Elf Belgische voetballers, een paar reserves en een handvol
officials zijn nog niet zo heel lang geleden op de boot gestapt om
in Londen iets aan het Engelse voetbalprestige te gaan ont
wrichten. Dat is niet zo best gelukt. U weet het. Vijfnul! En
als, volgens collega De Vlieger, een of andere nabob even vóór
de aanvang der match met een bundeltje chèques plus het ver
zoek er 100 van te maken, de kleedkamer der Engelse profs
was binnengestapt, zouden Lofthouse Co. hebben geant
woord: ,,A11 right, Sir, legt U de papiertjes maar vast op tafel."
Waarmee we maar zeggen willen, dat het met Engelse voet
ballers in eigen home een kwaad balletje trappen is. Je mag
dan eens succes hebben tegen de boys uit Albion (met een
goedgevulde maag, lekker lui levende en een schep zware com
petitiewedstrijden achter de rug), maar midden in het seizoen
moet je beslist de Noordzee niet oversteken. En vooral niet met
een systeem, of een variant daarop, dat ze daar aan de over
kant tot in de perfectie verstaan. Het is nu eenmaal zo, dat je
om het plastisch uit te drukken apen nooit moet leren
klimmen. Dat vlot door de bomen zweven krijgen die beesten
door moeder-aap al met de klapperpap ingegoten. Doe je dat
toch, dan loop je de kans cocosnoten naar je hoofd te krijgen,
't Is de Belgen figuurlijk dan helaas overkomen. Een nog
niet zo heel stevig op de benen staand Nederlands elftal verloor
indertijd te Huddersfield met 82. 't Was niet prettig, doch
verklaarbaar. We hebben van die zware nederlaag iets over
gehouden. De vloek of, zo men wil, de erfenis van het systeem.
We zullen er hier verder niets van zeggen.
Maar nu de Belgen. Ewel, daar zullen we over klappen, want
de „predikanten in voetbaltenue", wel wetende waar de hond
gebonden staat, pakten een paar pinten bier ennelieten
het bijna allemaal afweten. Men kijkt nu eenmaal liever naar
de zon dan dat men in de prut staart. Ende spil waar alles
om draait, „het systeem", mocht er eens aan doodgaan, 't Zou
werkelijk zonde zijn.
De voetbaldirectie uit het land van „Klokke Roeland" en
Styn Streuvels had haar plan getrokken. Daar kunt gij van op
aan. Ze had een stel knapen, gestoken uit de vette klei van
Vlaanderenland, bij elkander gebracht. Sinjoren, die hun bal
letje wisten te trappen. En hoe! Mermans, Carré, Van de Auwe-
ra en vooral niet te vergeten enfant chéri, monsieur Coppens,
de man, die indertijd gevraagd moet hebben: „Terlouw, wie is
dat?" (nu vragen we U), plus nog wat voetbalventen lijk bo
men. Deze, misschien slecht, misschien welbetaalde voetbal-
keien, groot van kunde en athletiekvermogen, moesten en zou
den de sportvlag van hun land hooghouden. De selectie was
zwaar geweest, de premie voor de overwinning vermoedelijk
extra-hoog. Maar tjavogels zijn gemaakt om te vliegen,
karrepaarden beslist niet voor de renbaan en toen de heer Noach
met zijn Ark van wal stak, stonden er geen voetballers op de
monsterrolals U voelt wat wij bedoelen. Dat hooghouden
van de sportvlag is dus niet gelukt, zelfs volkomen mislukt.
Waarom en waardoor? Wie zal het zeggen? 't Leven is vol
problemen, die niet altijd op te lossen zijn. Een paar radertjés,
niet naar behoren gesmeerd? Inspiratie, die niet kwam? Kan
dat de oorzaak of de oorzaken zijn geweest We weten het niet,
maar dat elf Engelse voetballers met vijf welgemikte schoten
een berg illusies aan gruizels trapten, weten we heel zeker. En
als doelman Bogaerts niet zoveel zekere doelpunten had voor
komenbrrrhet was een débacle geworden.
In de estaminé's, bij de pinten bier en de tassen koffie, moet
de stilte tastbaar zijn geweest. Wie beschikt over de pen of het
penseel, om die wereld van ontgoocheling, waarin men daar
enkele uren leefde, te beschrijven of te schilderen? Een Felix
Timmermans, een Pieter Brueghel? Ook dat weten we niet,
maar dat er bij de aankomst van „les enfants perdus", niemand
met een boukée plus welkomstwoord en/of -lied aan de statie
stond, kunt ge van ons aannemen. De klap was te hard aan
gekomen.
Elf Belgen, die toch voetballen om de magere soep van het
bestaan wat vetter te maken, die toch zo geeren hadden ge
wonnen, waren in het stuk niet voorgekomen. Verloren gelopen
en ondergegaan in een wolk van Britse voetbalkunde. Door
Lofthouse, Finney, Bentley en hoe al die sterren mogen heten,
met verbijsterend gemak van het veld geduwd. Met één been!
Toeschouwers, in het bezit van dure tickets, hadden welwillend
geapplaudisseerd, als de rode duivels, die „ze niet zullen tem
men", ook eens iets goeds deden. Een half uur vóór het einde
sloegen die welwillende lieden het boek dicht. Ze kenden de
drie-stuivers-roman al. Voelden zich zwaar bekocht.
Enige Weken later trokken de Belgen naar Parijs. Wonnen zo
waar met 01. De Fransen, misschien dromende van „een
zacht eitje", moeten er een potje van hebben gemaakt. De
slechtste match, die de „nationalen" ooit op de grasmat legden.
Dat moet je tegen voetballers, die iets goed te maken hebben,
nooit doen. Maar, om op die match in het Londense Stadion
terug te komen, wat nu? Gaat er in Belgenland en misschien
ook in Frankrijk, net als bij ons na Huddersfield, nu ook een
dwaallicht rondEen dwaallicht, in de vorm van een expert
met een nieuw systeem plus technisch boek Zijn de rappe Bel
gen nu ook ineens niet zo erg rap meer En hoe staat het met
hun lichaamsconditie, balcontröle, positie kiezen, technische
vaardigheid etc. En hoe zit het nu met dat „magische vier
kant" de man, die het in de handel bracht en er steeds mee
schermde, vindt het ineens geen mooi woord meer (gut, gut!)
- en vooral niet te vergeten, met het salaris plus premie, dat
iedere Belgische semi-prof toucheert? Zou dat, na deze tech
nische knock-out, ook nog steeds worden uitbetaald? Vragen,
vragen en nog eens vragen. We zouden er wel iets over willen
horen en/of lezen. Per radio via de beroemde sportproblemen of
in de krant van onze nog beroemder experts b.v. Daar wor
den we op voetbalgebied toch al zo ontzettend veel wijzer door.
We weten het, de massa is niet zo bijster intelligent. Daarop
speculeren is de kracht van vele goocheme jongens. Met ver
stand en overleg valt uit die „niet-zo-bijster-intelligente-massa"
een goed gesmeerde en dik belegde boterham te peuren. De na
oorlogse sportschrijverij en radiopraatjes zijn er frappante
voorbeelden van. Met groot lef, een bonk mooie woorden en een
berg phrases wordt de massa gebombardeerd. Steeds maar
weer. Ze slikt verbazingwekkend genoeg de grootste
flauwe kul met een graagte die verbijsterend is. Schrijft brie
ven (U kent de slogan „onze abonné's of luisteraars schrijven")
en doen zelfs verzoeken om lezingen te houden over voetbal-
technische en -tactische vraagstukken. Alsof voetbal een zaak
van papier, een tekenbord en een pijpje krijt is. Goede voetbal
trainers, en daar moet het toch uitsluitend van komen, zijn dun
gezaaid, maar dan ook heel dim. Wat wil dan een papieren
mannetje, dat bij wijze van spreken ook wel eens een voetbal
affiche heeft zien hangen? Gelukkig is er een kentering ten
goede. Vele clubbladen zijn daar een sprekend bewijs van. De
heertjes worden hoe langer hoe meer op de hak genomen. Nog
even en hun rijk is uit. 't Zal tijd worden. En als men dan het
absurde van de overschrijvingsbepalingen inziet (zelfs een welp
of adspirant moet nu tenminste een jaar wachten), door het
plan-Burgwal (een volkomen mislukking) een dikke streep
haalt, wel, dan zal de rust in ons voetbalwereldje misschien
terugkeren. Daarmede zal dan al veel gewonnen zijn, wat o.i.
echter niet inhoudt, dat het spelpeil direct omhoog vliegt. Wel
maken we misschien een kleine kans, dat de jeugd, die nu de
basketball-zalen vult, naar het voetbalveld terugkeert.
Headlines als „hard ;en soms ruw spel in stadion Feijenoord"
blijven ons dan, naar wij hopen, bespaard. Een headline die
nota bene op een vriendschappelijke match, RotterdamZwa
luwen, sloeg. Volgens de verslaggever heerste in dat partijtje
van alles, behalve de Kerstgedachte. Er werd nogal grimmig
gespeeld en hij kreeg sterk de indruk, dat enkele spelers deze
wedstrijd een goede gelegenheid vonden om competitie-veten
uit te vechten. Zwaluw en voetballer, waarheen is Uw vlucht?
Verder vertrouwde de reporter aan het papier toe, dat er tussen
de heren Van der Gijp en Terlouw veel botsingen voorkwamen,
waarbij de Spartaan een keer zelfs naar het hoofd trapte van
de Dordtenaar toen deze op de grond lag. Een latere botsing
tussen genoemde heren haalde het hoofd van de stopperspil
open. Bloedend verliet deze vroegtijdig de grasmat. Mevrouw
tje, laat Uw zoon vooral voetballer worden! Bij D.O.S.Ajax
is het ook nogal heet toegegaan. We hebben de strijd niet ge
zien, maar betrouwbare bronnen hebben ons het een en ander
van het feest verteld. Bij beide partijen liepen een paar jongelui
rond, die schijnbaar nogal slecht van gezicht waren. Nu is het
verbazend moeilijk, als je over een voetbalveld dwaalt, om een
mens van een bal te onderscheiden. Dat heeft de historie be-
l