij beslist niet opgesteld. De lieden, veilig achter het
microfoontje of schrijfbureau, wisten het na de match dan
altijd veel beter. Denk aan het gesol met „Sportman no. 1,
anno 1952". Ook zo'n glanzende radiograp. Tussen twee haak
jes, weet U wie voor ons sportman nummer één is? Mijnheer
Jansen, met de bolhoed, die iedere Zondagmorgen midden in de
winter om zeven uur de polder intrekt. Waarvoor? Om te kijken
of de velden bespeelbaar zijn. Of mijnheer Pietersen, zonder bol
hoed, die iedere Zondagmorgen midden in de winter diezelfde
polder intrekt, om het mogelijk te maken dat een schaar kin
deren een paar uur vreugde beleeft aan een stuk opgeblazen
varkensleer. Dat zijn voor ons de sportsmen number one. En
dat mijnheer Klaassen, die toevallig de honderd meter een paar
seconden sneller aflegt toch zeker niet voor z'n patroon
dan U of wij, op het podium moet komen om de prijs als „sport
man nummer één" (misschien is hij in het leven helemaal geen
sportman) in ontvangst te nemen, is waanzin tot en met. Dit
dan tussen haakjes, maar dat de directies der dagbladen en
radio het een en ander aan hun werknemers te schaven hebben,
is buiten kijf. Hoe eerder zij dit doen, des te beter voor de sport
in het algemeen en de voetbalsport in het bijzonder. De samen
werking tussen sport, pers en radio kan er wel bij varen.
Nu we het toch over „Sportman nummer één" hebben; vriend
Abe heeft tegen de Belgen die eretitel niet zo heel veel eer aan
gedaan. We hebben de match niet gezien, maar zij, die in het
Stadion zaten, schijnen het unaniem eens te zijn, dat de Fries
alleen in het programma voorkwam. Een heel slechte beurt van
onze „eerste sportman" encaptain van het nationale elftal.
Wij zijn altijd een voorstander van de man uit het Noorden ge
weest. We vonden hem en dat doen we nog een prima voet
baller, maar of hij, na deze persoonlijke nederlaag, nog eens in
een internationaal voetbalstuk zal voorkomen, neen, daar ge
loven we niet meer in. ZakkenapplaushalenU
kent het tafereel. Voor vriend Abe zal vermoedelijk wel niet
meer „gehaald" worden. Werkelijk jammer.
Overigens geen onverdienstelijke prestatie van het Neder
landse tiental om tegen de voetballende „Vlaamse Leeuw" zo
lang stand te houden. En als het een beetje had meegelopen
Het eerste kwartier na de rust moet het „er in" gezeten hebben.
Een gelukkig doelpunt van de beter voetbal spelende Belgen
sloeg de hoop U als voetballer kent dat deprimerende gevoel
aan gruizels, bluste het vuur, maartoch is er winst ge
boekt. De K.C. is op de goede weg en heeft nog het volste ver
trouwen van de kenners. Eigen koers varen, door geen dom ge
schrijf of geklets laten beïnvloeden en volhouden, gentlemen!
De oranje voetbalzon zal weer opgaan.
G.V.A.V., in het kostbare bezit van negentien in moeizame
strijd bg elkaar getrapte punten niet voldoende om rustig
op schuimrubber te slapen was naar Amsterdam gekomen
om te trachten zijn positie op de ranglijst iets te verbeteren.
Dat moest gaan ten koste van ons puntensaldo. Het is niet
gelukt. Ons teamcomité, niet tevreden met de gang van zaken,
was op het oorlogspad getogen. Bruins was, dank zij een beste
beurt tegen Blauw Wit, als linksbuiten opgesteld, Bouwens
mocht zijn scoringsdrift op de rechtsbinnenplaats botvieren en
Van Dijk vleugelspeler, middenvoor of binnenman trad nu
op in een nieuwe creatie, n.l. rechtshalf. Altijd gemakkelijk als
je all-round bent. Pieters Graafland stond onder de lat, Bakker
weer eens linkshalf en voor de rest was alles bij het oude ge
bleven. Met dit elftal ging de drieschaar in zee en wij mochten
in het zonnetje zitten kijken of de heren goed hadden geraden,
't Viel mee. We kregen werkelijk weer iets te zien dat naar
beter voetbal zweemde. G.V.A.V. kon er in ieder geval niet
tegenop. De Groningers speelden voor hedendaagse (Neder
landse) voetbalbegrippen niet slecht. U kent dat. Hard werken,
nog harder trappen en zo nu en dan een paar aardige staaltjes
voetbal. Geraffineerd combineren, listig een clubgenoot vrij
spelen, met schijnbewegingen de verdediging uit positie spelen
komt weinig in het Groningse repertoire voor. Stug voetbal met
aantrekkelijkheden voor de massa, maar voor de fijnproever een
cafeteria-menu, waarmede we niets onaangenaams aan het
adres van de sportief spelende G.V.A.V.-ers willen lanceren.
Onze voorhoede, waarin Michels zeer actief was, begon met
vlotte combinaties de zwakke punten der Groningse defensie af
te tasten. Die waren rap ontdekt en voor de eerste tien minuten
tot het verleden behoorden, had Van der Wel een through-pass
goed afgewerkt (10). Zelfs de uitlopende doelman werd om
speeld. In het blauw-witte kamp werd de dreiging van een
nederlaag aangevoeld; men werd agressiever, waardoor Pie
ters Graafland gelegenheid kreeg met soepele bewegingen de
bal naar zich toe te trekken. In de 26e minuut gelukte hem dit
niet. Uit een schier onmogelijke positie joeg de linksbuiten der
bezoekers de bal naar de bovenhoek van ons doel. Eddy, terecht
een voorzet verwachtende, kwam iets te kort om de bal te
grijpen. Via zijn handen en de paal verdween de knikker in het
net (11). Bakker en Van Dijk namen dat niet. Met knappe
passes werden Leeser en Bruins aan het werk gezet. De
G.V.A.V.-verdediging kwam voor problemen te staan, waarvoor