Hoofdklasse Een afscheidsgroet aan de heer Karei Kaufman Dank zij het weer draaien van het competitierad zagen wij eindelijk weer eens een zgn. eerste klasse wedstrijd, maar on danks de uitslag, 82 in ons voordeel, werd het een deceptie; de spelers van de Zwolse Boys hadden nl. niet het minste benul hoe voetbal eigenlijk moet worden gespeeld. Hoewel practisch geen speler een bal behoorlijk kon trappen, stoppen of plaatsen, zullen de heren zich waarschijnlijk toch nog wel in het voetbal- Walhalla handhaven. Conclusie: er moet iets scheef zijn in onze voetbalorganisatie. Degene die zich objectief ten doel stelt het peil van ons hui dige voetbal te verbeteren en een open oog heeft voor de con sequenties van eventueel te nemen beslissingen, moet zich toch met verbazing afvragen hoe de vroede vaderen van de eerste klassers voorstanders kunnen zijn van het handhaven van 56 eerste klassers. Het spelpeil wordt hierdoor ongunstig be- invloed, dat is aan geen twijfel onderhevig. Bij ontmoetingen tussen de enkele top- en de vele staartclubs zal het peil dat kan niet uitblijven een gemiddelde zoeken dat uiteindelijk het dichtst bij de clubs die het slechtste spel tonen, zal komen te liggen. Aan kwantiteit is er geen gebrek, doch met de kwaliteit is het slechter gesteld. De kwaliteitsabsentie mag, het lijkt ge rechtvaardigd dit op te merken, worden geweten aan het lang zaam doorvreten van de overschrijvingsbepalingen, aan het te veel spelen tegen onkundige spelers, aan te veel getheoretiseer, aan te hard spel, enz. Dat het knokken om punten een reden zou mogen zijn voor een aanval op het zgn. stopperspilsysteem, wil er bij mij niet in. Het systeem op zichzelf zit zonder twijfel behoorlijk in elkander en eist -hoe kan het ook anders een goed aanpassingsvermogen van de spelers, maar het ontbreken van een voldoende technische scholing belemmert de uitvoering. In het bijzonder in Nederland heeft men de grote fout ge maakt te stopperen met spelers die weinig begrip van voetbal hebben. Plaatsen komt in hun boekje niet voor en het aantal rechtstreeks naar de tegenpartij of over de uitlijn getrapte bal len is niet op één blaadje papier te turven. Het zeer belangrijke centrum wordt zodoende beheerst door een afbreker en niet door een opbouwer; een goede aanval moet toch nog steeds van de verdediging uit worden opgezet. Derhalve geen Ter- louws, geen beulen, doch spelers met gevoel voor het spel op de spilplaats. Wijlen Wim Anderiesen bleef b.v. in het Neder lands Elftal veel meer in de verdediging dan bij ons en benader de, zó niet overtrof, hetgeen nu dwingend lijkt. Wim schakelde met eerlijke en uiterst sportieve middelen de middenvoor van de tegenpartij uit; nimmer zag men hem een speler in de grond boren, natrappen of haken. Zo kon het en zo kan het ook nu. Desondanks genieten de „knokkers" in Nederland nog steeds de voorkeur en dit geschiedt uitsluitend door een manco aan geschoold materiaal. Afgezien van het reeds gereleveerde met betrekking tot de achteruitgang van ons voetbal, mogen waar schijnlijk nog als oorzaken worden genoemd de overmatige aandacht aan de tactiek, met verwaarlozing van de techniek, en de daling van het peil van onze buitenlandse trainers. Merk waardigerwijze meent de Bond candidaten voor het Nederlands Elftal te moeten laten onderrichten door iemand die zijn sporen vroeger niet op het groene veld heeft verdiend. Deze kan der halve bepaalde handelingen niet voldoende voordoen, laat staan fouten verbeteren; ook hier prioriteit voor theorie boven practijk. Resultante van dit weefsel van fouten wordt en moet worden een vertegenwoordigend elftal met vrijwel uitsluitend neder lagen tegen zelfs zwakke tegenstanders. Gevolg: oneerlijke critiek, ook in ons clubblad, op de oude K.C.-voorzitter, de heer Rat Verlegh, een volgens mij bij uitstek deskundige, die echter de vermeende fout had voorstander te zijn van een hoofdklasse en bovendien terecht vond, dat onze technisch best uitgeruste voetballer, Abe Lenstra, niet op een binnenplaats thuis hoorde wegens zijn al te laconieke spel. Een binnenspeler moet nu een maal de kanthalf van de tegenpartij belemmeren in het zuiver afspelen van de bal; wenst hij dat niet te doen, dan bederft hij de geest in het elftal en haalt de prestaties van de achter hem spelende half en de andere binnenspeler naar beneden. Stop in hemelsnaam met afbrekende critiek op de zgn. kort zichtige elftallencommissies in het algemeen en de Keuze- Commissie in het bijzonder. Bedenk dat het te spelen systeem bijzaak en de techniek van de spelers hoofdzaak is, dat spelers niet als rijpe vruchten van de bomen vallen en dat de K.C. van de K.N.V.B. afhankelijk is van de goede gang van zaken in de Bond. Ieder tot oordelen bevoegd persoon neemt de daling van het spelpeil met eigen ogen waar en kan, dat mag verwacht wor den, zich een mening vormen over „waar de schoen wringt". In alle landen bestaat mij is geen voorbeeld van het tegen gestelde bekend een hoofdklasse, een groepering van de sterkste clubs in één klasse. De spelers moeten zich dan ten volle geven om de buit te veroveren, krijgen groter uithoudings vermogen, de techniek komt tot ontplooiing en een trek van lager naar hoger voetbal zou kunnen ontstaan, indien tenmin ste de overschrijvingsbepalingen werden gewijzigd. De een is tegen een hoofdklasse omdat deze noodwendig moet leiden tot beroepsspel en de ander is contra om automatische degradatie te voorkomen. Misschien zal het instellen van een hoofdklasse een verder afglijden van het in wezen reeds half en half de nek omgedraaide amateurisme in de hand werken, maar het lijkt toch niet zo moeilijk dit gezamenlijk tegen te houden. Laten allen die het goed menen of denken het goed te menen met ons voetbal, nu eens de koppen bij elkander steken en het landsbelang laten prevaleren boven clubbelang, dan wordt de hoofdklasse gevormd en zien wij betere resultaten van ons vertegenwoordigend elftal. Bestuurders van eerste klassers niet tegen om degradatie te verhinderen en bestuurders van lagere klassen niet tegen versoepeling van de overschrijvings bepalingen. Geven en nemen is uiteindelijk besturen en niet alleen nemen! J. H. SCHUBERT. De heer Karei Kaufman, die, toen onze club met het trainers- vraagstuk zat, door de K.N.V.B. enige maanden te onzer be schikking werd gesteld, heeft na afloop van de uitwedstrijd tegen Heracles zijn kortstondig verblijf in onze kring beëindigd. De K.N.V.B. had, nu de training van het Nederlands Elftal en het Nederlands Jeugdelftal is begonnen, de heer Kaufman weer nodig, zodat we van deze kundige voetbaltrainer noodgedwon gen afscheid hebben moeten nemen. In de korte periode dat de heer Kaufman onze spelers onder zijn hoede had, hebben wij hem leren kennen als een prettige en sympathieke kerel, die zijn vak verstaat enwat heel belangrijk is, met voetballers weet om te gaan. Vermoedelijk weet U, dat een voetballer in burger in vele gevallen niet gelijk is aan een voetballer in volle uitrusting. Die figuur ligt soms heel anders dan men zich voor stelt. Moeder Natuur heeft ons niet allemaal op gelijke toon hoogte afgestemd. Gelukkig maar! Er zijn onder onze mede- aardbolbewoners lieden die men „lastige naturen" pleegt te noemen. Men vindt die dus ook onder het contingent dat zich met een voetbal vermaakt. Dergelijke knapen naar je hand te zetten, vereist eigenschappen die niet iedereen bezit. Deze worden aangeduid met de woorden „tact" en „inzicht". De heer Kaufman we hebben het op de avonden dat wij hem gadesloegen, kunnen constateren bezit deze eigenschappen in ruime mate. Hij weet met zijn jongens om te gaan. Zijn rijzige figuur, zijn volumineuze stem en zijn rustig optreden imponeren, geven het gevoel in goede handen te zijn. Naast zijn kennis van ons spel zijn deze hoedanigheden de oorzaken van de heer Kaufmans succes. Want dat de heer Kaufman in zijn lange voetballoopbaan succes heeft gehad, bewijst o.a. zijn twintigjarige K.N.V.B.-periode. Hij heeft ons er van verteld. Het is te veel om allemaal op te noemen en doet hier ook, niet ter zake. Maar dat vele voetballers de heer Kaufman dank ver schuldigd zijn, kunt U van ons aannemen. De episode Ajax- Kaufman is dus afgesloten. Na de match Ajax—Wageningen hebben wij van Karei we zijn zo vrij afscheid genomen. Voorzitter Koolhaas heeft het namens U allen gedaan en cap tain Gé van Dijk uit naam van de eerste-elftalspelers. Het was een goed slot, een prettig afscheid van iemand die in een korte spanne tijds vele Ajacieden tot vriend wist te maken en er aan medehielp, dat tijdens zijn „regering" onze hoofdploeg onge slagen bleef. Clubgenoten wij weten het dat heeft de heer Kaufman veel genoegen gedaan hij is er met recht een tik keltje trots op. We kunnen het ons indenken. Mijnheer Kauf man, van deze plaats nogmaals onze hartelijke dank voor de diensten die U onze club hebt bewezen. Mogen (wij dan dit artikeltje afronden met het uitspreken van de hoop, dat ook U met genoegen zult terugdenken aan de periode waarin U onze spelers trainde? Het ga U goed en nog veel succes! Rest ons nog een woord van dank aan (de K.N.V.B., die zo bereidwillig was ons, door het afstaan van de heer Kaufman, door de moeilijkheden heen te helpen. BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 5