De drukpers draait! Het Ajax-clubnieuws is de andere dag bij leden en donateurs cluboiad, welke arbeid bij het verschijnen van dit nummer is uitgegroeid tot een periode van 30 jaar. Het aanzien van ons clubblad werd hiermede verhoogd en hoewel zijn werk als re dactie-commissielid, zijn hobby, zeer zeker ook niet te versma den was, heeft ons blad mede door zijn illustraties, zich een reputatie weten te verwerven als een der beste clubbladen in Nederland, op welk niveau wij ons gaarne willen trachten te handhaven. Na een tweejarige aanwezigheid in de elftallencommissie B volgde voor het seizoen 1925-'26 een benoeming in de com missie A. Ter vervanging van Marius Koolhaas werd hij 18 Februari 1926 benoemd tot secretaris der elftallencommissie. Dat jaar zou tevens de inleiding vormen voor een langdurige bestuurs periode, n.l. van 1926 tot 1936 als tweede secretaris. Zoals hij het zelf vertelt, scheen hij in die jaren aan accumu latie van functies te lijden, daar en passant functies van elf tallen-, enquête-, jeugd-, trainings- en clubbladcommissie wer den waargenomen, met een excuus nooit lid te zijn geweest van de kascommissie. Na de bouw van het Ajax-stadion, door hem betiteld als een mooie tijd met veel kopzorg, trad een bestuursmoeheid bij hem in, wat zijn aftreden ten gevolge had. Hiermede was een einde gekomen aan een tijdperk, waaraan hij onder dank voor de prettige samenwerking nog de aangenaamste herinneringen bewaart. Bij twee buitenlandse reizen, n.l. naar Oostenrijk en Zwitser land, had hij meer belangstelling voor de schitterende omge ving in deze landen, dan voor het kijken naar zwetende voet ballers in een zomerse temperatuur. In de vereniging bestond grote waardering voor zijn werk en het was dan ook niet verwonderlijk, dat een bestuursvoorstel om hem als erelid te benoemen, op 14 Juli 1938 bij acclamatie werd aangenomen. Het zou tot enkele jaren na de oorlog (in welke tijd hij een onaangename periode als gijzelaar moest doormaken) duren, voordat hij, zoals hij zelf zegt, uit de ijskast werd gehaald om zijn medewerking te verlenen aan het gedenkboek ter gelegen heid van het 50-jarig bestaan van Ajax. Ook hier weer een opeenhoping van functies. Samenstelling, opmaak, fotografie, teksten met een direct voordeel dat tekst en foto's op elkaar aansloten. Al met al was dit wel een heel drukke tijd, maarook een heel mooie, in prettige en volledige samenwerking met Frits de Bruyn en good-old Jan Schoevaart, die beiden hun sporen op clubbladgebied dik hebben verdiend. Gezien de vele waarderende woorden, door sport- en clubpers over ons „Gouden Boek" geuit, hebben de samenstellers, inclu sief de waardering uit eigen kring, de eer gekregen die hun toekwam. Ik zou zijn hobby oneer hebben aangedaan, wanneer ik hem niet iets over de fotografie gevraagd had. Op mijn vragen: wat waren de moeilijkste en kritiekste momenten in je 30-jarige loopbaan als kiekerekieman, kreeg ik de volgende antwoorden. Het kritiekste moment was voor mij, toen ik een eerste elftal op de plaat vereeuwigde, bij het begin van de wedstrijd weg liep en buiten het veld gekomen tot de ontdekking kwam, dat ik mijn bril op het veld had gelaten. Een gezamenlijke speur tocht der spelers had tot resultaat, dat ik het voor mij onmis bare voorwerp ongeschonden terugkreeg. Het moeilijkste moment is het fotograferen achter de goal om een doelpunt, dat als het ware in de lucht hangt, op het juiste ogenblik te knippen. Een fotograaf leeft in momenten en het is begrijpelijk ook buiten de fotografie hieraan te denken. Als je nu nog wilt

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 9