r Het elftal dat de promotiewedstrijden in 1915-1916 speelde en de deur naar de eerste klasse voor zijn neus dichtgeslagen vond. Staande links: Jan de Natris Rapid, met 32 door de hoofdstedelingen gewonnen, kan hij nu nog van A tot Z ontleden. Natuurlijk komen dan zijn beste prestaties ter sprake, die hij in Ajax meent te moeten zien in een beslissende wedstrijd om het kampioenschap tegen Sparta, die ons de titel bracht. In het nationale elftal komen naar zijn mening hiervoor in aanmerking, individueel tegen Denemarken (20 gewonnen) en tezamen met Hein Delsen in Parijs tegen Frankrijk (50 gewonnen). Ik zou bijna zeggen: „Kwast goed, meneer?" Door een tijdens een wedstrijd opgelopen gebroken arm, die hem een sukkelperiode van acht maanden bezorgde met finan ciële nadelen, nam hij het besluit er als 31-jarige mee op te houden. Veteranenvoetbal in onze gelederen had naderhand nog wel zijn belangstelling en zijn laatste wedstrijd in deze categorie speelde hij op 52-jarige leeftijd tegen H.B.S. in Den Haag, waar een van de beste keepers die H.B.S. heeft gehad, n.l. Zijlstra, onder de lat stond. Als appreciatie voor zijn vele prestaties voor onze vereniging werd hem het lidmaatschap van verdienste verleend, een geste waar hij nog steeds bijzonder mee is ingenomen. Evenals hij indertijd een keertje wilde meespelen, voelde ik er nu wat voor eens een keertje wat te vragen: ,,Hoe zie je de achteruitgang in het huidige voetbal?" Het antwoord vloog er uit: 1. De langere tijdsduur die de tegenwoordige jeugd nodig heeft om er te komen. De jeugd die vroeger bij ons kwam, had reeds volop de gelegenheid gehad in straten, op pleinen en on bebouwde gronden de beginselen der voetbalsport te leren en had reeds een belangrijke voorsprong op vele jeugdige beoefe naars van heden, die alles nog moeten leren, waardoor veel tijd verloren gaat voor zij het nodige onder de knie hebben. Tegenwoordig ziet men alleen maar koppen op een trottoir. 2. Niet alleen door de stopper. Veel meer zie ik het door het minder goed beheersen der techniek, waardoor ik het aantal ingooien vijf maal zo hoog schat als vroeger, een tekort aan uit houdingsvermogen en een niet volledig geconcentreerd in het veld komen. 3. Het spel is grover dan voorheen. Je mocht toen de faire charge als middel hanteren. Dit mag nu niet meer, maar het is wel eigenaardig dat het aantal strafzaken en ongelukken nu veel groter is. Op mijn volgende vraag: „Heb je bij de wedstrijden, die je geregeld ziet, van je jongere collega's op de vleugels der diverse clubs, dingen gezien die verbetering behoeven?" kreeg ik ten antwoord „Zeker heb ik dit opgemerkt. Buiten het eenzijdige passeren, waarbij dan nog dikwijls getracht wordt langs het sterkste been van de tegenspelende back te komen, worden voorzetten vaak verkeerd afgewerkt. Een voorzet moet als het ware uit de hemel komen vallen, zogenaamd gelepeld worden; een onder deel in het spel, dat uiterst belangrijk is, waar mensen als Ha mel, Twelker, Wels en vele anderen in uitblonken. Het is een kwestie van enige weken serieus trainen en je bent voor je elftal 100 procent meer waard. Het gros van de tegenwoordige voor zetten is midden voor het doel nog niet eens op de volle hoogte in plaats dat de bal reeds naar beneden komt en dan veel ge makkelijker te bespelen is. U zult begrijpen, dat ik aan deze gulle en aangename causeur een gemakkelijke prooi had. Of het gezellig was, wilt U weten Honderd procent! Het is alleen jammer, dat je de vrouw des huizes zo moeilijk! tot een gulle lach kunt bewegen. Zo nam ik afscheid van iemand, die in vroeger jaren veel glorie verwierf op de Nederlandse en buitenlandse voetbalvel den en die men dikwijls met Jan de Natuurvoetballer betitelde. C. E. de V.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 3