Lexiiig van de Heer K. Lotiy over Helsinki Het bestuur stelt het buitengewoon op prijs, dat de voorzitter van de K.N.V.B. zich bereid heeft verklaard Maandagavond 26 Januari a.s. te uur precies voor onze leden en donateurs een causerie over de Olympische Spelen in Finland te houden. Wij geloven niet, dat wij de heer Lotsy bij U behoeven te introduceren. Wie zou ons over dit onderwerp beter kunnen inlichten dan deze centrale figuur onder de Nederlandse vertegenwoordigers naar Helsinki? Bovendien is het steeds een genoegen naar deze bekwame spreker te luisteren. Ajacieden, als U tal van wetenswaardigheden over dit vierjaarlijkse sport gebeuren wenst te vernemen, mag U beslist niet verzuimen op boven genoemde datum naar het Ajax-stadion te komen. Grijpt deze unieke kans! U wordt echter dringend verzocht tijdig aanwezig te zijn. had laten reizen? Laten we wel zijn. En dacht U, dat, als er voor korfbal, hockey enz. evenveel belangstelling bestond als voor voetbal, het bij die sporten anders was gegaan? Nogmaals, laten we wel zijn. Dat de voetballers het beter hebben dan vroeger, wie zal het ontkennen? Maar was het in de oer-tijd (verkleden in een varkenshok, wassen met water uit een prut- sloot) zo lollig, om van het onhygiënische maar niet te spreken Er bestaat, gelukkig, nog iets dat we aanduiden met de naam „evolutie". Daar heeft de sport toevallig ook iets mee te maken. Maar of de „Regententijd" er iets mee te maken heeft, betwij felen we zeer. Sterker, die heeft met de stilstand of achteruit gang o.i. niets te maken. Na het tijdperk Göbel, Wijnveldt etc. kwam het tijdperk Gupffert, De Natris, Pijl, Vermetten, Denis, Van Dijke, Tetzner, Bulder, Hulsman, Van der Kluft, enfin, noemt U maar op. En weer later het tijdperk Anderiesen, Van Kol, Paauwe, Van Heel, Van Run etc. En dacht U, dat die lui van Amsterdam naar Haarlem gingen fietsen, om te voetballen En dacht U, dat in die tijd, zonder goede trainers en zonder goede verzorging, het spelpeil zo opgevoerd was? Daar valt o.i. niet over te debatteren. Maar waar wel over te debatteren valt en daar moeten wij U gelijk in geven over de voor schriften, het ringeloren, het systeem, confectie en maatwerk. Er zijn zich de laatste tien jaren zoveel lieden met voetbal gaan bemoeien, dat onze sport er ziek van is geworden. De gevolgen zijn niet uitgebleven. De belangstelling der jeugd is aan het tanen, de interesse der ouderen is verminderd en het aantal toeschouwers loopt achteruit. Hoe dat gekomen is, is dus geen vraag meer. Hoe uit de impasse te geraken, is een andere kwestie. Met beroepsvoetbal? Het voor en het tegen is al zo vaak belicht, dat we deze affaire als waardeloos aan de kant kunnen zetten. Hoe dan? Een moeilijke vraag. Misschien is er een oplossing. De tweede-klassers willen allemaal naar de eer ste klasse en de eerste-klassers willen er niet uit. Dat is logisch. Gevolg, in vele wedstrijden is de sportiviteit ver te zoeken en door „het systeem" en hard spel, goed voetbal bijna onmogelijk. Wat men daar aan doktert, de patiënt zal levenslang in bed blijven en ten slotte aan de ziekte overlijden. Een goede remedie lijkt ons de volgende injectie toe te dienen. Maak acht poules van tien eerste-klassers; dat is met het oog op de kassa achttien matches voor iedere club. De bovenste van iedere af deling worden ingedeeld in twee poules van vier clubs en de nummers een en twee van beide afdelingen strijden om het kampioenschap van Nederland. Voor de acht afdelingskampioe nen en de uiteindelijke vier finalisten halve competities en bij een gelijk aantal punten beslissing door het doelgemiddelde. Totaal aantal wedstrijden dus 24. Eén club degradeert automa tisch. Er gaan stemmen op voor een hoofdklasse, onder het mot to spelpeilverbetering. Gelooft men dat nu werkelijk Het spel zal er nog harder, dus beroerder door worden. Iedere club wil tot iedere prijs in, resp. niet uit die klasse. Men behoeft maar weinig voorstellingsvermogen te bezitten om vooruit te bekijken, wat daar de gevolgen van zijn. Die hoofdklasse kan en mag er o.i. dan ook niet komen. Door het instellen van acht afdelingen (eerste klasse) is er een grotere spreiding, met meer kans op een eerste prijs voor iedere deel nemer. De attractie dus groter, met meer kans door het mindere degradatiegevaar dat er in rustiger sfeer wordt gespeeld en men zal trachten tot beter spel te geraken. Beter spel brengt meer belangstelling over de gehele linie. En als we het dan mogen beleven, dat scheidsrechters veel strenger op treden en het devies „met twee en twintig man beginnen en on der alle omstandigheden met twee en twintig man het veld afwandelen" zo snel mogelijk over boord laten glijden, wel vrienden, dan hebben we zo'n idee, dat we met blijde blik de voetbaltoekomst kunnen tegemoet zien. O ja, voor samenstel lers van een toekomstig Nederlands elftal: een speler die voor het nationale elftal wordt gekozen, heeft niemand anders nodig dan zijn eigen clubtrainer. Die gekozen speler, daar verwachten we van niet daar kunnen we van verwachten, maar daar verwachten we van dat hij kan voetballen. Daar verwachten we van, dat hij weet wat hem te doen staat als hij gekozen wordt en men moet zo'n man niet (en laat zich niet) met systemen en opdrachten aan z'n hoofd zaniken. De trainer van de ploeg heeft dus niets anders te doen dan zijn boys fit en de teamgeest goed te houden. In ons vorig clubblad hebben wij U verteld van het huwelijk van de aanvoerder van ons eerste elftal. Goed voorbeeld doet goed volgen, dacht Hans Boskamp en stapte met „a song in his heart" gearmd met mejuffrouw, nu mevrouw BoskampBoda, naar de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Deze heer deed, wat des huwelijks-ambtenaars is, verbond de toen nog verloof-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 5